Kim Deschacht verhuisde omdat een woning in Brugge onbetaalbaar bleek
Betaalbaar wonen wordt hét verkiezingsthema in Brugge. Dat wonen in Brugge voor steeds meer mensen onbetaalbaar wordt, blijkt uit het tragische levensverhaal van Kim Deschacht.
Kim Deschacht (32), die afstudeerde als master in de schilderkunst, woont sinds anderhalf jaar op het Sint-Germanusplein in Beveren, een deelgemeente van Roeselare. Net als haar buurvrouw Ilse is Kim Brugge ontvlucht, omdat wonen voor haar te duur werd in de Breydelstad.
“Ik ben opgegroeid in Koolkerke, waar mijn ouders een sociale flat huurden”, vertelt ze. “Tijdens mijn universitaire studies zat ik in Gent op kot. Maar ik kreeg gezondheidsproblemen en belandde zelfs in een rolstoel. Pas in 2013 werd vastgesteld dat ik leed aan de ziekte van Lyme. Dat was het resultaat van een tekenbeet op 16-jarige leeftijd, toen ik als monitrice op een jeugdkamp aan een nachtspel deelnam. Mijn huisarts had indertijd enkel klierkoorts als diagnose gesteld.”
Mantelzorger
“Omwille van mijn ziekte heb ik mijn lerarenopleiding moeten onderbreken. Anderhalf jaar lang heb ik thuis aan een infuus gelegen; ik moest drie soorten antibiotica innemen. Mijn man Jeroen Smets, met wie ik twee kinderen (Marijn en Emiel) heb, moest een tijdlang zijn job als ICT’er opgeven om mij bij te staan als mantelzorger. Het waren heel moeilijke jaren, ook financieel.”
“Ik heb een jaar lang vruchteloos gezocht naar een betaalbare woning in Brugge en omgeving”
“Per maand slikte ik voor 750 euro aan medicatie, waarvan een groot deel niet terugbetaald werd door de ziekteverzekering. In twaalf jaar tijd heeft die ziekte mij zeker 25.000 euro gekost. Ik heb alles kunnen financieren met de hulp van mijn ouders, maar ook met de organisatie van benefietavonden en de verkoop van zelfgemaakte schilderijtjes en armbanden.”
Maandenlange zoektocht
“Toen ik na mijn kotjaren in Gent naar Brugge terugkeerde, begon een maandenlange zoektocht naar een betaalbare huurwoning in Brugge. Een half jaar lang heb ik vruchteloos alle agentschappen afgelopen en ik liet mij ook drie jaar lang op een wachtlijst voor een sociale woning inschrijven. Pas toen ik zes maanden zwanger was, vonden wij een appartement met twee slaapkamers voor 750 euro in de Torhoutse Steenweg.”
“Bij particulieren, niet via een immobiliënkantoor. De eigenaars stemden enkel toe, op voorwaarde dat mijn ouders zich voor mij borg stelden. De reden? Ik leefde van een vervangingsinkomen als invalide en Jeroen had slechts een tijdelijk werkcontract.”
“De huisbaas beloofde de huishuur na een jaar niet aan te passen aan de index, omwille van mijn precaire financiële situatie en gezondheidsproblemen. Maar toen hij vernam dat ik recht had op een huursubsidie wegens mijn beperking, verhoogde hij de huurprijs toch. Noodgedwongen ben ik op zoek gegaan naar een goedkoper alternatief. Eerst in Brugge, nadien in de omliggende gemeenten Oostkamp en Beernem. Een jaar lang heb ik gezocht, maar ik vond niks onder de 700 euro.”
Sociale lening
“Bijgevolg besloten wij te verhuizen naar een stad of gemeente waar ons gezin wél goedkoper kon wonen. Uiteindelijk vonden wij op het Sint-Germanusplein in Beveren een huisje. Het stond te koop voor slechts 159.000 euro, maar vertoonde nogal wat mankementen. Ik had gelukkig recht op een sociale lening, zodat ik maandelijks maar 600 euro moet afbetalen, weliswaar 25 jaar lang.”
“Ondertussen heeft Jeroen opnieuw werk als ICT’er en kan ik in cultureel centrum De Spil en in een tehuis voor geplaatste jongeren artistieke workshops geven. We zien nu langzamerhand het einde van de tunnel, maar we hebben negen maanden lang met ons vieren moeten leven van een inkomen van 1.000 euro per maand. Noodgedwongen hebben we een beroep moeten doen op de voedselbank.”
“Je kunt er twee keer per week naartoe en krijgt dan een rantsoen: vier dozen melk voor een gezin van vier personen, een zak patatten. Als je pech hebt, zijn het maar vier aardappelen. Veel hangt af van de giften die de voedselbank van gulle weldoeners krijgt. De laatste tijd ben ik wat verdikt, want er zat veel chocolade bij”, glimlacht Kim, die ondanks alle ellende haar gevoel voor humor nog niet kwijt is.
Zes fietsbellen
“Ik blijf positief, ‘t kan alleen maar beter worden. Ik voel mij lichamelijk nu al veel beter en hoop dat ik mijn lerarenopleiding nog kan voltooien. Ik deed stage aan de Academie in Brugge en mis mijn artistieke vrienden. Maar voorlopig is een dagelijks treinticket van Roeselare naar Brugge nog wat te duur voor mij. Het positieve aan Roeselare is dat de mentaliteit hier veel opener is dan in Brugge: de mensen zijn behulpzamer en socialer, ik heb bijvoorbeeld via de school van mijn kinderen gratis kleren gekregen. Iedereen zorgt hier een beetje voor elkaar.”
“In Brugge is het meer ieder voor zich. Is dat te wijten aan het toerisme en de middenstandsmentaliteit? Ik weet het niet. Wat ik niet mis, zijn de vele toeristen die in de Katelijnestraat voor je fiets opduiken. De mensen hier in Roeselare moesten lachen, toen ik arriveerde met zes bellen op mijn fiets. Die had ik nodig in Brugge om de toeristen op afstand te houden …”
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
Tekort aan sociale woningen h2>
“Volgens de laatste telling zijn er in Brugge 3.689 sociale huurwoningen (1.600 bij Vivendo en 2.089 bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting). Er staan 3.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. De wachttijd varieert volgens het type woning: voor woningen van 1, 2 en 3 slaapkamers 5 à 6 jaar, voor woningen met 4 en 5 slaapkamers 8 à 9 jaar. Er is een schrijnend tekort aan sociale huurwoningen”, weet Marc Leonard. p>
“Over de private huurmarkt heb ik geen cijfers. Ik zie geregeld huurhuizen en -appartementen die maanden niet verhuurd geraken. Het aanbod is dus minder een probleem dan de prijs. Gerenoveerde woningen en nieuwbouwappartementen zijn meer in trek. Wanneer de badkamer en de keuken er verouderd uitzien, geraken ze minder snel (of niet) verhuurd.” p>
Stad doet veel h2>
“De stad Brugge ondersteunt de sociale huisvestingsmarkt al jaren financieel. Nieuwe projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden gesteund door ruimte te voorzien en door het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant tussen de stad en Vlaanderen. Via de opknappremie wil de stad zowel eigenaars- als huurwoningen helpen renoveren. Leegstand wordt actief bestreden. Woningen van slechte kwaliteit worden aangepakt.” p>
“De stad doet dus al veel om meer goede woningen op de huur- en koopmarkt te krijgen. Het probleem is vooral de prijs van vastgoed in de private sector. Daar heeft de stad vooralsnog geen grip op. De betaalbaarheid van woningen is op veel plaatsen in Vlaanderen een probleem.” p>
Goede voorbeelden h2>
“Elke stad pakt het anders aan. In Gent is er naar Amerikaans en Scandinavisch voorbeeld een community land trust opgericht, waarbij de stad eigenaar van de grond blijft en particulieren erop mogen bouwen. In Antwerpen is er een project waarbij de grond in erfpacht gegeven om de verkoopprijs te verminderen. Zo zou de totale prijs van een woning met één derde zakken”, weet Marc Leonard. p>
“De vastgoedsector zoekt al jaren naar oplossingen, maar vindt ze niet”, besluit de woonbeleidscoördinator. “Cohousing kan een oplossing zijn, tenminste als de sociale mix verzekerd blijft. Misschien ligt de oplossing in coworking en coliving voor creatieve, pas afgestudeerde jongeren. De vastgoedsector zou hier moeten op springen, dan wordt ook de ontgroening van Brugge aangepakt.” p>
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
Duurder dan Kortrijk h2>
“Het gemiddelde voor Vlaanderen is 18 procent, voor de dertien centrumsteden is het 23 procent. Brugge is duurder dan Kortrijk, Roeselare (16 procent), Genk (18 procent) en Aalst (19 procent). In de acht andere centrumsteden spenderen meer gezinnen een groot aandeel van hun budget aan de woonkost dan in Brugge. Huurders besteden dan weer een groter deel van het gezinsbudget aan de woonkost dan eigenaars. In Brugge is dat 44 procent, maar het Vlaams gemiddelde ligt hoger met 47 procent.” p>
“In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs van een woning in Brugge 244.343 euro. In alle buurgemeentes samen was dat 241.815 euro”, vervolgt Marc Leonard. “Er is dus nauwelijks een verschil. Appartementen zijn duurder in Brugge, je betaalt er ongeveer 20.000 euro meer voor dan in de buurgemeenten. Inzake bouwgrond is Brugge dan weer goedkoper met 223,30 euro per vierkante meter terwijl het in de buurgemeentes 264 euro is, omdat er in de regio geen schaarste is en de kavels kleiner zijn.” p>
Tekort aan sociale woningen h2>
“Volgens de laatste telling zijn er in Brugge 3.689 sociale huurwoningen (1.600 bij Vivendo en 2.089 bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting). Er staan 3.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. De wachttijd varieert volgens het type woning: voor woningen van 1, 2 en 3 slaapkamers 5 à 6 jaar, voor woningen met 4 en 5 slaapkamers 8 à 9 jaar. Er is een schrijnend tekort aan sociale huurwoningen”, weet Marc Leonard. p>
“Over de private huurmarkt heb ik geen cijfers. Ik zie geregeld huurhuizen en -appartementen die maanden niet verhuurd geraken. Het aanbod is dus minder een probleem dan de prijs. Gerenoveerde woningen en nieuwbouwappartementen zijn meer in trek. Wanneer de badkamer en de keuken er verouderd uitzien, geraken ze minder snel (of niet) verhuurd.” p>
Stad doet veel h2>
“De stad Brugge ondersteunt de sociale huisvestingsmarkt al jaren financieel. Nieuwe projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden gesteund door ruimte te voorzien en door het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant tussen de stad en Vlaanderen. Via de opknappremie wil de stad zowel eigenaars- als huurwoningen helpen renoveren. Leegstand wordt actief bestreden. Woningen van slechte kwaliteit worden aangepakt.” p>
“De stad doet dus al veel om meer goede woningen op de huur- en koopmarkt te krijgen. Het probleem is vooral de prijs van vastgoed in de private sector. Daar heeft de stad vooralsnog geen grip op. De betaalbaarheid van woningen is op veel plaatsen in Vlaanderen een probleem.” p>
Goede voorbeelden h2>
“Elke stad pakt het anders aan. In Gent is er naar Amerikaans en Scandinavisch voorbeeld een community land trust opgericht, waarbij de stad eigenaar van de grond blijft en particulieren erop mogen bouwen. In Antwerpen is er een project waarbij de grond in erfpacht gegeven om de verkoopprijs te verminderen. Zo zou de totale prijs van een woning met één derde zakken”, weet Marc Leonard. p>
“De vastgoedsector zoekt al jaren naar oplossingen, maar vindt ze niet”, besluit de woonbeleidscoördinator. “Cohousing kan een oplossing zijn, tenminste als de sociale mix verzekerd blijft. Misschien ligt de oplossing in coworking en coliving voor creatieve, pas afgestudeerde jongeren. De vastgoedsector zou hier moeten op springen, dan wordt ook de ontgroening van Brugge aangepakt.” p>
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
“Voor één vijfde van de Brugse gezinnen is wonen te duur” h2>
“Eén vijfde van de Brugse gezinnen besteedt meer dan 30 procent van zijn inkomen aan wonen”, zegt de Brugse woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “De vastgoedsector zoekt al jaren zoekt naar oplossingen, maar vindt er geen.” p>
“De prijs van een woning hangt af van ligging, grootte, vloeroppervlakte en staat van het huis”, verduidelijkt woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “Het is dus zinvoller om de woonkost te relateren aan het gezinsinkomen. Uit de stadsmonitor blijkt dat 20 procent van de Brugse gezinnen meer dan 30 procent van het inkomen spendeert aan wonen.” p>
Duurder dan Kortrijk h2>
“Het gemiddelde voor Vlaanderen is 18 procent, voor de dertien centrumsteden is het 23 procent. Brugge is duurder dan Kortrijk, Roeselare (16 procent), Genk (18 procent) en Aalst (19 procent). In de acht andere centrumsteden spenderen meer gezinnen een groot aandeel van hun budget aan de woonkost dan in Brugge. Huurders besteden dan weer een groter deel van het gezinsbudget aan de woonkost dan eigenaars. In Brugge is dat 44 procent, maar het Vlaams gemiddelde ligt hoger met 47 procent.” p>
“In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs van een woning in Brugge 244.343 euro. In alle buurgemeentes samen was dat 241.815 euro”, vervolgt Marc Leonard. “Er is dus nauwelijks een verschil. Appartementen zijn duurder in Brugge, je betaalt er ongeveer 20.000 euro meer voor dan in de buurgemeenten. Inzake bouwgrond is Brugge dan weer goedkoper met 223,30 euro per vierkante meter terwijl het in de buurgemeentes 264 euro is, omdat er in de regio geen schaarste is en de kavels kleiner zijn.” p>
Tekort aan sociale woningen h2>
“Volgens de laatste telling zijn er in Brugge 3.689 sociale huurwoningen (1.600 bij Vivendo en 2.089 bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting). Er staan 3.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. De wachttijd varieert volgens het type woning: voor woningen van 1, 2 en 3 slaapkamers 5 à 6 jaar, voor woningen met 4 en 5 slaapkamers 8 à 9 jaar. Er is een schrijnend tekort aan sociale huurwoningen”, weet Marc Leonard. p>
“Over de private huurmarkt heb ik geen cijfers. Ik zie geregeld huurhuizen en -appartementen die maanden niet verhuurd geraken. Het aanbod is dus minder een probleem dan de prijs. Gerenoveerde woningen en nieuwbouwappartementen zijn meer in trek. Wanneer de badkamer en de keuken er verouderd uitzien, geraken ze minder snel (of niet) verhuurd.” p>
Stad doet veel h2>
“De stad Brugge ondersteunt de sociale huisvestingsmarkt al jaren financieel. Nieuwe projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden gesteund door ruimte te voorzien en door het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant tussen de stad en Vlaanderen. Via de opknappremie wil de stad zowel eigenaars- als huurwoningen helpen renoveren. Leegstand wordt actief bestreden. Woningen van slechte kwaliteit worden aangepakt.” p>
“De stad doet dus al veel om meer goede woningen op de huur- en koopmarkt te krijgen. Het probleem is vooral de prijs van vastgoed in de private sector. Daar heeft de stad vooralsnog geen grip op. De betaalbaarheid van woningen is op veel plaatsen in Vlaanderen een probleem.” p>
Goede voorbeelden h2>
“Elke stad pakt het anders aan. In Gent is er naar Amerikaans en Scandinavisch voorbeeld een community land trust opgericht, waarbij de stad eigenaar van de grond blijft en particulieren erop mogen bouwen. In Antwerpen is er een project waarbij de grond in erfpacht gegeven om de verkoopprijs te verminderen. Zo zou de totale prijs van een woning met één derde zakken”, weet Marc Leonard. p>
“De vastgoedsector zoekt al jaren naar oplossingen, maar vindt ze niet”, besluit de woonbeleidscoördinator. “Cohousing kan een oplossing zijn, tenminste als de sociale mix verzekerd blijft. Misschien ligt de oplossing in coworking en coliving voor creatieve, pas afgestudeerde jongeren. De vastgoedsector zou hier moeten op springen, dan wordt ook de ontgroening van Brugge aangepakt.” p>
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
“Voor één vijfde van de Brugse gezinnen is wonen te duur” h2>
“Eén vijfde van de Brugse gezinnen besteedt meer dan 30 procent van zijn inkomen aan wonen”, zegt de Brugse woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “De vastgoedsector zoekt al jaren zoekt naar oplossingen, maar vindt er geen.” p>
“De prijs van een woning hangt af van ligging, grootte, vloeroppervlakte en staat van het huis”, verduidelijkt woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “Het is dus zinvoller om de woonkost te relateren aan het gezinsinkomen. Uit de stadsmonitor blijkt dat 20 procent van de Brugse gezinnen meer dan 30 procent van het inkomen spendeert aan wonen.” p>
Duurder dan Kortrijk h2>
“Het gemiddelde voor Vlaanderen is 18 procent, voor de dertien centrumsteden is het 23 procent. Brugge is duurder dan Kortrijk, Roeselare (16 procent), Genk (18 procent) en Aalst (19 procent). In de acht andere centrumsteden spenderen meer gezinnen een groot aandeel van hun budget aan de woonkost dan in Brugge. Huurders besteden dan weer een groter deel van het gezinsbudget aan de woonkost dan eigenaars. In Brugge is dat 44 procent, maar het Vlaams gemiddelde ligt hoger met 47 procent.” p>
“In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs van een woning in Brugge 244.343 euro. In alle buurgemeentes samen was dat 241.815 euro”, vervolgt Marc Leonard. “Er is dus nauwelijks een verschil. Appartementen zijn duurder in Brugge, je betaalt er ongeveer 20.000 euro meer voor dan in de buurgemeenten. Inzake bouwgrond is Brugge dan weer goedkoper met 223,30 euro per vierkante meter terwijl het in de buurgemeentes 264 euro is, omdat er in de regio geen schaarste is en de kavels kleiner zijn.” p>
Tekort aan sociale woningen h2>
“Volgens de laatste telling zijn er in Brugge 3.689 sociale huurwoningen (1.600 bij Vivendo en 2.089 bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting). Er staan 3.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. De wachttijd varieert volgens het type woning: voor woningen van 1, 2 en 3 slaapkamers 5 à 6 jaar, voor woningen met 4 en 5 slaapkamers 8 à 9 jaar. Er is een schrijnend tekort aan sociale huurwoningen”, weet Marc Leonard. p>
“Over de private huurmarkt heb ik geen cijfers. Ik zie geregeld huurhuizen en -appartementen die maanden niet verhuurd geraken. Het aanbod is dus minder een probleem dan de prijs. Gerenoveerde woningen en nieuwbouwappartementen zijn meer in trek. Wanneer de badkamer en de keuken er verouderd uitzien, geraken ze minder snel (of niet) verhuurd.” p>
Stad doet veel h2>
“De stad Brugge ondersteunt de sociale huisvestingsmarkt al jaren financieel. Nieuwe projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden gesteund door ruimte te voorzien en door het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant tussen de stad en Vlaanderen. Via de opknappremie wil de stad zowel eigenaars- als huurwoningen helpen renoveren. Leegstand wordt actief bestreden. Woningen van slechte kwaliteit worden aangepakt.” p>
“De stad doet dus al veel om meer goede woningen op de huur- en koopmarkt te krijgen. Het probleem is vooral de prijs van vastgoed in de private sector. Daar heeft de stad vooralsnog geen grip op. De betaalbaarheid van woningen is op veel plaatsen in Vlaanderen een probleem.” p>
Goede voorbeelden h2>
“Elke stad pakt het anders aan. In Gent is er naar Amerikaans en Scandinavisch voorbeeld een community land trust opgericht, waarbij de stad eigenaar van de grond blijft en particulieren erop mogen bouwen. In Antwerpen is er een project waarbij de grond in erfpacht gegeven om de verkoopprijs te verminderen. Zo zou de totale prijs van een woning met één derde zakken”, weet Marc Leonard. p>
“De vastgoedsector zoekt al jaren naar oplossingen, maar vindt ze niet”, besluit de woonbeleidscoördinator. “Cohousing kan een oplossing zijn, tenminste als de sociale mix verzekerd blijft. Misschien ligt de oplossing in coworking en coliving voor creatieve, pas afgestudeerde jongeren. De vastgoedsector zou hier moeten op springen, dan wordt ook de ontgroening van Brugge aangepakt.” p>
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
“Voor één vijfde van de Brugse gezinnen is wonen te duur” h2>
“Eén vijfde van de Brugse gezinnen besteedt meer dan 30 procent van zijn inkomen aan wonen”, zegt de Brugse woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “De vastgoedsector zoekt al jaren zoekt naar oplossingen, maar vindt er geen.” p>
“De prijs van een woning hangt af van ligging, grootte, vloeroppervlakte en staat van het huis”, verduidelijkt woonbeleidscoördinator Marc Leonard. “Het is dus zinvoller om de woonkost te relateren aan het gezinsinkomen. Uit de stadsmonitor blijkt dat 20 procent van de Brugse gezinnen meer dan 30 procent van het inkomen spendeert aan wonen.” p>
Duurder dan Kortrijk h2>
“Het gemiddelde voor Vlaanderen is 18 procent, voor de dertien centrumsteden is het 23 procent. Brugge is duurder dan Kortrijk, Roeselare (16 procent), Genk (18 procent) en Aalst (19 procent). In de acht andere centrumsteden spenderen meer gezinnen een groot aandeel van hun budget aan de woonkost dan in Brugge. Huurders besteden dan weer een groter deel van het gezinsbudget aan de woonkost dan eigenaars. In Brugge is dat 44 procent, maar het Vlaams gemiddelde ligt hoger met 47 procent.” p>
“In 2016 bedroeg de gemiddelde prijs van een woning in Brugge 244.343 euro. In alle buurgemeentes samen was dat 241.815 euro”, vervolgt Marc Leonard. “Er is dus nauwelijks een verschil. Appartementen zijn duurder in Brugge, je betaalt er ongeveer 20.000 euro meer voor dan in de buurgemeenten. Inzake bouwgrond is Brugge dan weer goedkoper met 223,30 euro per vierkante meter terwijl het in de buurgemeentes 264 euro is, omdat er in de regio geen schaarste is en de kavels kleiner zijn.” p>
Tekort aan sociale woningen h2>
“Volgens de laatste telling zijn er in Brugge 3.689 sociale huurwoningen (1.600 bij Vivendo en 2.089 bij de Brugse Maatschappij voor Huisvesting). Er staan 3.000 kandidaten op de wachtlijst voor een sociale huurwoning. De wachttijd varieert volgens het type woning: voor woningen van 1, 2 en 3 slaapkamers 5 à 6 jaar, voor woningen met 4 en 5 slaapkamers 8 à 9 jaar. Er is een schrijnend tekort aan sociale huurwoningen”, weet Marc Leonard. p>
“Over de private huurmarkt heb ik geen cijfers. Ik zie geregeld huurhuizen en -appartementen die maanden niet verhuurd geraken. Het aanbod is dus minder een probleem dan de prijs. Gerenoveerde woningen en nieuwbouwappartementen zijn meer in trek. Wanneer de badkamer en de keuken er verouderd uitzien, geraken ze minder snel (of niet) verhuurd.” p>
Stad doet veel h2>
“De stad Brugge ondersteunt de sociale huisvestingsmarkt al jaren financieel. Nieuwe projecten van de sociale huisvestingsmaatschappijen worden gesteund door ruimte te voorzien en door het afsluiten van een sociaal woonbeleidsconvenant tussen de stad en Vlaanderen. Via de opknappremie wil de stad zowel eigenaars- als huurwoningen helpen renoveren. Leegstand wordt actief bestreden. Woningen van slechte kwaliteit worden aangepakt.” p>
“De stad doet dus al veel om meer goede woningen op de huur- en koopmarkt te krijgen. Het probleem is vooral de prijs van vastgoed in de private sector. Daar heeft de stad vooralsnog geen grip op. De betaalbaarheid van woningen is op veel plaatsen in Vlaanderen een probleem.” p>
Goede voorbeelden h2>
“Elke stad pakt het anders aan. In Gent is er naar Amerikaans en Scandinavisch voorbeeld een community land trust opgericht, waarbij de stad eigenaar van de grond blijft en particulieren erop mogen bouwen. In Antwerpen is er een project waarbij de grond in erfpacht gegeven om de verkoopprijs te verminderen. Zo zou de totale prijs van een woning met één derde zakken”, weet Marc Leonard. p>
“De vastgoedsector zoekt al jaren naar oplossingen, maar vindt ze niet”, besluit de woonbeleidscoördinator. “Cohousing kan een oplossing zijn, tenminste als de sociale mix verzekerd blijft. Misschien ligt de oplossing in coworking en coliving voor creatieve, pas afgestudeerde jongeren. De vastgoedsector zou hier moeten op springen, dan wordt ook de ontgroening van Brugge aangepakt.” p>
“Dit is slogantaal” h2>
p>
“Er wordt vaak gezegd dat wonen in Brugge duur is, alsof dat een feit is”, zegt de Brugse immobiliënmakelaar Guy Delbecque. “Maar dat moet nog aangetoond worden met cijfers. Onze ervaring is totaal anders.” p>
“De stelling Brugge is té duur, is slogantaal”, vindt Guy Delbecque van het gelijknamige vastgoedkantoor. “Het is zeer relatief. Er zijn uiteraard duurdere plaatsen langs de reitjes, maar er zijn ook heel betaalbare locaties. Wij verkopen bijvoorbeeld met succes nieuwbouwwoningen in Sint-Andries vanaf 265.000 euro. Bestaande kleinere woningen worden nog lager geprijsd aangeboden. Alles hangt af van ligging en afwerkingsgraad. In Brugge is er een aanbod aan dezelfde prijzen als in Oostkamp en Beernem. Wie wil huren, kan in Brugge al een flat met twee slaapkamers vinden voor 600 euro per maand.” p>
“Het is fout om te zeggen dat er grote verschillen zijn tussen binnenstad en rand. Voor velen is een woning dicht bij het station of de E40 van groot belang. De markt reguleert zichzelf. Nieuwbouwprojecten houden rekening met de nood aan woningen voor eenoudergezinnen en alleenstaanden. Voor hen zijn woningen in een lagere prijsklasse ook een oplossing omwille van ligging, leeftijd en onderhoudsaspect”, besluit de immobiliënmakelaar. p>
Flitspeiling
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier