Dokter Johan De Rycke met pensioen: “Meer dan 13.000 prothesen geplaatst”

Op 7 juni had dokter-orthopedist Johan De Rycke zijn laatste werkdag aan het AZ Sint-Jan. Maar dat betekent niet dat de man die meer dan 13.000 prothesen plaatste nu vooral zal luieren. “Ik doe nog consultaties bij de afdeling SFX, ben nog actief als arbeidsgeneesheer en je vindt me in oktober terug op de lijst Voor Brugge als lijstduwer”, zegt Johan De Rycke, die als fietser, paardenmenner en hobbykok ook nog een bijzonder druk vrijetijdsleven heeft.

We ontmoeten dokter Johan De Rycke op een zonnige avond op het terras van zijn Hoeve De Zuidhoek, de landelijke woning met bijhorende B&B in Dudzele waar hij sinds 2015 samen woont met zijn partner Benedikte Bruggeman, ook bekend als liberaal gemeenteraadslid. Ook Johan kreeg de politieke microbe te pakken want net als bij de vorige verkiezingen stelt hij zich verkiesbaar voor de gemeenteraad, destijds voor Open VLD en nu stadspartij Voor Brugge.

In welk nest ben je opgegroeid? En lag het voor de hand dat je verder zou studeren?

“Ik werd geboren in Ukkel, hoewel mijn ouders van West-Vlaanderen afkomstig zijn. Ze trokken naar de regio van de hoofdstad omdat mijn vader aan de slag kon bij Sabena, in Zaventem dus, als radiotechnicus. Toen ik vijf was, verhuisden we naar Waregem waar mijn vader toen een job als lesgever in het VTI kreeg. Het was niet echt de gewoonte in de familie om verder te studeren, maar nadat ik als primus afstudeerde in het Heilig Hartcollege had ik echt wel de ambitie om voor geneeskunde te gaan. In 1977 startte ik mijn studies, in 1984 gevolgd door een specialisatie orthopedie-traumatologie.”

Je speelde als orthopedist een belangrijke in het toenmalige Elisabethziekenhuis, niet?

“In 1990 ben ik daar van start gegaan en ik heb er toen zelf de dienst Orthopedie uit de grond gestampt. Ik durf wel zeggen dat het ziekenhuis in die jaren een heel sterke reputatie op dat vlak uitbouwde. Mijn specialisatie was vooral heup- en knieprotheses. In mijn loopbaan heb ik zeker meer dan 13.000 prothesen geplaatst. Ik was ook bij de grondleggers in België van de computernavigatie bij orthopedie, wat later uitgroeide tot de robotchirurgie.”

“Patiënten worden steeds kritischer, velen menen het zelfs beter te weten dan de dokter”

In 2003 verliet je het Elisabethziekenhuis in Sijsele om de overstap te maken naar het veel groter AZ Sint-Jan. Hoe heb je dat ervaren?

“Met mijn overstap naar het AZ Sint-Jan maakte ik de overstap van een klein regionaal ziekenhuis naar een tertiair ziekenhuis en dat biedt natuurlijk heel veel mogelijkheden. Ik ben alleszins superblij dat ik in het AZ Sint-Jan mocht werken. De rol van een publiek ziekenhuis in Brugge is heel belangrijk. Sint-Jan is een van de sterkste tertiaire centra in België. De vele dure investeringen zijn er nog mogelijk dankzij het goede dagelijkse bestuur onder leiding van de algemeen directeur, dokter Hans Rigauts. Het is inderdaad een groot ziekenhuis maar ik heb er steeds over gewaakt om de persoonlijke aanpak waarvoor ik altijd bekend stond, te behouden. Bij mij is niemand een nummer.”

Welke evoluties heb je doorgemaakt in je loopbaan?

“Ik merk dat patiënten steeds kritischer geworden zijn. Ze klagen vaker en door van alles op te zoeken op internet menen velen het zelfs beter te weten dan de dokter. Positief is dan weer dat de technologie enorm is geëvolueerd. De robotchirurgie staat al enorm ver, met operaties waarbij de chirurg de patiënt met geen vinger aanraakt maar alles doet door het besturen van robotarmen. Het boeit me enorm om te volgen wat er nog allemaal op ons afkomt. De chirurgie kan er maar beter en meer secuur op worden.”

Je bent nog niet helemaal met pensioen, begrepen we.

Inderdaad. Ik doe nog consultaties – maar geen operaties want dat mag niet meer wegens mijn leeftijd – in de afdeling SFX van het AZ Sint-Jan, in de binnenstad. En daarnaast ben ik ook nog actief als arbeidsgeneesheer bij MEDEX en bij de overheidsinstelling voor beroepsziekten FEDRIS.

Wat is je ambitie precies in de Brugse politiek?

“Als lijstduwer wil ik de partij en mijn partner Benedikte, die op de zesde plaats staat, voluit steunen. Ik ben zelf geen kopman. Het is meer Benedikte die mee in de spits van de partij speelt. Uiteraard deel ik mijn inzichten en ideeën rond een goede gezondheidszorg – die moet toegankelijk zijn voor mensen in alle deelgemeenten – en ook seniorenzorg staat bovenaan mijn lijst belangrijke punten. Ook het steunen van jonge ondernemers vind ik belangrijk. Als man met al wat kilometers op de teller permitteer ik me om deze goede raad te geven aan de jeugd: Werk hard, geniet op tijd en alles komt goed. Maar doe het dus niet omgekeerd.”