Brugge onder de loep (66): Godshuis van weldoeners

Godshuis De Schipjes aan de Peterseliestraat. (foto Davy Coghe)
Redactie KW

Door corona herontdekte iedereen het plezier van het wandelen. Wie de Brugse binnenstad doorkruist, passeert achteloos honderden details met een bijzonder verhaal. Gediplomeerd gids Chris Weymeis haalt elke week zijn loep boven en vertelt het verhaal van een bijzonder object. Vandaag: godshuis van weldoeners.

Dat Brugge een rijk patrimonium aan godshuizen bezit, is bekend. Er zijn er nog een veertigtal verspreid over de binnenstad. Sommige genieten ruime bekendheid zoals bijvoorbeeld het Rooms Convent aan de Katelijnestraat. Andere leiden een bijna anoniem leven, hoewel ze op de drukke toeristische route liggen, denk maar aan het godshuis op het Walplein of in het Begijnhof. Het godshuis in deze bijdrage, behoort zeker niet tot de bekendste. Dat komt door zijn ligging aan de rand van de stad en het feit dat het met een poort(je) is afgesloten. We hebben het over het godshuis De Schipjes aan de Peterseliestraat, een van de recentste godshuizen van de stad.

Schenkingen

De geschiedenis van het godshuis begint op 2 maart 1908, wanneer het Bureel van Weldadigheid een domein koopt voor de bouw van twaalf huisjes naar een ontwerp van de Brugse architect René Cauwe. De bouw is slechts mogelijk door drie schenkingen. De eerste is van Albert Ruzette die met een schenking van tweeduizend frank het feit wil honoreren dat hij pas tot gouverneur van West-Vlaanderen is benoemd. Zijn schenking is goed voor de bouw van twee huisjes. Voor de bouw van zeven huisjes kan worden geput uit het fonds Leon en Alfred Coppieters ‘t Wallant. Die hadden in 1902 100.000 frank (!) geschonken aan het Bureel van Weldadigheid met de voorwaarde dat een deel ervan moest worden voorbehouden voor de bouw van de huisjes. De derde schenking kwam Sidonie Spitaels, weduwe van de Brugse oud-schepen Gustaaf van Nieuwenhuyse. Wie een bezoek brengt aan het godshuis – het kleine poortje is overdag open en het godshuis is vrij toegankelijk, mits respect te betonen voor de bewoners – hoeft de naam van de milde schenkers niet van buiten te leren.

Een van de gevelstenen die herinnert aan de schenkers. (foto Davy Coghe)
Een van de gevelstenen die herinnert aan de schenkers. (foto Davy Coghe)

In al hun bescheidenheid hebben ze her en der in de gevels stenen aangebracht waarop hun naam en wapenschild is vermeld. Dan rest nog de naam van het godshuis: De Schipjes. Zowel Albert Ruzette als Gustaaf van Nieuwenhuyze waren mannen die ijverden voor de bouw van de nieuwe Brugse haven in Zeebrugge. De huisjes waren bestemd voor oude zeelieden of havenarbeiders. In het godshuis is dan ook een gevelsteen met een schipje terug te vinden. Ook aan de straatkant is er een element dat verwijst naar schippers. Boven de toegangspoort staat immers een beeld van de heilige Petrus, patroon van de schippers. Mogelijk is het van de hand van Karel Lateur, de jongere broer van Frank Lateur, beter bekend als Stijn Streuvels. De gevelstenen met de scheepjes zouden gebeeldhouwd zijn door de Brugse beeldhouwer Michiel D’Hondt. De ruime tuin van het godshuis De Schipjes is een oase van rust. Hopelijk blijft het zo. (CW)