Na 50 jaar kosterschap weet stadsbeiaardier van Oostende Jean-Pierre Hautekiet waar klepel hangt: “Bij mijn debuut viel een dode”

Jean-Pierre Hautekiet: “De koster is steeds meer een aanspreekpunt of tussenpersoon voor veel parochianen.” © ML
Marc Loy
Marc Loy Medewerker KW

Stadsbeiaardier van Oostende Jean-Pierre Hautekiet (68) is een halve eeuw koster-organist. Een dienstbaar leven vol liturgie, muziek en klokgelui. Van het portaal van de St.-Janskerk tot het Brugse belforttoren. Zijn kosterschap vormt een stevige tak in een professionele stamboom die wortelt tot in 1646.

In dat jaar werd Geerardus Hautekiet afkomstig uit Zeeland benoemd tot eerste koster in Eernegem. Sindsdien zijn de Hautekiets zowat onafgebroken verbonden met het kostersambt. “Zo werd mijn uit Ettelgem afkomstige grootvader, Cyriel, in 1919 benoemd tot koster in de St.-Jozefskerk in Bredene-Sas. Bij zijn op pensioenstelling in 1940 ging hij inwonen bij zijn zoon Firmin die koster was in de Brugse kathedraal. Dan volgde mijn vader Urbain hem in Bredene op tot aan zijn pensioen eind 1971. Daarna vulde ik die vacature als derde generatie koster-organist.”

Muf handboek

Tien jaar lang maakt Bredenaar Jean-Pierre in zijn eigen parochie en gemeente de dienst uit. In 1982 verkast hij in die functie naar de Oostendse St.-Janskerk, waar hij nu al 40 jaar het ambt uitoefent. Zelf behaalt hij, na drie jaar studie, zijn diploma aan de kosterschool verbonden aan de Normaalschool in Torhout. “Mijn nu wel erg muf ruikend Handboek voor Kosters uit 1961 schreef volgende disciplines voor: kennis van de liturgie, kerkelijke wetten, kerkelijke muziek, religieuze kunstperiodes, kerklatijn. En als je de taakopschrijving in ‘De algemene aspecten van het kostersberoep’ las, dan moest je zowat een kleine Übermensch zijn.”

Begrijpelijk dat in die nadagen van mei 68 weinigen zich nog tot dit beroep geroepen voelden. “Bij mijn aantreden had het Tweede Vaticaans Concilie gelukkig al voor heel wat vernieuwing gezorgd: in de vieringen moest het Latijn wijken voor de eigen volkstaal en de priester keerde de rug niet meer naar de gelovigen, maar stond frontaal tegenover de misvierders.”

De koster is een directe getuige van veel verdriet en emotionele problemen

“Mijn eerste ‘openbaar optreden’ als kerkorganist was een requiem uitvaartdienst in de zomer van 1969. Een memorabele herinnering omdat een van de hulpzangers onwel was geworden op het oksaal en er ter plaatse overleed. Ook herinner ik me levendig de vele gezongen missen: drie per weekdag en een zestal in het weekend. Dit had onder meer te maken met het grote priesterbestand in het bisdom Brugge, waarbij soms drie tot vier priesters werden benoemd per parochie. Gelukkig verdween het Lof, de gezongen gebedsdienst in de namiddag, stilaan uit de liturgische kalender na dit Concilie. Maar de toen nog vele kerkelijke uitvaarten, huwelijken, koorrepetities, de Goede Week voor Pasen, orgelconcerten en soms nog een priesterwijding zorgden toch voor een boeiende, variabele maar ook drukke agenda.”

Er zijn niet alleen de ambachtelijke aspecten van de job: kerk openen en sluiten, klokken luiden, misgewaden klaar hangen, kaarsen ontsteken… maar ook het koor (op)leiden, het orgel bespelen en nieuwe orgelwerken instuderen… En er is het sociale contact, het musiceren en het onverwacht bijna altijd beschikbaar zijn.

Krijgt het kosterschap door de schaarste aan parochiepriesters vandaag niet meer gewicht? “De koster is steeds meer een aanspreekpunt of tussenpersoon voor veel parochianen. Hij ageert veelal op de grens tussen leven en dood en is een directe getuige van veel verdriet en andere emotionele problemen.”

Bijklussen

Jean-Pierre Hautekiet was ook decennialang leraar orgel aan het Oostends Conservatorium en pianobegeleider aan de Muziekacademie in Veurne. Daarnaast is hij ook de officiële stadsbeiaardier (weliswaar zonder beiaard) in Oostende en Veurne en adjunct-stadsbeiaardier in Brugge “Koster-organist is bijna nooit een voltijdse betrekking. Zo verlieten vroeger veel onderwijzers hun klas om een uitvaart muzikaal op te luisteren. Vandaar mijn bijklussen als beiaardier en in het muziekonderwijs.”

Als beiaardier studeert Jean-Pierre in 1988 af aan de gerenommeerde beiaardschool van Mechelen. Van orgel naar beiaard: een grote stap voor een leek, een kleine stap voor de koster: “Beide instrumenten vereisen een gelijkaardige motoriek van de bespeler: het samenspel van voeten en handen op de twee klavieren. Het laatste beiaardconcert op de Oostendse beiaard dateert al van juli 2018. Ik hoop vurig dat onze beiaard nieuw leven wordt ingeblazen”, aldus Hautekiet die ook deze (tweede) christelijke deugd blijft koesteren. (ML)

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier