Duizend West-Vlaamse thuisverzorgenden leren omgaan met angst en corona

Judith en Eline van Familiezorg helpen Bo (midden) bij haar thuis, met respect voor de veiligheidsvoorschrifen. (Foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Stefan Vankerkhoven

In deze coronatijden gaat de meeste aandacht, terecht, naar de ziekenhuizen en de woonzorgcentra. Maar de thuiszorg wordt ietwat vergeten. Zo doen meer dan duizend thuisverzorgenden van Familiezorg West-Vlaanderen er alles aan om in de huidige coronacrisis de zorg en ondersteuning van zorgvragers maximaal te garanderen. Ook bij ruim zeventig besmette West-Vlaamse gezinnen.

Afspraak in de Focus-woning van Bo Meyvaert (29) in de Watervlietstraat in Sint-Kruis. “Ik ben drie maanden te vroeg geboren en kreeg een hersenverlamming door zuurstoftekort bij mijn geboorte”, vertelt deze jonge Brugse vrouw. “Daardoor geven mijn hersenen bepaalde signalen niet meer door en ben ik lichamelijk beperkt. Dat belet mij onder meer om mijn benen te bewegen.”

Assistentieflat

Bo Meyvaert woont al acht jaar in een assistentieflat: “Negentien bewoners met een beperking in residentie Watervliet kunnen gebruik maken van de diensten van een ADL-assistente. Die geeft hulp bij de Activiteiten Dagelijks Leven. Zo helpt ze mij ‘s avonds in bed leggen. Maar de uren die zij aan elk van ons kan besteden zijn beperkt. Zij is niet rond de klok bereikbaar en mag niet strijken of poetsen. ‘s Morgens komt er wel nog een thuisverpleegster over de vloer om mij te wassen.”

Voor Bo Meyvaert is de komst van de thuisverzorgenden van Familiezorg – drie ochtenden per week – van cruciaal belang, zeker nu in deze coronatijden. “Familie of vrienden mogen niet meer op bezoek komen. Zelf ging ik vroeger in mijn elektrische rolstoel met de bus naar Gent, waar mijn moeder woont. Dat kan nu niet meer. Mijn moeder heeft het trouwens dezer dagen erg druk, ze heeft een ‘essentieel beroep’, want ze is begrafenisondernemer…”

Diepvriesmaaltijden

“Aangezien ik diepvriesmaaltijden haat, ben ik blij dat de thuisverzorgenden drie keer per week komen koken”, vervolgt deze jonge vrouw, die in deze coronatijden alleszins haar gevoel voor humor niet verloren is. “Ze poetsen mijn flat én mijn tanden, helpen mij op de fiets in de living. Want ik fiets op deze aangepaste hometrainer elke dag een uurtje. Maar bovenal zijn die thuisverzorgenden dezer dagen nagenoeg mijn enige vorm van sociaal contact. Ik kijk uit telkens opnieuw naar hun komst, gezien ik ‘mijn kot’ niet meer uit mag.”

Elien de Jonge, thuiszorgverantwoordelijke voor Assebroek en Sint-Kruis, heeft 25 medewerksters ter beschikking voor 114 gezinnen in die twee Brugse deelgemeenten: “Ik probeer ervoor te zorgen dat steeds dezelfde thuisverzorgenden naar de zorgvragers kunnen komen. Want op den duur hebben ze een goede band, zeker voor oudere cliënten is dat belangrijk. Velen van hen zitten nu eenzaam thuis.”

Judith Hanoulle komt op vrijdagmorgen bij Bo Meyvaert: “Een toffe madam die heel mondig is en niet stopt met praten! Af en toe lees ik brieven voor haar voor. De regel is dat ik een mondmasker en handschoenen draag, als ik op minder dan anderhalve meter bij haar moet zijn. Het spreekt vanzelf dat we geen enkel gezondheidsrisico kunnen nemen. Alle richtlijnen van de overheid worden strikt opgevolgd.”

Testen?

Zowel bij Elien de Jonge als bij Judith Hanouille leeft dezer dagen de belangrijke vraag of alle thuisverzorgenden moeten getest worden op corona: “Heeft dat zin? Je bent nooit 100% zeker. Je kunt coronavrij zijn op maandag, maar dinsdag besmet zijn. Zonder symptomen. Uiteraard blijven de verzorgenden die ziek zijn thuis.”

Volgens Matthias Lampaert, directeur bij Familiezorg West-Vlaanderen, is er soms wel een probleem: “Verzorgenden worden niet altijd aanzien als medisch personeel. Dus worden ze niet bij voorrang getest, dat zou anders moeten.”

Besmet

En wat als er een vermoeden is van covid-19 besmetting bij zorgvragers? Matthias Lampaert: “Ruim zeventig West-Vlaamse cliënten zijn besmet. Een aantal van hen zijn overgebracht naar een ziekenhuis, bij anderen waren de mantelzorgers – een zoon of dochter – bereid om in te wonen: ze gingen vrijwillig met hun vader of moeder in quarantaine. Bij een dertigtal besmette gezinnen blijven onze verzorgenden aan huis gaan, met zeer strenge veiligheidsmaatregelen.”

“In die gevallen waken wij erover dat dezelfde thuisverzorgende bij die besmette mensen gaat, zodat ze geen andere zorgvragers besmet. En uiteraard draagt de verzorgende daar extra beschermende kledij: wegwerpschorten, handschoenen en een ander type, medische mondmaskers die bijkomende bescherming bieden.”

Elien de Jonge voegt er aan toe : “Bij zo’n gevallen controleert de medewerkster in kwestie geregeld haar eigen lichaamstemperatuur. En het spreekt vanzelf dat ze gebruik maakt van ontsmettingsproducten bij de huishoudelijke taken.”

Angst

“De coronacrisis doet ook een groot appel op onze thuiszorgverantwoordelijken, die verbindingsfiguren zijn tussen de zorgvrager en de verzorgenden. Ze beantwoorden vele vragen van cliënten die zich ongerust maken. Ze begeleiden de verzorgenden die elke dag het beste van zichzelf geven en vandaag sterk onder druk staan. Het is leren omgaan met angst. In deze chaotische tijd kan de weekplanning van uur tot uur wijzigen. Gelukkig is er veel solidariteit onder de verzorgenden, velen geven aan dat ze willen inspringen voor zieke collega’s. Je voelt dat ze met heel hun hart gekozen hebben voor thuiszorg….”, aldus Matthias Lampaert.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier