Gino Kesteloot: “Drummen is mijn passie, ik zal het nooit kunnen laten”
Gino Kesteloot, Kortrijkzaan in hart en nieren, is de drijvende kracht achter Kortrijk Drumt. Zondag 1 juli strijkt het grootse drumevent neer aan de Leieboorden. Muziek en drummen zijn voor hem een passie. Ik ben met drumstokjes geboren, zegt Gino daarover met een glimlach. In zijn eigen drumschool geeft hij de liefde voor het ritme door. “Ik heb in mijn leven nooit iets gekregen, altijd alles zelf moeten doen.” Gino Kesteloot, het hart op de tong.
Gino Kesteloot (54) staat bekend als hét drumwonder van Kortrijk. Hij begon al op vierjarige leeftijd met het betokkelen van allerlei potten, pannen en dekseltjes om zijn ritmische talent bot te vieren. “Ik leerde muziek kennen dankzij mijn vader Roger. Hij was accordeonist en gaf me het duwtje in de rug. Van hem kreeg ik de liefde, de passie mee.”
In 1969 maakte Gino als zesjarige zijn televisiedebuut als ‘de jongste drummer van België’, in het toenmalige populaire programma Echo. Begin jaren 90 werd hij drummer bij de bluesband Tex en later richtte hij samen met Marc Vermeersch The M. G. Band op.
Uiteindelijk slechts het begin van zijn succesvolle carrière. Bijna 25 jaar geleden, in 1994, stichtte hij zijn eigen drumschool, die telt vandaag ruim 120 leden en twee studio’s heeft. Wat begon met één drumstelletje, groeide uit tot een Kortrijks icoon.
Stond je carrière in de sterren geschreven?
“Je zou het bijna gaan geloven, ja (lacht). Ik werd als baby te vroeg geboren, al na zeven maanden zwangerschap. De zusters in het moederhuis geloofden niet dat ik het zou halen. Maar ik bewoog tot ieders verbazing als een gek en lag als het ware al meteen ingebeeld te drummen. Mijn couveuse dampte bij momenten zelfs aan. Toen ik 4 was speelde ik al drummer op potten en pannen en op mijn zesde werd ik gefilmd door Kortrijkzaan Roland Lammens voor Echo. Ik was als kind een ster, een BV, nog voor die term was uitgevonden. (lacht)“
Hou je daar dan geen goede herinneringen aan over?
“Jawel, maar ook minder goede. Ik weet nog dat ik in het eerste leerjaar helemaal achteraan zat in de klas. Rustig op mijn eentje om vooral niet te veel op te vallen. Na de televisie-uitzending kreeg ik plots van leraar Parreyn een mooie plaats vooraan in de klas. Ik moest ook overal vertellen over mijn drummen en mijn tv-optreden. In het zesde leerjaar mocht ik mijn drumstel meebrengen van meester Marc Deltour. Ik mocht ook spelen en zette meteen het volledige Atheneum op stelten. Best leuk en als kleine jongen denk je dan al snel dat je alles krijgt. Niets is minder waar natuurlijk. Met ouder worden weet je al snel dat het anders is. Ik heb in mijn leven nooit iets gekregen. Ik heb alles zelf moeten doen, alles zelf opgebouwd. Eigenlijk is het mooi dat je zo sterk kan zijn.”
Hoe zou je jezelf omschrijven?
“Goh, moeilijk… Een man met een grote mond en een zeer klein hartje. Gedreven, empatisch, loyaal, genereus, maar vooral een zenuwpees, misschien een controlefreak en altijd eerlijk.Ik ben rechttoe rechtaan, zonder omwegen. Bij mij weet je meteen waar het op staat. Ik zal nooit achter de rug praten. Misschien kunnen mensen zo te gemakkelijk mijn vertrouwen winnen. Ik weet het niet… Je mag niet op mijn tenen trappen, ik heb daar zelf pijn van.”
“Ik wil anderen die kick van het drummen ook laten voelen”
Heb je nog adjectieven?
“Perfectionistisch misschien. Alles waar ik mee bezig ben, of het nu op de school, voor een optreden of gewoon thuis is, moet perfect zijn. Ik heb de zaken op een welbepaalde manier in mijn gedachten en dat moet ook zo uitkomen. Soms ben ik ook wel bang. Voor de eerste editie van Kortrijk Drumt was de weersverwachting echt slecht. Ik heb zitten wenen – ik kon zelfs niet meer stoppen – met het idee dat het echt niet zou lukken. Niet enkel voor mij, maar vooral ook voor de 137 deelnemers. Als bij wonder klaarde op bij de eerste drumslag. Er viel toen een pak van mijn hart. De combinatie van de doorbrekende zon en die eerste ‘tok’ bezorgde mij en waarschijnlijk vele anderen letterlijk kippenvel. Die eerste 10 à 15 seconden gingen door merg en been. Ik voel dat nog altijd als ik er aan terugdenk.”
Ben je ‘gevoelig’ niet vergeten?
(lacht) “Inderdaad. Ik ben dat zeker, ik ben een gewone mens. Ik heb het hart op de tong maar ook op de juiste plaats en heb anderen altijd al willen helpen. Soms raakt me dat zo erg dat andere mensen het minder goed hebben en ik niet voldoende kan doen. En soms loop je ook wel eens met je ‘kop’ tegen de muur.”
Waar haalde je het idee voor Kortrijk Drumt?
“Ik ben er wakker mee geworden. Steve en ik deden een wandeling en kwamen langs het Begijnhofpark. Plots herinnerde ik mij dat we daar in 1969 een optreden gaven met enkele groepjes samen. Toen dacht ik moesten we dat nu eens doen met bijvoorbeeld 100 drummers in het Begijnhofpark of op de Grote Markt of het Schouwburgplein. Ons voorstel werd bij de stad een beetje lacherig onthaald. Ze vonden 100 drummers niet haalbaar. En toch is het ons gelukt, zelfs met 137 drummers.”
“Gelukkig had en heb ik mijn beste vriend Steve Carette en vriend Tony Decruyenaere om te helpen. Het zijn mijn twee rechterhanden, zonder hen zou het niet kunnen. Het zijn twee mensen die ik onvoorwaardelijk vertrouw. Het zijn ook de enige twee die mij kunnen kalmeren en even doen stilstaan want soms durf ik te snel gaan. Als ik aan iets denk moet het bij manier van spreken al afgewerkt zijn.”
Ooit kreeg je een aanbod om naar Amerika te trekken.
“Klopt. Maar ik heb dat toen niet aanvaard. Ik heb mijn muzikanten nooit willen achterlaten door zelf alleen verder te gaan. Ik zou hun vertrouwen in mij beschamen. Ik heb daar maar een klein beetje spijt van. Maar ik ben vooral blij dat ik toen verder gedaan heb met wat ik deed, samen met mijn muzikanten.”
Doorheen je carrière heb je vanzelfsprekend veel anekdotes verzameld. Je mag er één uitkiezen.
“Er zijn er heel wat natuurlijk. We hebben met tientallen nationale en internationale vedetten gespeeld op bijna elk podium in Vlaanderen. En ver daarbuiten. Bert Libeert, de drummer van Goose, heeft bij ons de kneepjes van het vak geleerd. Als ik hem zie optreden krijg ik kippenvel. Wouter Debonnet van Dyscordia leerde het drummen ook bij mij. Als ik die mannen zie of hoor spelen, herken ik in hun stijl zaken die ze bij mij leerden.”
“Maar ik mocht maar één anekdote vertellen zeker? (lacht) Wat ik me heel specifiek herinner, is Rimpelrock. We deden de soundcheck voor een lege weide. Toen wijlen Felice aankondigde dat ‘de deuren’ open mochten, kwamen er van heel ver massa’s volk aan, traag over de weide. Maar dan snelleren sneller als een zee of tsunami en plots staan daar in een mum van tijd 35.000 mensen voor dat podium. Niet te doen.”
Hoe komt het dat het drummen jou zo aantrekt?
“Ik ben een nogal hectisch iemand en soms erg nerveus. Ik ontdekte dat ik rustig word als ik drum. Ik denk dan nog enkel aan het spelen en helemaal niet aan al de rest. Ik vergeet alles om me heen. Dat gaf me een kick – dat gevoel alleen al – en dat wilde ik doorgeven aan anderen. Ik wilde anderen die kick ook laten voelen. Drummen is mijn grootste passie, ik zou het nooit kunnen laten.”
Mocht het te herdoen zijn, zou jouw leven er hetzelfde uitzien?
“Zeer zeker, ik zou geen minuut twijfelen. Ik had vroeger niets en kom uit een gewone familie, met alle respect. Ik heb veel bereikt door hard werken. Ik vergeet dat niet.”
“Bij mij weet men waar het op staat. Ik zal nooit achter de rug praten”
“Ik ben erg blij dat de mensen mij willen steunen in het Kortrijk Drumt-verhaal maar het is ook voor al de drummers, niet enkel voor Gino Kesteloot. Het evenement is er ook voor het publiek. Zij maken er deel van uit. Ik heb uiteindelijk één grote levenles: als je iets wilt, ga er zelf voor.”
Kan je een tipje van de sluier oplichten van Kortrijk Drumt?
“We beginnen met ‘We will rock you’ van Queen. Daarna volgt een medley van zes nummers die ongeveer 12 minuten duurt. Een van de spelers is Frank Derycke, directeur van Athena Drie Hofsteden. We spelen voor Het Ventiel, de vereniging die mensen met jongdementie en hun omgeving ondersteunt. En we projecteren een video, maar dit moet een verrassing blijven.”
Dit is een Leiegesprek, het laatste in de reeks. Wat is jouw band met de Leie?
“Ik ben een echte Kortrijkzaan en fier dat ik van Kortrijk ben. Alles is voor mij hier begonnen en zal hier waarschijnlijk ook eindigen. De Leieboorden zijn fantastischgeworden: flaneren, wandelen, terrasje doen, mijmeren langs het water over het water. De rivier is ook boeiend op zich, langs de oevers en de velden: de natuur, de rust, de beekjes, de vogels, noem maar op.”
Gino Kesteloot is getrouwd met Mieke Cuypers (53) en heeft een zoon Bryan (24). Hij is 54 jaar en woont in Heule. Hij volgde de humaniora aan het Atheneum Kortrijk en hout- en schilderbewerking aan het VTI Kortrijk. Gino is verbonden aan Accountancy Vandelanotte in Kortrijk. Daarnaast geeft hij in zijn vrije tijd drumles in zijn eigen drumschool. Zwemmen, wandelen, muziek en vooral veel drummen.
Reizen h2>
“Goh, dat is echt niet aan mij besteed. Ik ben echt geen reiziger. Soms eens een dagje naar zee of de Ardennen, meer hoeft dat niet te zijn. Ik moest ooit in Tenerife spelen, maar had een beetje vliegangst. Voor mij is reizen – plaatselijk dan – op een rustige plek wandelen en mijn batterijen opladen. Ik denk aan vroegere trips naar het chalet van mijn ouders als ik jong was. Dat was wel altijd geweldig genieten.” p>
Leuke plekjes h2>
“Zonder aarzelen café Sint Antonius op Heule-Watermolen. Dat is een van de weinige plekken waar je nog een maandagpint krijgt. Ik ga er niet per se voor die pint maar het is een echt volkscafé waar iedereen elkaar kent. Een ander leuke plek is bistro-brasserie ‘t Eiland op het Buda-eiland. Een mooi kader, een gezellige sfeer en een mooi terras. Meer moet dat niet zijn. Als ik samen met mijn boezemvriend Steve Carette een stadswandeling maak durven we ook wel eens in de Casa Verdi in de Loofstraat landen. Het is een erg gezellig café met meer dan 150 bieren op de kaart.” p>
Reizen h2>
“Goh, dat is echt niet aan mij besteed. Ik ben echt geen reiziger. Soms eens een dagje naar zee of de Ardennen, meer hoeft dat niet te zijn. Ik moest ooit in Tenerife spelen, maar had een beetje vliegangst. Voor mij is reizen – plaatselijk dan – op een rustige plek wandelen en mijn batterijen opladen. Ik denk aan vroegere trips naar het chalet van mijn ouders als ik jong was. Dat was wel altijd geweldig genieten.” p>
Shoppen h2>
“Echt mijn dada (lacht). Ik ga zowel naar boetieks als warenhuizen als grote kledingketens. Ik ben een freak van zowat alles wat kledij en accessoires betreft: t-shirts, uurwerken, kostuums, schoenen, noem maar op. Ik doe niets liever dan ergens binnenlopen en rondkijken wat ze te bieden hebben. Twee favoriete plaatsen of winkels komen misschien wel bovendrijven: de boetieks in het Ring Shopping Kuurne en Brooklyn in het centrum van Kortrijk.” p>
Leuke plekjes h2>
“Zonder aarzelen café Sint Antonius op Heule-Watermolen. Dat is een van de weinige plekken waar je nog een maandagpint krijgt. Ik ga er niet per se voor die pint maar het is een echt volkscafé waar iedereen elkaar kent. Een ander leuke plek is bistro-brasserie ‘t Eiland op het Buda-eiland. Een mooi kader, een gezellige sfeer en een mooi terras. Meer moet dat niet zijn. Als ik samen met mijn boezemvriend Steve Carette een stadswandeling maak durven we ook wel eens in de Casa Verdi in de Loofstraat landen. Het is een erg gezellig café met meer dan 150 bieren op de kaart.” p>
Reizen h2>
“Goh, dat is echt niet aan mij besteed. Ik ben echt geen reiziger. Soms eens een dagje naar zee of de Ardennen, meer hoeft dat niet te zijn. Ik moest ooit in Tenerife spelen, maar had een beetje vliegangst. Voor mij is reizen – plaatselijk dan – op een rustige plek wandelen en mijn batterijen opladen. Ik denk aan vroegere trips naar het chalet van mijn ouders als ik jong was. Dat was wel altijd geweldig genieten.” p>
Lekker eten h2>
“In eerste instantie denk ik aan de barbecue die ik van a tot z zelf klaarmaak: van vlees uitkiezen tot salades en sausjes maken en aan het barbecuestel staan. Als ik dan toch een naam moet geven ga ik voor De Menenpoort, bij mij in de buurt. Het is er gezellig zitten in een mooi kader, het is er rustig en ze hebben er vooral een goede keuken. Voeger ging ik wel eens naar bekende restaurants maar ik ben veel te zenuwachtig om lang te tafelen.” p>
Shoppen h2>
“Echt mijn dada (lacht). Ik ga zowel naar boetieks als warenhuizen als grote kledingketens. Ik ben een freak van zowat alles wat kledij en accessoires betreft: t-shirts, uurwerken, kostuums, schoenen, noem maar op. Ik doe niets liever dan ergens binnenlopen en rondkijken wat ze te bieden hebben. Twee favoriete plaatsen of winkels komen misschien wel bovendrijven: de boetieks in het Ring Shopping Kuurne en Brooklyn in het centrum van Kortrijk.” p>
Leuke plekjes h2>
“Zonder aarzelen café Sint Antonius op Heule-Watermolen. Dat is een van de weinige plekken waar je nog een maandagpint krijgt. Ik ga er niet per se voor die pint maar het is een echt volkscafé waar iedereen elkaar kent. Een ander leuke plek is bistro-brasserie ‘t Eiland op het Buda-eiland. Een mooi kader, een gezellige sfeer en een mooi terras. Meer moet dat niet zijn. Als ik samen met mijn boezemvriend Steve Carette een stadswandeling maak durven we ook wel eens in de Casa Verdi in de Loofstraat landen. Het is een erg gezellig café met meer dan 150 bieren op de kaart.” p>
Reizen h2>
“Goh, dat is echt niet aan mij besteed. Ik ben echt geen reiziger. Soms eens een dagje naar zee of de Ardennen, meer hoeft dat niet te zijn. Ik moest ooit in Tenerife spelen, maar had een beetje vliegangst. Voor mij is reizen – plaatselijk dan – op een rustige plek wandelen en mijn batterijen opladen. Ik denk aan vroegere trips naar het chalet van mijn ouders als ik jong was. Dat was wel altijd geweldig genieten.” p>
Leiegesprek
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier