Commissaris Toon Fonteyne: “Mensen vervoeren in een vrachtwagen? Doe je niet!”

Commissaris Toon Fonteyne op een snelwegparking in Veurne. Daar worden nog altijd vaak vluchtelingen opgepakt. © Davy Coghe
Hannes Hosten

De politiezone Spoorkin (Veurne, Lo-Reninge, Alveringem) werd vorig jaar met ruim 200 transmigranten geconfronteerd en hoewel het momenteel minder in de media komt, is het fenomeen in de eerste helft van 2019 nog niet verminderd. En ook al lijkt het tegen de tijdsgeest in te gaan, commissaris Toon Fonteyne (38), directeur operaties bij de zone Spoorkin, kiest resoluut voor een zorgende en menselijke aanpak.

De kleine Mawda, het tweejarige Koerdisch-Iraakse meisje dat vorig jaar met haar ouders vluchtte in een busje en bij een achtervolging in Henegouwen stierf door een politiekogel, bracht kort daarvoor enkele uren door op het politiebureau in Veurne. “Ze heeft hier tekeningen zitten inkleuren”, zegt Toon Fonteyne. “We hebben goed voor hen gezorgd en een redelijk gesprek gevoerd met de ouders. Ik heb hen uitgelegd hoe gevaarlijk het was om met een kind verder te reizen.”

De zone Spoorkin is een van de hotspots voor transmigranten, naast de haven van Zeebrugge, de kuststreek en de snelwegparkings. Veurne is zowat de laatste halte voor je Frankrijk binnen rijdt. Dagelijks rijden enkele duizenden vrachtwagens er de snelweg af en terug op om te tanken. Ze vinden dan dikwijls transmigranten, die ergens in het binnenland zijn ingeklommen. De laatste tijd loopt het veel meer georganiseerd dan vroeger. Mensensmokkelaars zetten de vluchtelingen vaak in minibusjes af bij één bepaalde vrachtwagen.

Tien uur opvang

“Als wij zo’n melding krijgen, houden wij die mensen bestuurlijk aan en de Dienst Vreemdelingenzaken handelt hun zaak administratief af”, legt commissaris Fonteyne uit. “Ze blijven dan tien tot twaalf uur bij ons en krijgen uiteindelijk meestal een document, waarin staat dat zij het grondgebied moeten verlaten. In de praktijk doen zij dat natuurlijk niet. Sommige mensen die wij oppakken, hebben nog een vorig bevel bij zich om het grondgebied te verlaten of kregen er al eens één, maar zijn het kwijt.”

“Doordat wij zo veel transmigranten aantreffen, dreigt een proces van ontmenselijking. Men spreekt over die mensen in aantallen. In sommige zones werd in het verleden zelfs een cijfer op hun voorhoofd geschreven. Ze reizen in weinig hygiënische omstandigheden en wij ruiken in ons bureau als we ‘bezoek’ hebben. Ook de manier van transporteren, achteraan in een vrachtwagen, zorgt voor die ontmenselijking. Toch zijn het mensen van hoop, op zoek naar een betere toekomst. Wij moeten hen altijd als mens behandelen.”

Dagdagelijks gevecht

“Als hier een groep van 15 man toekomt, is het makkelijk om te zeggen: smijt je tuug maar daar. Rugzakken, gsm’s… Maar de groep blijft achteraf niet samen. Je moet dus heel secuur met die bezittingen omgaan, zodat ze niet zoek raken. Het is het enige wat zij hebben. Stel je voor dat iemand die ene foto van zijn partner of van zijn gezin verliest. Dat is heel erg. Maar het is een dagelijks gevecht om politiemensen daarvoor te motiveren.”

Met dialoog los je meer op dan door meteen met een stok te slaan

“Zo is het organisatorisch gemakkelijk om transitmigranten gewoon naar het bureau te laten brengen in de vrachtwagen waarin ze aangetroffen werden. Het is niet zo simpel voor ons om 15 mensen te vervoeren. Zouden wij er ooit aan denken om één van onze burgers achteraan in een vrachtwagen te vervoeren? Nee toch? Als je daar op wijst, hebben onze politiemensen onmiddellijk wel die reflex. Maar praktisch zien ze het niet altijd haalbaar.”

Nog geen geweld

“Wij moeten ook vingerafdrukken nemen, maar velen willen dat niet. Ze kunnen immers teruggestuurd worden naar het eerste land waar ze vingerafdrukken achterlieten. Mensensmokkelaars lepelen dat in: onze garantie vervalt als je ergens vingerafdrukken geeft. Wij kregen de richtlijn dat we vingerafdrukken ‘met gepaste dwang’ moeten afnemen, maar dat willen wij nooit ofte nimmer doen. Als iemand weigert zijn hand op het toestel te leggen, kan je dat niet ‘met gepaste dwang’ afdwingen. De mensen van Dienst Vreemdelingenzaken mogen ons gerust eens komen uitleggen hoe je dat doet.”

Het enige misdrijf van die mensen is dat ze illegaal in het land verblijven. Dit zijn geen grote criminelen”, beklemtoont Toon Fonteyne. “Al begrijp ik dat de ervaringen in andere zones anders kunnen zijn en dat dan ook een andere aanpak vraagt. In de omgeving van snelwegparkings zijn er soms allerlei criminele feiten, inbraken en vandalisme. Hier hebben wij die niet, of het is eens schade aan het zeil van een vrachtwagen. We hadden ook nog geen geweldsincidenten. Mocht dat zich voordoen, zou dat misschien tot een hele omslag leiden.”

Atypische politieman

Voor hij bij de politie werkte, was Toon Fonteyne nationaal coördinator van de jeugdbeweging KSA. Verklaart zijn verleden bij de jeugdbeweging zijn menselijke aanpak, vraag ik hem. “Ik denk het wel”, klinkt het. “Ik ben een atypische politieman hé. Ik zie het politiewerk als een positief engagement voor de samenleving. Het is onze taak om de mensen te helpen. Ik hoop dat we daarin niet uniek zijn in vergelijking met andere politiezones. Met dialoog los je meer op dan door meteen met een stok te slaan. Die transmigranten worden al zo dikwijls onmenselijk behandeld. Je kan echt het verschil maken door menselijk en respectvol met hen om te gaan.”