Iris (56) steunt Rwandees project Impore: “Dingen aanleren om hen weer los te laten”

Iris Poignie met baby Iris op de Tieltse materniteit: “Wie interesse heeft in een stage in Rwanda, mag altijd contact opnemen.” © foto WME
Lien Depauw
Lien Depauw Medewerker KW

Via haar oom Luk Cannoodt kwam Iris Poignie in contact met Rwanda en de vzw Impore. Intussen bracht ze al een bezoek aan de vele projecten die de vzw steunt, wat resulteerde in een eerste film. Iris is zelf vol bewondering over de grote stappen die Impore in Rwanda kan zetten. “Wat begon met steun voor jonge moeders is intussen zoveel meer.”

Impore is een grote vzw, met als doel het leven van kwetsbare kinderen en vrouwen te verbeteren in Rwanda. De vzw telt ook een bloeiende Tieltse afdeling, waarvan Iris Poignie een van de trotse trekkers is.

Hoe ben je bij Impore terechtgekomen?

“Impore is opgericht door Luk Cannoodt en Claudine Mukeshimana. Claudine was Rwanda tijdens de genocide ontvlucht met haar twee kinderen. Luk is mijn oom, hij was op dat moment als gezondheidseconoom prof in Leuven. Die twee hebben elkaar ontmoet en zijn uiteindelijk zelfs getrouwd. Zij hebben Impore opgericht om de Rwandese bevolking te ondersteunen en hebben vanaf toen nooit meer stilgezeten. Jammer genoeg is Claudine in 2020 overleden, Luk zet het project nu verder.”

Waarvoor staat de vzw?

“Heel specifiek zijn zij gericht op de noden van arme moeders en moeder- en kindzorg, maar de projecten blijven evolueren. In 2019 ben ik met een aantal andere leden van de Tieltse afdeling op bezoek geweest in Rwanda, om die projecten eens in het echt te zien. Toen ging er nog veel aandacht naar het opvangproject Chez Marraine, waar ze baby’s acuut konden herbergen en de nodige zorgen geven. Nu, vijf jaar later, heeft de regering die zorg overgenomen en dat is een goed punt.”

“Enorm veel armoede, maar mensen zijn daar altijd tevreden en dankbaar”

“Die gebouwen kwamen ter beschikking te staan voor iets anders, dus heeft Luk er een naaiatelier opgericht. Dat is speciaal gericht naar alleenstaande jonge moeders met baby’s. Het gebeurt daar immers nog vaak dat een jonge zwangere vrouw verstoten wordt. Die meisjes krijgen daar nu naailessen, met de steun van het project zijn er naaimachines aangekocht, en intussen zijn er al verschillende mama’s afgestudeerd die nu als naaister een inkomen hebben. Zij maakten trouwens ook de hesjes die de kinderen in het weekend gebruiken om te sporten. Daarnaast is de check-up van premature baby’s erbij gekomen, tot zelfs huisbezoeken in de bergen toe.”

Jullie zetten intussen ook in op landbouw.

“Dat zijn inderdaad onze nieuwe projecten. Er zijn tien associaties opgericht, bestaande uit een groep vrouwen die elk een stuk grond ter beschikking hebben om op te verbouwen. Voor elk van die associaties zal nu ook een clubhuis gebouwd worden. Zo willen ze daar de ondervoeding tegengaan. Ook de scholen worden daar trouwens opgevolgd. Zo krijgen kinderen tijdens de vakantieperiode Engelse les door stagiairs van hieruit. Luk heeft zelfs een videogesprek geregeld tussen twee klassen, één klas vanuit Vlaanderen en één klas vanuit Rwanda.”

Impore kreeg onlangs een subsidie vanuit Tielt. Waar is die aan besteed?

“We hebben met dat geld onze naaisters werk kunnen geven. Tijdens ons bezoek hadden we immers gezien dat veel van de kinderen die naar school wandelen, hun schriftje of boek gewoon in de hand houden. Maar bij regenweer wordt dat dus kletsnat. Onze naaisters hebben 150 boekentasjes genaaid. Het lijkt misschien banaal, maar voor die kinderen betekent dat veel. We hebben aan de 150 armste kindjes uit de school een boekentas met schrift en balpen kunnen doneren. Een ander deel van het geld is naar extra vitamines en voeding gegaan voor de premature kindjes.”

Wat is je vooral bijgebleven tijdens je bezoek aan Rwanda?

“De armoede toch wel, maar ook dat de mensen daar altijd tevreden en dankbaar zijn. Ook frappant: Rwanda is een mooi en proper land. Eén dag per maand wordt iedereen er verplicht om aan gemeenschapswerk te doen. Denk maar aan grachten proper maken of bomen snoeien. We hebben onze reis trouwens ook in een film gegoten, zodat de mensen hier konden zien hoe de realiteit in Rwanda is. Nu is er zelfs een addendum van de film gemaakt, omdat er op vijf jaar tijd zoveel veranderd is. Het maakt de dingen concreet en voor ons is het ook een mooi souvenir. Mijn dochter Astrid was immers ook mee op die reis.”

Zijn er nog plannen om terug te keren?

“Nog niet, al zouden we in 2025 misschien wel willen teruggaan. Intussen blijven we met het kernteam van de Tieltse afdeling dingen organiseren. Ons kernteam bestaat trouwens voorts uit Kobe Nachtergaele en zijn vrouw Miet Vromman, Hein Samyn, Karlien Danneels, mijn dochter Astrid en Bart Vandevijvere. We verkopen het jaar door koffie uit Rwanda. Zo willen we blijven ondersteunen, steeds met het streefdoel om de zelfredzaamheid van de mensen daar te verhogen. We leren hen dingen aan en laten hen dan weer los. Wie trouwens interesse heeft in een stage ter plaatse, mag altijd contact opnemen met ons.”

Meer info: impore.be.

Iris Poignie


Privé: Iris Poignie is 56 jaar oud. Ze woont met haar echtgenoot Rik Deklerck in Pittem. Samen hebben ze drie kinderen.

Studies en loopbaan: Na haar studies verpleegkunde volgde Iris nog een specialisatiejaar vroedkunde. Ze werkt sinds 1990 op de materniteit van het Tieltse Sint-Andriesziekenhuis.

Vrije tijd: Iris doet graag wat klusjes, zoals schilderen, en werkt vaak op de computer. Ze draagt ook de zorg voor haar moeder en houdt er daarnaast van om heel regelmatig cultuur op te snuiven, vooral theater.