De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Kurt gaat kamperen: Banhout, waar je logeert in de tuin van de graaf

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Vakantie is voor veel mensen het gewone leven achter zich laten om het in te ruilen voor het ongewone. Bijvoorbeeld door de natuur op te zoeken. Maar je kan ook voor de iets minder avontuurlijke variant gaan, waarbij je niet meteen een beer in je boomhut hoeft te verwachten. In Camping Transfo in Zwevegem ben je veilig op de grond en je kan er met een beetje geluk patrijzen en fazanten observeren. En er zijn nog meer rare vogels.

Toch niet zo’n geweldig idee van mezelf om vorige week in zo’n hocuspocus werptentje te overnachten. Ik ben dan ook opgelucht dat Maaike Bettens en Jeppe Vanhoenacker me voorstellen om de nacht door te brengen in die ene caravan die ze op hun glamping hebben staan.

Ik heb er een dubbel bed ter beschikking, een lavabo en stromend water, elektriciteit en een luifel met een lampslinger van waaronder ik op de bosrijke heuvel in Heestert op een zonsondergang uitkijk die zelfs een Van Gogh in zijn betere dagen niet had weten te vangen. Camping Transfo is tegenwoordig eigenlijk Camping Banhout.

Bij de graaf

Drie jaar geleden begonnen Maaike en haar man een glamping bij de Transfo in Zwevegem: “Schitterende locatie, met al dat industrieel erfgoed daar. Bij de directeurswoning konden we enkele glampingtenten neerzetten.”

“We zijn zo ook de coronajaren doorgekomen. En toen kregen we plots de melding dat de Blueberry Hill, de klimzaal in Kortrijk naar de Transfo zou komen en ‘Transfo Climbing’ zou worden. Dat zou zoveel werk met zich meebrengen dat we noodgedwongen tijdelijk moesten uitwijken.”

En zo staan de glampingtenten van Maaike en Jeppe nu op een terrein dat bij het domein van Kasteel Banhout hoort, aan de andere kant van het kanaal Kortrijk-Bossuit, op grondgebied Heestert, een Zwevegemse deelgemeente. ‘Beleef Camping Banhout’ zegt het bordje dat je op de onverharde weg naar het kasteel de weg naar de camping wijst.

Zegt Maaike: “Dankzij Donny en Olivier van het kasteel hebben we hier een lap grond kunnen huren.” Donny heet eigenlijk voluit Donald Whitton. Als hij het over Olivier heeft, spreekt hij over ‘Ollie’. Donny en Ollie, het lijkt de naam van een komisch duo. Maar Ollie heet voluit ‘Olivier de Beaufort’.

Hij mag zich graaf noemen, maar doet dat zelden. “Ik noem mezelf vaak de conciërge”, lacht-ie. “Het is nog gebeurd dat de postbode aan de deur stond en zei: ik heb post voor graaf de Beaufort. Ik zei ‘ja, je bent aan het juiste adres’. Waarop hij reageerde: ‘Maar ik zal de graaf zelf nodig hebben, want het is een aangetekende zending, het is persoonlijk.’ Hij kon niet geloven dat ik het was. Mensen verwachten iemand met een hoed en een stok en een monocle in het oog.”

De graaf en zijn geliefde hebben dus een strook grond ter beschikking gesteld waarop sinds kort ‘Camping Banhout’ gelegen is. Om de oude klanten niet weg te jagen en omdat de camping misschien ooit terugkeert naar het Transfo-terrein, kom je er ook terecht als je ‘Camping Transfo’ intikt.

Een mooiere locatie hadden ze zich niet kunnen dromen. Je waant je in de Dordogne. De glampingtenten staan op de hoek van twee van de vier dreven die rond het kasteeldomein lopen. “Een zalige wandeltip trouwens, de drevenwandeling”, zegt Maaike. Vanuit de tenten kijk je uit op een glooiing waarop een gewas groeit. “Bieten”, zegt Oliver met een onwrikbare stelligheid. Wat hoger staan koeien te grazen. “Van boer Geert… Er zijn verschillende landbouwers die onze gronden bewerken.”

Ooit wil hij zelf boeren, “ik heb daar al lessen voor gevolgd.” Maar de graaf en zijn partner hebben nog veel plannen. Ze hebben elkaar zeven jaar geleden leren kennen toen Olivier in Frankrijk met zijn moeder ging skiën en Donny daar ergens achter de toog stond. Eerst willen ze hun kasteel restaureren. En ze hebben ook een bosbar. Waarover straks meer. Is de edelman een rare vogel, de uitbaters van de camping zijn dat in zekere zin ook.

Zwevegem, een onontdekte parel

Maaike Bettens is sinologe, en spreekt naast Chinees ook Japans. “Ik heb ooit een tijdlang in China gewoond”, vertelt ze, terwijl we een heerlijke pizza verorberen die haar man bij de lokale pizzeria heeft besteld, Pizza Taliano in Zwevegem.

“Voor we onze dochters hadden, waren we verwoede reizigers. Nu wachten we tot ze groter zijn om er zelf weer op uit te trekken. Intussen is dat glampingconcept wel handig. Die grote tenten staan klaar voor ieder gezin dat er aankomt en je kan er zo intrekken. Vroeger wilden we de wereld zien en nu zijn we erachter gekomen dat Zwevegem een onontdekte parel is.”

En zo trachten ze met hun gasten te delen wat de buurt te bieden heeft. Een picknicktocht per tandem bijvoorbeeld. Of kajakken op het kanaal.

Maaike en Jeppe hebben elkaar op het water leren kennen. Zij was een ervaren kajakster en zijn trainster. Toen hij 9 was. Hij was 18 en zij 30 toen ze hun relatie begonnen. Twee jaar later was ze zwanger.

“We zijn de laatste keer op reis gegaan toen ik zwanger was van Minne. Ik had toen een tijdje in China gewoond en Jeppe was daar nog nooit geweest. Ik zei: “We gaan dat niet meer doen als zij klein is, dus moeten we het nu nog doen. En toen zijn we op de valreep nog vijf weken door China getrokken. Ik was een attractie op mezelf”, schatert Maaike.

“Zalig, zulke campings vind je bijna nergens meer”

Terug thuis was ze dat wellicht ook. “Ik wist ook wel dat we een groot risico namen door een relatie te beginnen. Maar soms, denk ik dan, moet je in het diep water springen. Want als je in het ondiepe springt, doet het ook zeer. En het is meegevallen.” In 2015 zijn ze getrouwd. Wat haar in hem aantrok? “Ik vind hem heel aantrekkelijk”, giechelt ze. “En wellicht zijn het ook zijn feromonen.”

Jeppe is een handige Harry. Hij is het die de camping mogelijk gemaakt heeft. Hij heeft de water-en elektriciteitsleidingen 200 meter ver van de paardenstallen van het kasteel naar het campingterrein doorgetrokken. In de werfketen die in het bosje aan de rand staan opgesteld, heeft hij alle mogelijke sanitair geïnstalleerd.

“We zijn op veel vlakken elkaars tegenpolen”, zegt Maaike. “Ik probeer zo efficiënt en gestructureerd mogelijk te werken, terwijl je niet chaotischer kan zijn dan Jeppe… Ik kan me verschrikkelijk opfokken, maar hij blijft altijd de rust zelve.” Jeppe gniffelt: “Het is voor de rust dat ze me gekozen heeft. En ik wou haar omwille van haar zin voor structuur.”

Natuurlijk werd er geroddeld in Zwevegem. Dat beseffen ze ook wel. “Maar we hebben er zelf nooit zo’n punt van gemaakt en dan doen de anderen dat ook minder”, zegt hij nog. Ze zijn ook snel gaan samenwonen. “Ik had al een huis,” zegt Maaike. Hij ontkent dat hij haar voor haar huis heeft genomen. “Eerder omgekeerd”, gekscheert Maaike.

