Deken Filiep Callens: “De Warmste Week is eigentijdse invulling van onze boodschap”

Filiep Callens: "Ik heb het graag druk. Ik zetel ook nog in de priesterraad van het bisdom en maak er ook deel uit van de raad voor parochieassistenten." © Wouter Meeus
Philippe Verhaest

De mooiste tijd van het jaar, zo worden de eindejaarsdagen vaak bestempeld. Ook deken Filiep Callens geniet met volle teugen van de kerstperiode, maar hoopt tegelijk dat de échte boodschap van Kerstmis niet verloren gaat. “Het gaat om meer dan enkel lekker eten en pakjes uitwisselen”, stelt hij. “Kerst is een feest van verbondenheid.”

Dat Filiep Callens als geestelijke door het leven zou stappen, stond niet van jongs af in de sterren geschreven. De Waregemnaar stamt uit een pure ondernemersfamilie en de bedoeling was dat hij zijn vader, Hervé Callens, zou opvolgen. “Mijn papa stampte een bedrijf uit de grond dat zich gespecialiseerd heeft in benodigdheden voor de industrie”, verduidelijkt hij. “Na mijn eerste drie jaar aan het Heilig Hartcollege in Waregem trok ik naar het VTI, waar ik een A2 mechanica behaalde. Ik zou een opleiding industrieel ingenieur volgen, maar de roep van God was te groot.

Hoe heb je die ervaren?

Filiep Callens: “Dat is erg organisch gegroeid. Thuis waren we gelovig en trokken we elke zondag naar de mis. Dat boeide me wel. Gaandeweg nam de interesse alleen maar toe en op mijn achttiende ben ik naar het Grootseminarie in Brugge getrokken. Samen met nog een andere leerling van het Waregemse VTI, Filip Vanbesien. Hij is nu pastoor in Sint-Andries.”

Hoe reageerden je ouders op het nieuws dat je priester wilde worden?

“Ze waren wel wat verrast, moet ik toegeven. Ze hadden niet meteen verwacht dat ik die richting zou inslaan, maar ze hebben het meteen aanvaard. Het familiebedrijf leed ook niet onder mijn keuze, want nu runt mijn zus Marleen de zaak. Tijdens mijn studiejaren in Brugge kreeg ik steeds meer het besef dat ik echt wel de juiste keuze had gemaakt. Bij mijn priesterwijding in 1986, in de Sint-Amanduskerk op de Markt van Waregem, was ik dan ook zielsgelukkig.”

BIO

Privé

– Geboren en opgegroeid in Waregem, 57 jaar oud.

– Woont in de pastorie in de Ieperstraat in Tielt.

Loopbaan

– In 1986 tot priester gewijd.

– Was één jaar aalmoezenier bij het Belgische leger in het Duitse Soest en daarna elf jaar leerkracht aan het VTI van Izegem.

– Van 1999 tot 2009 pastoor in Sint-Kruis bij Brugge.

– Sinds december 2009 deken van het decanaat Tielt, waar ook Meulebeke, Dentergem, Ruiselede, Wingene, Pittem en Beernem onder vallen.

Vrije tijd

Tuinieren en lezen.

Je eerste ‘opdracht’ was wel uniek…

“Klopt. Mijn eerste jaar als priester bracht ik door als aalmoezenier in Soest in Duitsland. Daar was toen nog een Belgisch militair hospitaal gevestigd en ik had er ook de Zesde Artillerie onder mijn vleugels. Ik was amper 25 jaar en voor mij was Duitsland één groot avontuur. Ik beleefde er prachtige tijden. Er woonden daar toen liefst 5.000 Belgen. We hadden er onze eigen gemeenschap en ik kon er heel mooi werk verzetten. Samen met de bewoners zette ik mijn schouders onder een pak evenementen en richtte ik zelfs een jeugdbeweging op.”

Maar na een jaartje volgde al iets nieuws: een bestaan als leerkracht.

“Daar was ik voor in de wieg gelegd. Die elf jaar in het VTI van Izegem koester ik nog altijd. Ik gaf les aan zowel de technische- als de beroepsrichtingen en had ook de zevendejaars in mijn klas. Ik wilde er ook echt iets in beweging zetten. Zo blies ik er de jeugdbeweging Kajuit in het leven en zette ik ook Kruispunt op poten, een jeugdcafé dat elke vrijdag na school de deuren opende. Ook de reizen met de leerlingen zal ik nooit vergeten. Al die jaren was het VTI mijn thuis. Ik woonde er ook effectief.”

Ik gebruikte Powerpointpresentaties tijdens mijn vieringen. Ik kan je verzekeren, dat was eind vorige eeuw behoorlijk vernieuwend

Viel het afscheid zwaar toen het bisdom je vroeg om pastoor te worden in Sint-Kruis?

“Als priester weet je dat het bisdom je altijd kan roepen om een andere functie te vervullen. Dat hoort er nu eenmaal bij, dus ik heb daar ook geen problemen van gemaakt. Maar ik geef toe dat het vertrek niet zo evident was. In die elf jaar had ik er een leven opgebouwd. Ik had er fijne collega’s en vrienden, maar tegelijk wist ik dat er opnieuw iets moois op me stond te wachten. In Sint-Kruis was toen net een nieuwe kerk geopend, ik kwam er in een erg levendige parochie terecht… Ik kon er echt mijn ding doen. Net zoals in het VTI maakte ik gebruik van Powerpointpresentaties tijdens mijn vieringen. Ik kan je verzekeren, dat was eind vorige eeuw behoorlijk vernieuwend.” (glimlacht)

Na elf jaar ruilde je Sint-Kruis in voor Tielt. Hoe liep de eerste kennismaking met deze stad?

(grijnst) “Die was wat minder. Ik weet nog dat ik op bezoek kwam bij mijn voorganger Gaby Buyse. Ik had mijn auto voor de Sint-Pieterskerk geplaatst, maar wist ik veel dat je daar niet mocht parkeren. Toen ik vertrok, stak er een boete tussen mijn ruitenwisser. Maar sindsdien is mijn appreciatie voor Tielt alleen gegroeid.”

“De periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar is ook voor ons wat kalmer. Ik blijf wel beschikbaar, op dat vlak is de smartphone voor mij een godsgeschenk”, lacht Filiep Callens.© Wouter Meeus

Je kreeg hier opnieuw een andere functie. Hoe ging je daarmee om?

“Die verandering houdt me scherp. Hier ben ik naast pastoor ook deken en dat zorgt ervoor dat ik me om heel wat meer taken dan louter het pastorale moet bekommeren. Na elf jaar zit deze job stevig in mijn vingers en ik kan rekenen op de steun van een enthousiast lekenteam. Ik heb ons gebied ook zien evolueren. Nu vormt Tielt een pastorale eenheid met Pittem-Egem en het decanaat werd recent nog met Beernem uitgebreid. Gelukkig staan twee diakens – Davy Verkest en Chris Nemegheer – en priester Joseph Arnout me heel goed bij. En onze drie parochieassistenten Kristof De Bruyne, Martine Devlieghere en Bart Vande Vyvere leveren uitstekend werk. Als deken ben ik de manager van onze ploeg. En dat loopt op wieltjes.”

Als deken komt er heel wat werk op u af. Ziet u nog de bomen door het bos?

“Ik heb het graag druk. Ik zetel ook nog in de priesterraad van het bisdom en maak er ook deel uit van de raad voor parochieassistenten. De ervaringen die ik daar opdoe, neem ik mee naar Tielt.”

U woont en werkt hier ondertussen tien jaar. Is Tielt uw thuis geworden?

“Meer dan dat. Ik voel me een echte Tieltenaar. Als pastoor moet je je wel snel aan een nieuwe omgeving kunnen aanpassen, er kan altijd iets nieuws op je afkomen. Tielt kan je perfect vergelijken met mijn geboortestad Waregem. Net groot genoeg om alle voorzieningen in huis te hebben, maar toch kent iedereen elkaar hier nog. De Tieltenaar is van nature nogal wat afwachtend, maar ik werd snel in de armen gesloten.”

DE TIPS VAN FILIEP

Culinair

“Ik schuif graag de voeten onder tafel in Crommenwal, maar ook De Wildeman, Shamrock en De Traagheid behoren tot mijn favorieten. Tielt telt heel veel goeie adresjes. QV in de Kortrijkstraat, bijvoorbeeld, maar ik kan ook genieten van wat ze bij mijn buren van Pizza Aversa of Ramses II serveren. Sinds mijn aankomst hier heb ik nog geen honger geleden.” (glimlacht)

Shoppen

“Mijn dagelijkse inkopen doe ik allemaal in Tielt, maar ‘recreatief winkelen’ is niet meteen aan mij besteed. Ik ben een functionele shopper. Als ik een trui nodig heb, koop ik een trui. Ik probeer altijd eerst mijn gading te vinden in Tielt zelf en online bestel ik slechts heel sporadisch iets. Een covertje voor mijn telefoon of zo. Ik wil vooral de lokale handelaars steunen.”

Mooie plekjes

“De Poelberg staat hoog op mijn lijstje. Een erg bijzondere plek. Maar ook onze Markt met de Hallentoren is een locatie om te koesteren. Net een schilderijtje en een plek met heel veel geschiedenis. Mijn absolute favoriet is echter de Sint-Pieterskerk. ‘Mijn’ kerk, een gebouw met een verhaal en prachtige kunstwerken. Wanneer ik er aan het werk ben, kus ik mijn beide handen dat ik dat mág doen.”

Reizen

“Ik trek elk jaar naar de Provence in Zuid-Frankrijk om even helemaal tot rust te komen. Wat zwemmen, lezen en wandelen… In mijn jongere jaren heb ik enkele grotere reizen ondernomen – ik trok onder andere twee keer naar India – maar nu heb ik daar niet echt nood aan. Mijn agenda laat het ook niet toe om pakweg een maand Tielt te verlaten. Ik droom wel nog van een ontdekkingstocht doorheen de Verenigde Staten.”

Hoe loopt het kerkelijk leven in Tielt?

“We mogen niet klagen. Net als overal in West-Europa hebben we ook hier geen volle kerken meer, maar op inhoudelijk en kwalitatief vlak zijn we erg goed bezig. De mensen die naar onze vieringen komen, doen dat uit volle overtuiging. Ze zijn ook dankbaar voor wat we doen. Maar de topdagen waarin Tielt nog tien priesters had, die zijn voorbij. Nu zijn we nog met twee, maar dankzij ons team kunnen we veel werk verzetten. De Kerk doet immers veel meer dan enkel vieringen organiseren. Er is het zieken- en rouwbezoek, we vangen ook een Syrisch gezin op…”

Het decanaat telt 29 kerken. Is dat niet wat van het goeie te veel?

“We zijn niet blind voor de evolutie. Tielt zelf heeft drie kerken, op termijn moeten we kunnen evolueren naar één kerk voor de stad. De Sint-Pauluskerk hebben we ondertussen ontwijd en verhuren we aan de Roemeense protestantse gemeenschap Betel. Zij gebruiken die om hun vieringen in te organiseren. Best grappig: wij ontwijden een kerk en nu wordt die weer voor religieuze doeleinden gebruikt. De komende jaren moet het mogelijk zijn om bepaalde kerken een nevenbestemming te geven die aansluit op het katholieke geloof, maar we willen geen overhaaste beslissingen nemen. Samen met de stad moeten we telkens een goeie oplossing vinden. En dat vraagt tijd.”

Bepaalde kerken moeten een nevenbestemming krijgen, zonder overhaaste beslissingen te nemen

Kerstmis staat voor de deur. De drukte periode van het jaar voor u?

“We moeten effectief een tandje bij steken, maar dat doen we met plezier. Er staan sowieso enkele vaste afspraken extra op de planning en daar kunnen altijd nog enkele uitvaarten bijkomen. Maar ik geniet met volle teugen van deze periode. De vele lichtjes in het straatbeeld, de gezelligheid… Ik hoop alleen dat de initiële boodschap van Kerstmis niet verloren gaat. Het feest draait om meer dan lekker eten en cadeautjes uitwisselen. Kerst is een moment van verbondenheid en gelukkig beseffen de meeste mensen dat ook. Tijdens deze donkere dagen is er ook meer goodwill, merk ik. We helpen elkaar sneller. Het is geen toeval dat een initiatief als De Warmste Week net voor Kerstmis wordt georganiseerd. Zo krijgt onze boodschap een eigentijdse invulling.”

Hebt u zelf tijd om kerst te vieren?

“Toch wel. Kerstavond breng ik door met mijn mama en zussen. Ik zit graag tussen het volk. Ook oudejaarsavond spendeer ik met mijn familie. Het brengt me tot rust, al is de periode tussen Kerstmis en Nieuwjaar ook voor ons wat kalmer. Ik blijf wel beschikbaar, op dat vlak is de smartphone voor mij een godsgeschenk.”

Wat mogen we u voor 2020 wensen?

“Een goeie gezondheid is iets te veel cliché, zeker? Laat ons vooral verder goed samenwerken binnen het decanaat. Samen staan we sterk. Meer heb ik niet nodig.”