“Ik wil kleiner wonen, maar ik mag niet”: Jensy droomt van ‘tiny house’, maar stuit op regelgeving
Of het nu tijdens een nachtje aan de toog is, of na een lange werkdag, we opperen allemaal wel eens om de boel de boel te laten. In een camper de wereld rond trekken, wandelen naar Compostela of in het geval van Jensy Vandebuerie (36) uit Kuurne: in een tiny house wonen. Alleen werkt de Belgische wetgeving niet bepaald mee. Het jaar rond in een tiny house, of klein huisje wonen, is in ons land wettelijk niet toegestaan. Kortrijks schepen van Wonen, Wout Maddens belooft dat in de nabije toekomst te veranderen.
Een tiny house is een volledig uitgeruste woning met een oppervlakte van maximum 28 vierkante meter. De huisjes zijn doorgaans erg duurzaam en bedoeld om permanent in te wonen. Vaak worden ze op een trailer gebouwd zodat ze makkelijk en snel verplaatsbaar zijn. Het zelf opwekken van energie is in veel gevallen noodzakelijk omdat tiny houses vaak niet zijn aangesloten op gas, water en elektriciteit. Het idee is afkomstig uit de Verenigde Staten, waar sinds de economische crisis van 2008 een grote vraag is naar goedkoop en flexibel wonen. Door de toenemende populariteit van de tiny houses ontstond er een heuse beweging, die ook overwaaide naar ons land. De weinige producenten van tiny houses in Vlaanderen verdrinken haast in het werk. Bij Tiny Houses Belgium vragen ze tot 40 euro, alleen om hun atelier te bezoeken. De (gratis) opendeurdagen zijn vaak maanden op voorhand volgeboekt.
Financiële vrijheid
Maar wat maakt zo een klein huisje op wielen nu zo aantrekkelijk? We vroegen het aan Jensy Vandebuerie (36). Hij verkocht enkele maanden geleden zijn huis en hoopt volgend jaar zijn eigen tiny house te betrekken. “Het was vooral de financiële vrijheid die mij in eerste instantie aansprak”, vertelt hij. “Ik heb bijna tien jaar aan mijn huis verbouwd. Ik werkte dag en nacht, zeven dagen op zeven om alles gefinancierd te krijgen. En als ik eens niet aan het werk was, dan was ik wel aan het dweilen of met de grasmachine aan het zeulen. Ik keek aan tegen een levenslange, loodzware lening en had geen tijd voor mijn passies. Vroeger sportte ik dolgraag, ik ben graag bezig met filosofie en zingeving en heb altijd gitaar of piano willen leren spelen. Maar dat kan niet, er is geen tijd voor. En waarvoor doe ik dat allemaal? Een hoop stenen. Dat voelde niet goed. Op een bepaald moment ben ik dat in vraag beginnen stellen. Ik vond heel snel een uitkomst bij een tiny house. Ook het idee dat je dan je huis kan verplaatsen als je dat wil, staat mij aan. Ik ben een natuurmens en wil liefst zo rustig en groen mogelijk wonen.”
Met Kortrijk willen we de eerste Vlaamse stad zijn die wonen in ‘tiny houses’ mogelijk maakt – Wout Maddens, schepen van Wonen
Ook het ecologische aspect speelt bij veel eigenaars van zo’n tiny house een rol. Hun ecologische voetafdruk is een stuk kleiner dan die van ‘gewone’ huiseigenaars. “Het dwingt je om stil te staan bij zaken die we al heel lang als vanzelfsprekend beschouwen”, aldus Jensy. “Als het eens regent dan ben je blij, want je watertank moet vol geraken. Idem als de zon schijnt, want voor elektriciteit hang je af van zonnepanelen. Een tiny house dwingt je ook om je consumptiegedrag onder de loep te nemen. Ik zal waarschijnlijk zo’n 70 procent van mijn spullen moeten weggooien of -geven. Er is simpelweg geen plaats voor in mijn toekomstige huis. Wie zegt dat je tien vorken, acht soorten messen en vijftien glazen nodig hebt? Ik wil leren gelukkig zijn met minder.”
Niet erkend
Het enige probleem? Jensy mag van de Belgische wetgeving helemaal niet permanent verhuizen naar een tiny house. In ons land is die vorm van wonen niet erkend. De huisjes mogen als buitenverblijf gebruikt worden, maar er permanent wonen en er je domicilie plaatsen, is niet toegestaan. Daar komt nog eens bij dat standplaatsen niet voor het rapen liggen. In Nederland voorziet de overheid percelen die tijdelijk vrij zijn. Een stuk bouwgrond bijvoorbeeld waar de gemeente nog niet meteen plannen voor heeft. Er bestaan zelfs selectieprocedures om te bepalen wie een plekje krijgt. Ook bij onze Noorderburen zijn de huisjes namelijk heel populair. In ons land bestaan dergelijke initiatieven niet. Jensy moet dus ofwel een stuk privégrond vinden waar hij zijn huisje kan neerpoten of een gemeentebestuur zo ver krijgen dat ze hem toestaan ergens een ongebruikt perceel in te nemen.
“Ik ging al bij verschillende lokale besturen langs, maar ving daar telkens bot”, vertelt hij. “Het fenomeen is nog te weinig bekend vrees ik.” Ook in Kortrijk kan Jensy (voorlopig) niet terecht. “Maar er is een plan in de maak”, belooft schepen van Wonen, Wout Maddens. “We gingen een paar maanden geleden enkele tinyhouseprojecten in Almere en Alkmaar bezoeken en hadden er een boeiende ontmoeting met ‘Marjolein in het klein’. Als tinyhousepionier is Marjolein een ambassadeur voor de tinyhousebeweging in Nederland. Het is haar missie om de filosofie achter de beweging bekend te maken. Ze wil het wonen in de duurzame kleine huisjes op meer plaatsen mogelijk te maken. Als creatieve stad zet Kortrijk ook in op innovatieve woonvormen om zo betaalbaar wonen te garanderen. Tiny houses in al hun vormen en maten horen daar ook bij. We willen daarom in de komende jaren als eerste Vlaamse stad vergunde tiny houses mogelijk maken”, besluit hij.
De schepen kan in elk geval al op één deelnemer aan zijn nieuwe project rekenen. “Als het idee op poten staat, dien ik zeker een aanvraag in”, aldus een enthousiaste Jensy. “Maar ik zal er niet op wachten. In april moet ik vertrekken uit mijn huis en dan wil ik graag meteen verhuizen naar een tiny house. Al ben ik wel niet dakloos als dat plan niet slaagt. Mijn ouders verwelkomen mij graag bij hen thuis voor een paar maanden. Ze begrijpen wel geen barst van mijn beslissing (lacht). Voor hen is een huis nog altijd een verzekering voor later. Maar ik heb nog geen seconde spijt gehad. Er zijn alleen maar voordelen.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier