Dirk Van Nuffel leidt de Brugse politie: “Dit is geen job, maar een roeping”

Dirk Van Nuffel. © Davy Coghe
Redactie KW

Hij staat sinds 2011 aan het hoofd van de Brugse lokale politie en verdiende al aardig wat strepen in de politiewereld. Maar de eerste job in Brugge voor Dirk Van Nuffel (62)? Dat was er eentje… tussen de baby’s. Een opvallend gesprek met onze korpschef, die de komende dagen voor de komst van voetbalhooligans uit Kiev staat. “We zijn voorbereid. Blijkbaar zijn het hooligans van de zwaarste soort”, zegt hij.

Als nasleep van de Dutroux-affaire verdwenen in 2001 de rijkswacht, de gerechtelijke politie bij de parketten en de gemeentepolitie. Voortaan werd enkel nog gesproken over lokale politiezones en de federale politie. Een van de founding fathers van die geïntegreerde politie was Dirk Van Nuffel, toen nog aan de slag bij de politie in Knokke-Heist. “Die hervorming staat voor een van de grootste ingrepen in het Belgische overheidsapparaat. Het was een eer om daar van heel dichtbij aan mee te werken. Nachtenlang hebben we eraan geschreven”, klinkt het trots. In 2011 werd Dirk Van Nuffel korpschef van de lokale politie in Brugge. In de voetsporen van zijn vader Olivier, die hier in 1968 was aangesteld als baas van de gemeentepolitie en daarom met zijn gezin naar Brugge verhuisde. Om nooit meer te vertrekken.

Voelt u zich na al die jaren een ‘echte’ Bruggeling?

“Dat is een vraag die ik mezelf af en toe stel. Mijn ruime familie woont in Oost-Vlaanderen. Mijn vader liep destijds trouwens ook het risico om naar Maaseik te muteren. Ik ben heel blij dat het Brugge is geworden. (lacht) Ik woon hier al meer dan vijftig jaar. Dat is toch lang genoeg om mezelf Bruggeling te mogen noemen.”

Hoe was uw jeugd met een vader bij de politie?

“Ik ben zeer streng opgevoed. Maar dan moet je uitlaatkleppen zoeken. En die heb ik gevonden. (glimlacht) Ik heb geen moeilijke jeugd gekend en was sociaal geëngageerd. Als 18-jarige was ik lid van de jeugdclub Scipstaele in Kristus-Koning. Die bestaat al lang niet meer, maar in de jaren zeventig waren zo’n jeugdclubs erg populair. Ik deed ook wat aan sport. Ik roeide aan het Waggelwater en we hadden thuis pony’s om op te rijden.”

Tijdens de fotoshoot aan de reitjes daarnet zei u dat u voeling had met de bootjes die passeerden.

“Ik heb een tijdje als bootjesman gewerkt voor Nolle en ‘De Witten van de bootjes’ (Maurice Michielsens, zaakvoerder Venetië van het Noorden, red.). Maar als student maakte ik wel meer bijzondere jobs mee. Mijn eerste vrije passen als jongeman zonder ouderlijk toezicht zette ik in Zwitserland, als barman in een hotel voor familievakanties met de CM. In Brugge was mijn eerste vakantiejob er eentje bij de Babydagdienst. Ik heb geen luiers verschoond, hoor, maar de eerste sociale gids voor Brugge samengesteld. Een administratieve job dus. Ik ben ook twee jaar bewaker in het Gruuthusemuseum geweest. Daar kreeg ik af en toe fameus onder mijn voeten omdat ik uitleg gaf aan toeristen. Dat mocht natuurlijk niet. Maar ik was universitair en had enorm veel interesse in geschiedenis.”

Conclusie: u bent wel degelijk een echte Bruggeling.

“Weet je, als aangespoelde Bruggeling besef je misschien nog meer dan als geboren Bruggeling wat een voorrecht het is om in zo’n stad te mogen leven en werken. Daarom wou ik ook zo graag hier korpschef worden. Dat voelde als thuiskomen.”

U stond zelf nooit als politieman op straat. Is dat een gemis of bent u nu eenmaal vooral een manager?

“Ik ben vooral een management cop, maar vergis je niet. Toen ik begon bij de politie in Knokke-Heist, liep ik dubbele shifts. Ik ging mee met de interventie, volgde het werk van de dispatchers en de wachtofficier. Mijn collega’s hoopten dat ik snel aan een serieus lief ging geraken, die me wat meer thuis ging houden dan op het commissariaat. (lacht) Maar ik leef om te werken, ik ben een strever geweest.”

Terug naar Brugge. Zijn hier nu eigenlijk weinig toeristen deze zomer?

(lacht) “Ik weet niet waar dat verhaal vandaan komt. Het is ook zeker niet de ervaring van mijn mensen die de hele dag de straat op trekken. Ik begrijp de economische belangen wel om eens aan die alarmbel te trekken. Als politie zijn wij daar ook mee bezig. Wij leveren onrechtstreeks ook een bijdrage aan de economie. We werken aan veilig toerisme en een leefbare stad. Dat sociaal engagement is een van de belangrijkste redenen waarom de meeste politiemensen in het vak stappen. Ik ook trouwens. Dit is geen job, maar een roeping, die veel vergt van je persoonlijk leven. Voor onze jonge mensen is dat steeds minder evident, work-life balance wordt steeds belangrijker.”

Dinsdag komt Dynamo Kiev op bezoek voor de match tegen Club Brugge. Maakt u zich daar zorgen over?

“Er worden zo’n 200 Oekraïense supporters verwacht. Dat valt nog mee, maar we hebben ons goed voorbereid. De supporters van Kiev hebben een nog veel slechtere reputatie dan die van Legia Warschau. (toen de Polen vier jaar geleden in Brugge kwamen spelen, zette de politie een indrukwekkend aantal politiemensen in om de vele hooligans op te vangen, red.) We hebben een risicoanalyse gedaan. Hoe zullen we aan voldoende politiemensen geraken, bijvoorbeeld?”

Dirk Van Nuffel.
Dirk Van Nuffel.© Davy Coghe

“Het is volop vakantie en het is niet evident om dan zomaar honderden politiemensen op de been te krijgen. Er werden de voorbije dagen alvast geen verloven meer toegekend. Het is scharten achter elke man en vrouw. En we plegen veel telefoontjes naar Oekraïne, om voldoende voorbereid te zijn. Maar de samenwerking met Oost-Europese politie verloopt niet altijd evident.”

Enkele jaren geleden werd de match tegen Napoli achter gesloten deuren gespeeld omdat u de veiligheid niet kon garanderen.

“Dat was een andere tijdsgeest. We zaten onmiddellijk in de nasleep van de aanslagen in Parijs, waardoor heel veel agenten in Brussel werden verwacht. Wij konden daarom niet rekenen op de versterking die we anders uit federale hoek krijgen en moesten zelf mensen naar Brussel sturen. Dus ofwel konden we de match niet laten doorgaan en Club Brugge laten verliezen met een forfaitscore, ofwel werd er gespeeld zonder supporters. We namen een hele verstandige maar begrijpelijk onpopulaire beslissing, die mij en de toenmalige burgemeester erg verweten werd.”

Voelt u de onhoudbare druk om ook als politiezone steeds verantwoording af te leggen voor alle beslissingen?

“Ja, maar wij werken volgens de principes van gemeenschapsgerichte politiezorg. Een van de sleutelbegrippen is accountability, verantwoording afleggen. Ik verwacht van elk van mijn medewerkers dat ze steeds verantwoording kunnen afleggen voor wat ze gedaan hebben of net niet gedaan hebben. Dat geldt ook voor mij. Ik moet me verantwoorden bij de procureur des Konings, de burgemeester en de gemeenteraad. Maar ook aan de bevolking. De tijd is voorbij dat mensen alles zomaar aannemen van om het even wie voor de overheid werkt. Maar dat geldt ook intern. De tijd dat een commissaris tegen zijn medewerkers zei ‘doe dit of doe dat’, zonder dat de vraag ‘waarom?’ volgde, is ook voorbij.”

Is dat een verbetering?

(twijfelt) “Ik denk dat de politie in de samenleving van vandaag alleen maar aan geloofwaardigheid en gezag kan winnen door uitleg te geven over een bepaald optreden. Ik vind dat belangrijk ten opzichte van de burger. We staan met de politie Brugge voor een grote uitdaging. We willen enerzijds de rol van de wijkagent blijven verstevigen, maar tegelijk moeten we mee de weg inslaan van de technologie. Bodycams, track-and-tracesystemen, slimme camera’s, noem maar op. Het is een uitdaging om beiden te combineren en op elkaar te laten inspelen. Een tweede uitdaging is uiteraard wat ik al tot in den treure heb herhaald: een structureel personeelstekort. Maar daar maken we na de zomer werk van. We gaan een intense campagne voeren. Let op mijn woorden: het wordt iets opvallends, gericht op schoolverlaters én jonge dertigers en veertigers.”

U hebt nog een mandaat tot begin 2021. Dan zult u 63 zijn. Start u nog een nieuw mandaat van vijf jaar?

“Ik ben er nog niet aan uit. Het wordt zeker geen vol mandaat meer. Maar die beslissing zal ook van een aantal mensen afhangen die me moeten evalueren. Weet je, ik heb nooit de gemakkelijkste kant van het leven opgezocht, ook niet van het beroepsleven. Als de samenwerking met de overheden en mijn eigen medewerkers loopt zoals ze nu loopt, wil ik nog tot het uiterste gaan. Waar dat uiterste dan ligt, zullen we wel zien. De gezondheid moet ook mee willen natuurlijk.”

Uw vrouw gaat daarmee akkoord?

“Het is een klassiek gezegde, maar achter elke man staat een nog sterkere vrouw. Dat is bij mij ook het geval. Ik heb een heel begripvolle echtgenote die me altijd heeft gesteund.” (Thomas Rosseel)


DE TIPS VAN DIRK

Muziek

“Ik ben een kind van de jaren zeventig. Dat werd gedomineerd door het Franse chanson: Charles Trenet, Michel Fugain, Michel Sardou, Jacques Brel, noem maar op. Daar smelt ik nog altijd bij weg. Maar ook bij het Nederlandstalige equivalent daarvan: de kleinkunst. Dat muziekgenre is helaas wat verloren gegaan. Boudewijn de Groot, Zjef Vanuytsel, Dimitri van Toren, dat hoor ik graag. En in het Engels wordt dat dan Simon & Garfunkel, voor hun hele oeuvre. En als men mij vraagt om te kiezen tussen The Beatles en The Rolling Stones? Dan zeg ik The Beatles. Ik ben van het zachtaardige type. The Stones zijn wat ruiger.” (lacht)

Hobby’s

“Ik werk aan een gemiddelde van 50 à 60 uren per week. Er schiet niet veel tijd over dus.Als ik dan toch tijd vrij heb, ga ik weleens fietsen en werk ik in de tuin. Ik ben ook lid van enkele verenigingen. Ik hou van sociaal contact.”

Eten & drinken

“Ik mag eigenlijk nooit positie kiezen. Daarom kies ik voor twee zaken in Brugge: Hoeve Cortvriendten de Casserole. Dat zijn de huisrestaurants en stageplaatsen van de twee hotelscholen, Spermalie en Ter Groene Poorte. Ook in de horeca heeft men het steeds moeilijker om jong en gemotiveerd personeel te vinden. Ik heb enorm veel bewondering voor de jonge mensen die hotelschool volgen. Zij vormen de toekomst van het toerisme in Brugge.”

Reizen

“Wij trekken er quasi jaarlijks rond februari op uit. En dan gaan we ver. Vietnam, Cuba, Zuid-Afrika, Tanzania, Mexico, die hebben we allemaal al gedaan. Maar als ik een tip moet geven: de cruise op de Nijl. Dat is ons erfgoed voor een groot stuk. Daar bewaar ik mooie herinneringen aan. En Noord-Vietnam raad ik ook aan, omdat de natuur er zo mooi is.”

Literatuur

“Ik ben bezig aan de kanjer De Bourgondiërs van Bart Van Loo. Uit mijn interesse voor geschiedenis, maar ook omdat ik mezelf Bourgondiër noem. Ik eet heel graag en ik drink met mate. Ik zei al dat ik een begripvolle vrouw heb. Als we weggaan rij ik in het doorgaan en zij in het naar huis komen. Zij kan daar mee leven.” (knipoogt)