“Ik heb hem genomen omdat hij handig was. Het huis moest nog verbouwd worden. En ja, de rest is vanzelf gegaan. Minne was nog geen maand oud en hij zei: ‘Zouden we niet voor een tweede gaan?’ Ze schelen maar een goed jaar.”

Maaike en Jeppe hebben allebei een job. Maaike is fulltime leerkracht aan het Rhizo college in Zwevegem. En haar man is schrijnwerker. “Vaak zijn we hier niet”, zegt Maaike.

“Kampeerders vinden alle info op de borden die hier staan opgesteld. Als ze hier aankomen, bellen ze ons op en we geven uitleg. We hebben nog vertrouwen in de mensheid. Het is een flexibel principe. Contacteren ze ons ‘s avonds en we zijn thuis, staan we hier doorgaans binnen de tien minuten. Anders zeggen we: kom binnen, kies een plekje zoals het jullie het best pas en ‘s avonds, na de werkuren, komen we langs om ze te begroeten en af te rekenen.”

Het bos in

De schoolvakantie is net begonnen wanneer ik op Camping Banhout neerstrijk. Het is er nog rustig. Tegen de avond komen verschillende doorreizigers binnen die zich allemaal op de afzonderlijke tentenweide bij de paardenstallen van het kasteel opstellen.

Een Nederlander legt met zijn fiets zijn eigen ronde van Vlaanderen af, een Fransman met een blinkende Royal Enfield-motor tuft met zijn dochter achterop van Verdun naar Amsterdam en terug, een Friese dame die in Oslo woont met haar Mexicaanse man is op doortocht en een Duits gezin met twee kleine kinderen zwerft al maanden door Europa, “aangezien we zoals alle kersverse ouders in ons land samen recht hebben op 14 maanden betaald ouderschapsverlof. Dat moeten we verdelen onder ons tweetjes. In veel gezinnen blijft de moeder 12 maanden thuis en de vader 2, wij hebben ervoor gekozen om samen 6 maanden rond te trekken”, legt de man uit.

“Dat zijn allemaal mensen die hier belanden doordat ze op het internet, op Google, een camping zoeken. Onze camping is de enige in de onmiddellijke buurt van Kortrijk”, legt Jeppe uit. Maaike vult aan: “Er zijn mensen die hier aankomen en zeggen: “Zalig, zulke campings vind je bijna nergens meer. Anderen kijken even rond en zeggen: “Dit is geen camping” en ze vertrekken weer. Dat zijn mensen die verharde plaatsen willen, animatie en een bar achterin.”

Die nacht blijven Jeppe en Maaike met dochters Suze en Minne, zes en zeven, zelf in een glampingtent slapen. Tijdens de week zijn die tenten wel vaker onbezet.

Maar tijdens het weekends zijn ze dan wel weer vaak volgeboekt: “In elk van die tenten heb je twee dubbele bedden die volledig opgedekt zijn, met beddengoed erbij. En daarnaast horen er bij de glampingtenten ook keuken- en leeftenten met alles erop en eraan: een inductievuur, een koelkast, diepvries, Senseo, noem maar op. Ideaal voor gezinnen met jonge kinderen die eens willen kamperen en geen gesleur willen. Ook het fenomeen gramping is in zwang: glamping met de grootouders…”

Een bijkomende attractie is dat de kampeerders ‘s weekends in de Bosbar terechtkunnen. Bij de graaf en zijn Australische vriend. “We serveren heel veel lokale bieren en lekkere cocktails,” lacht Donny.

“In een uniek kader, met zicht op het kasteel.” En dat is niet het enige. “Wie in het weekend de bar komt bezoeken, kan meteen ook het bos in.” Camping en kasteel willen in de toekomst wel vaker samenwerken.

“Het is een win-win voor iedereen”, zegt Olivier. “Kampeerders kunnen bij ons iets komen drinken en wie een glas te veel op heeft en niet meer wil rijden, kan op de camping zijn roes uitslapen.”