Hans Bonte, de West-Vlaamse burgemeester van Vilvoorde: “Terroristen wachten niet tot het virus verdwenen is”

Hans Bonte: “Ik ben een koppigaard. Als ik niet overtuigd ben van iets, dan kan ik me daar niet bij neerleggen. Ik krijg hier dikwijls te horen dat dat mijn West-Vlaams trekje is.” (foto Christophe De Muynck)
Hans Bonte: “Ik ben een koppigaard. Als ik niet overtuigd ben van iets, dan kan ik me daar niet bij neerleggen. Ik krijg hier dikwijls te horen dat dat mijn West-Vlaams trekje is.” (foto Christophe De Muynck)
Cobbaert & Gheysen

Hans Bonte (SP.A) trekt aan de alarmbel. “We zijn amper vijf jaar na de aanslagen en de regeringen knippen al in de subsidies voor anti-radicaliseringsbeleid.” De West-Vlaamse burgemeester van Vilvoorde is beducht voor nieuwe aanslagen, vooral vanuit extreemrechtse hoek. We hebben een stevig gesprek met de gedreven socialist over zijn expertise, zijn roots, de handshake van Joe Biden en de strijd tegen corona. Bonte is net zelf uit een diep dal gekropen.

“Ik heb twee weken afgezien. Heel hard afgezien. Ik ben nog nooit zó ziek geweest.” Hij zweet nog, als hij eraan terugdenkt. “Covid heeft mij te pakken gekregen. En stevig. Dat was twee weken dag en nacht koorts en pijn. Zonder ophouden. Ik sliep veertien uur per dag. Ik had alle symptomen. ( blaast ) Intussen ben ik weer de oude. Of toch bijna: ik slaap nog negen uur per nacht. Dat was vroeger ondenkbaar.”

Maar dat was niet alles. In dezelfde periode overleed zijn schoonmoeder, die ook van Ingelmunster is. Bonte en zijn vrouw Damienne konden niet naar de begrafenis. Dat heeft pijn gedaan, zegt hij. “Mijn vrouw is wellicht besmet geraakt in het ziekenhuis toen haar moeder op sterven lag. Zij en haar twee zussen hebben elk om beurt gewaakt. Ze is trouwens overleden toen mijn vrouw daar was. Dat was in de nacht van 20 december. Vlak voor kerst. Daarna zijn we beiden ziek geworden. Dat waren ellendige en donkere weken. ( lang stil ) Haar ene zus is trouwens getrouwd met mijn broer Joost. Zij wonen in Kortrijk. Haar andere zus woont nog in Ingelmunster, net zoals haar vader.”

Hebt u uw werk kunnen loslaten?

“Dat was moeilijk. Burgemeester zijn, is geen werk. Dat is een verantwoordelijkheid. Jij bent het aanspreekpunt voor kleine en grote vragen. Zeker in tijden van crisis wordt er naar jou gekeken. Ik kan gelukkig een beroep doen op sterke medewerkers. Maar finaal ben jij verantwoordelijk. Dus ja, je bent daar elke dag mee bezig.”

Wanneer was u laatst in West-Vlaanderen?

“De dag voor het overlijden van mijn schoonmoeder. Ik heb mijn vrouw naar het ziekenhuis gebracht. Ik mocht niet mee naar binnen. Ik heb in een b&b geslapen in de buurt van het ziekenhuis in Izegem. Overdag ben ik naar Ingelmunster gereden, om daar een lange wandeling te maken langs de plekken van mijn jeugd. Van mijn ouderlijk huis in de sociale wijk waar wij opgroeiden, langs de basisschool en het sportstadion tot aan de markt. Op het bankje waar ik als puber afsprak met mijn lief, heb ik nu een boek gelezen. ( lacht ) En wie kom ik daar tegen? Kurt Windels, de burgemeester. Ik heb een goed contact met hem.”

Wat heeft dat met u gedaan?

“Dat is even terugkeren in de tijd. Een flashback . Dat was curieus. Weet u wat mij opviel? Hoe rustig en stil het daar kan zijn. Een burgemeester van Ingelmunster heeft het net iets makkelijker dan een burgemeester van Vilvoorde, denk ik. ( knipoogt ) Ik heb helaas een fundamenteel gebrek aan tijd om af en toe terug te keren. Tot mijn spijt, hoor. Dat mijn ouders overleden zijn, helpt ook niet. ( mijmerend ) Het is wel merkwaardig dat veel van mijn beste vrienden mijn jeugdvrienden zijn.”

U zat al op uw vijftiende in het bestuur van het jeugdhuis, De Kontrabas. Wat zegt dat over u?

“Dat ik mij graag engageer voor de goede zaak. Het absurde was dat je toen zestien jaar moest zijn om een jeugdhuis binnen te mogen. Maar dat hield mij niet tegen, hoor. ( lacht ) Het is met die gasten dat ik nog altijd goed overeenkom. Eén van onze eerste acties was Red de Route . Dat was een pleidooi voor een duurzame invulling van de oude treinbedding naar Anzegem. Een andere actie was voor de aanleg van de kikkerpaaiplaats.”

Erik Van Keirsbilck (CVP) was toen burgemeester, zeker?

“Ja. Dat was in de jaren zeventig. We hebben dikwijls tegen zijn kar gereden, hoor. ( lacht ) Hij was ook parlementslid en zelfs even Kamervoorzitter.”

U was een rebel. Of beter: u bent een rebel.

“Ik durf non-conformistisch zijn. En ik ben een koppigaard. Als ik niet overtuigd ben van iets, dan kan ik me daar niet bij neerleggen. Ik krijg hier dikwijls te horen dat dat mijn West-Vlaams trekje is.”

Hans Bonte: “Onder Conner zijn we bevrijd geraakt van het zure imago. Hij is niet belast door het verleden.”© Christophe De Muynck
Hans Bonte: “Onder Conner zijn we bevrijd geraakt van het zure imago. Hij is niet belast door het verleden.”© Christophe De Muynck

Waarom hebt u onze provincie verlaten?

“Dat is het toeval van het leven. Als je in Gent op kot zit, dan leer je een andere wereld kennen. Je ontgroeit voor een deel het dorpsleven. Al was ik in het weekend nog heel actief in de jeugdwerking. Ik was eigenlijk met vanalles bezig, behalve met mijn studies. Ik zat zelfs in het ABVV. Ik kwam vrijdagnacht scheelzat thuis en stond zaterdagochtend in het textielhuis van Kortrijk tussen de délégés . ( lacht ) Tot de dag dat ik voor mezelf uitmaakte dat het serieuzer moest. Ik ben dan naar Brussel verhuisd, naar de VUB, om sociologie te studeren. Alleen, zonder vrienden. Daar ben ik verknocht geraakt aan deze streek. ( enthousiast ) Na mijn studies ben ik als buurtwerker aan de slag gegaan in Molenbeek. Dat was een ongelooflijke levenservaring. Het is daar dat ik écht socialist ben geworden.”

Bent u toen niet dankzij Frank Vandenbroucke in de politiek beland?

“Ik was naast buurtwerker ook actief in progressieve denkgroepjes. Ik ben zo in de politieke milieus beland. Frank was net partijvoorzitter geworden. Hij vroeg mij om de studiedienst te versterken.”

Wat vindt u van zijn comeback?

“Frank is één van mijn politieke vaders. Ik heb altijd betreurd dat de partij hem aan de kant geschoven heeft. Frank is een absolute topper die intelligentie koppelt aan ervaring. Zijn terugkeer is een goede zaak voor het land.”

En voor de partij?

“Ook. Onze voorzitter heeft dat goed ingeschat. De combinatie van Conner en Frank opent eindelijk weer perspectief op groei voor de partij. U weet dat ik voordien kritisch was. We waren een zure partij geworden met een zure voorzitter.”

U bedoelt John Crombez?

“Ja, maar dat is niet alleen een verwijt naar hem toe. De partij was vooral bezig met zichzelf, met de cumul, met geruzie tussen afdelingen. We waren vergeten wat de problemen van de mensen zijn. Onder Conner zijn we bevrijd geraakt van dat zure imago. Weet u wat zijn grote voordeel is? Hij is niet belast door het verleden. Hij heeft een frisse kijk op hedendaagse problemen. Hij is bovendien sterk in communicatie en sociale media. Ik niet trouwens. Ik ben wellicht de enige politicus die nog nooit een tweet verstuurde. Dat is zelfbescherming. Ik ben te impulsief.” ( grijnst )

Hebt u Conner Rousseau ingefluisterd dat de partij strenger moet zijn op vlak van veiligheid en migratie?

“Neen. Maar ik zeg wel mijn gedacht. Conner zit gelukkig op dezelfde lijn. Hij spreekt vrijuit over die thema’s. Dat is wat ik bedoel met de last van het verleden. Vroeger hadden we schrik van onze schaduw: we durfden dit niet zeggen, we durfden dat niet zeggen. Kijk: veiligheid is een basisrecht, net zoals onderwijs dat is. In mijn ogen is er geen socialistischer thema dan dat. Veiligheid is een basisvoorwaarde voor mensen om zich goed te voelen. Je kan dat niet onderschatten.”

Wat is uw indruk van Annelies Verlinden (CD&V), de nieuwe minister van Binnenlandse Zaken?

“Zij moet de coronamaatregelen handhaven: dat is een ongelooflijke uitdaging. Ik heb de indruk dat ze dat goed doet. Ik heb echter nog niets gezien van vernieuwd veiligheidsbeleid. Dat baart me zorgen. De uitdaging is ook op dat vlak groot. De terroristen wachten niet tot het virus verdwenen is! Alle aandacht gaat nu naar de pandemie, waardoor andere fundamentele problemen niet aangepakt worden.”

Hans Bonte: “De opmars van extreemrechts radicalisme is misschien wel mijn grootste kopzorg.”© Christophe De Muynck
Hans Bonte: “De opmars van extreemrechts radicalisme is misschien wel mijn grootste kopzorg.”© Christophe De Muynck

Bedoelt u de fusie van de Brusselse politiezones?

( knikt ) “Dat zou een prioriteit moeten zijn, maar ik zie geen enkele ambitie. Een andere prioriteit moet de rekrutering van politiemensen zijn. We hebben te weinig politiemensen, zeker in de Vlaamse rand rond Brussel. Maar ook daar zie ik geen beleid. We hinken écht achterop. ( op dreef ) Als er West-Vlamingen zijn die in een boeiende politiezone willen werken, wees welkom! We hebben voortdurend allerlei openstaande vacatures. U moet wel aanvaarden dat u voor hetzelfde werk 400 euro minder verdient dan uw collega in Brussel. Netto, hé. ( kwaad ) Dat is toch niet normaal? En toch wordt dat niet aangepakt.”

De radicale islam wordt niet genoemd in de beleidsverklaring. Wat denkt u daarvan?

“Ah, is dat zo? Ik weet niet welke woorden dan wel gebruikt worden, maar goed. Ik hoop vooral dat de minister zich bewust is van de dreiging van radicalisme. Islamradicalisme, maar óók andere vormen van radicalisme. De opmars van extreemrechts radicalisme is misschien wel mijn grootste kopzorg vandaag. Dat heeft een opstoot gekregen door het islamradicalisme.”

‘Les extrêmes se touchent.’

“Dat is zeker zo. Die versterken elkaar. Ik zag op 11 juli (de Vlaamse feestdag, red.) fascistische tekens op het stadhuis geschilderd. Ik heb onmiddellijk klacht ingediend. ( op dreef ) We hebben in Vilvoorde een goed beeld van wat er leeft in onze gemeenschap. We hebben daar een sterk beleid rond ontwikkeld. Het is daarom dat men in het buitenland soms spreekt over het Vilvoordse model. Het is daarom dat ik op het Witte Huis uitgenodigd ben om te spreken over radicalisme. Wel, ik kan u zeggen dat we voelen dat extreemrechts radicalisme een serieuze dreiging vormt. Je hebt maar enkele zotten nodig om een samenleving aan te vallen. We hebben dat vijf jaar geleden gezien ( doelt op de aanslagen van 22 maart 2016 op Brussel en Zaventem, red. ).”

Zijn we vandaag beter gewapend tegen een aanslag dan toen?

“Je moet je allereerst afvragen of een samenleving echt gewapend kan zijn tegen zotten die zichzelf willen opblazen. ( even stil ) Ik denk dat niet. U had een bom in uw tas kunnen hebben. Ik zou het nooit geweten hebben. Je moet je dus bewust zijn van je kwetsbaarheid als samenleving. We zijn wél alerter dan toen. Ik bedoel dan vooral de politie, de inlichtingendiensten en de lokale besturen. Dat is goed. De regering is een andere zaak. We zijn amper vijf jaar na de aanslagen en ik zie zowel de Vlaamse als de federale regering al knippen in de subsidies voor anti-radicaliseringsbeleid.”

Wat wordt er geschrapt?

“De middelen om het beleid te voeren. De Vlaamse overheid subsidieerde na de aanslagen de zogenaamde radicaliseringsambtenaren. Die middelen worden teruggeschroefd. Ook federaal werden er extra subsidies voorzien voor lokale besturen. Daarmee werden bijvoorbeeld maatschappelijke werkers betaald om huis-aan-huis-bezoeken te doen. Dat is zo belangrijk om te weten wat er leeft. Ook die middelen worden deels teruggeschroefd. Dat komt bovenop het tekort aan politiemensen.”

Uw partij zit in de federale regering.

“Ik weet het. Maar die regering wordt volledig opgeslorpt door de pandemie. Maar terroristen wachten niet, hé. Ik heb het probleem al aangekaart en ik doe het nu opnieuw. De lokale besturen moeten blijvend ondersteund worden in het opsporen van de toenemende radicale tendensen in onze samenleving.”

Uw expertise bracht u in het Witte Huis. Hebt u daar Joe Biden ontmoet?

“Jawel. Ik heb hem uitgebreid de hand mogen schudden. Wacht, ik zal u een foto tonen. ( zoekt op zijn smartphone ) Ik was daar op uitnodiging van president Barack Obama. Joe Biden was toen vicepresident. Ik herinner me hem als een bijzonder warme man. We zaten meer dan een uur samen. Hij was zeer geïnteresseerd in de manier waarop Vilvoorde de radicalisering aanpakt. Men kijkt daar naar onze stad als een soort laboratorium.”


Hans Bonte

– Geboren op 20 januari 1962 in Kortrijk.

– Groeide op in Ingelmunster. Bestuurslid van jeugdhuis De Kontrabas.

– Licentiaat in de Sociologie (VUB). Licentiaat in de Bestuurswetenschappen (VUB).

– Woont met zijn vrouw Damienne D’Heygers in Vilvoorde. Vader van Fien (28) en Lowie (26).

– Federaal parlementslid van 1995 tot 2019.

– Burgemeester van Vilvoorde van 2013 tot vandaag.