Axelle Dauwens geniet van het leven na de sport: “Ik had snel nieuwe uitdaging”

© Davy Coghe
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

Axelle Dauwens straalt, als ze aankomt op de Mercator. De 28-jarige schone uit Knokke heeft een nieuwe uitdaging gevonden in haar leven. Haar spikes staan sinds augustus op zolder. De voormalige hordeloopster werkt nu voor het gerenommeerde productiehuis Geronimo, bekend van onder meer Het Gezin en Helden van Hier.

“Wat een fascinerend schip is dit”, steekt ze enthousiast van wal. “Ik hou van dingen met geschiedenis. En de Mercator ademt geschiedenis uit. De scheepvaart fascineert mij ook. Ik heb internationale politiek gestudeerd. Mijn masterproef ging over de invloed van de Arctische scheepvaartroutes op de geopolitieke relaties. Dat klinkt saai, zeker? (lacht) Veel grootmachten claimen de wateren aan de Noordpool. Ik vond dat een boeiend thema om eens uit te spitten. Een oom van mij, de broer van mijn moeder, was vroeger kapitein in Zeebrugge. Hij viste op garnalen, tong, kabeljauw, noem maar op. Vandaag niet meer. Al bezit hij nog altijd een vissersboot. Maar misschien zit die fascinatie wel in het bloed?”

Zou het iets voor jou zijn, het vissersleven?

“Néén. Ik zou schrik hebben, denk ik. Wekenlang dobberen op zee zonder land in zicht, het zou niets voor mij zijn. Dat moet een heel opgesloten gevoel geven. Maar het leven van die mensen fascineert mij wel.”

Hoe bevalt het leven na de sport?

“Goed. En dat meen ik. Het afscheid kwam niet onverwacht. Dat helpt. Ik was al even mijn nieuwe leven aan het voorbereiden. Ik was al stagiaire voor Geronimo, maar dan op vrijwillige basis. Toen ik in augustus stopte met lopen, kwam er gelukkig voor mij net een vacature vrij voor een vaste job. Zo had ik meteen een nieuwe uitdaging. Ik heb het zwarte gat niet gezien.”

Ik heb mijn lief te danken aan mijn laatste blessure. Wat een clichéverhaal, hé

Je bent nog maar 28. Waarom wou je stoppen met atletiek?

“Aanhoudend blessureleed. Ik haalde mijn niveau niet meer. Dat is frustrerend. Ik heb nochtans alles geprobeerd. Ik heb zelfs twee jaar in Denemarken gewoond, in Aarhus, om mijn carrière opnieuw te lanceren. Maar op een bepaald moment geraak je op. Fysiek, maar ook mentaal. Ik had geen goesting meer. Ik heb mijn lichaam meer dan eens vervloekt. Verdomme, waarom dat nu weer. Soms wist ik waarom, soms niet. Hordelopen is belastend voor het lichaam. (even stil) Ik mis het niet, moet ik bekennen. Ik doe heel graag wat ik nu doe.”

Wil je voor of achter de schermen werken?

“Voorlopig achter de schermen. Ik doe voornamelijk redactiewerk. Ik werk nu mee aan de nieuwe reeks van Helden van Hier. Maar Geronimo is een klein productiehuis. Het voordeel daarvan is dat een redactrice flexibel moet zijn. Soms mag ik reporter spelen, soms mag ik reclamespotjes maken. Dat zorgt voor variatie. Ik heb dat nodig.”

Wat mist Axelle van Knokke?

HetZwin

“Ik mis de ongerepte natuur van Het Zwin. Dat was mijn achtertuin vroeger. Een prachtig domein. Ik ging daar als kind wandelen, lopen, fietsen of gewoon spelen. Plek genoeg. De duinen, de zee. En dan die containerschepen die over zee voeren. Ik vond dat een magisch zicht. En die ooievaars met hun klapperende bek. Prachtig, toch? (lacht) Ik zou eigenlijk nog eens terug moeten gaan. Dat is al veel te lang geleden. Het reservaat is vorig jaar grondig vernieuwd. Ik zou wel eens willen weten wat er veranderd is. Het schijnt de moeite te zijn.”

KindersSiska

“Ik mis mijn thuis van vroeger. Het wafelhuis. Al serveerden wij veel meer dan wafels en pannenkoeken. We gaven lekkere snacks, maar ook kreeft, mosselen, zeetong… Al wat uit de zee komt. Ik heb zó genoten van die tijd. Al dat volk, de speeltuin, het springkasteel, het aanpalende bos. Ik zou dat graag nog eens herbeleven. Helaas bestaat dat wafelhuis niet meer.”

Devlindertuin

“Dat is opnieuw iets van vroeger, iets dat niet meer bestaat. Ik klink nu heel nostalgisch, zeker? De vlindertuin was even verderop het plein, tegenover Gustaaf Siska. Dat was een serre vol exotische vlinders. Ik herinner me nog de warmte en de vochtigheid daarbinnen. Heel gezellig. Wij hadden een abonnement. Ik kon er binnenspringen zo vaak als ik wou. Ik deed dat ook. Mijn hart brak, toen ik vernam dat de vlindertuin afgebroken zou worden. Gustaaf Siska is trouwens ook al tegen de grond gegaan. Ik vind dat daarmee ook de charme van Knokke verdwijnt. En wat komt er in de plaats? Appartementen en villa’s.”

Het strand

“Ik hou van het strand. Dat hoeft daarom niet het strand van Knokke te zijn. In de zomer ga ik bijvoorbeeld graag naar Cadzand. Mag ik dat luidop zeggen? Dat is in Nederland, hè. (lacht) Maar ook Knokke heeft een mooi strand, hoor. Met gezellige beachbars. Die wil ik zeker ook noemen. Al hou ik minstens evenveel van het strand in de winter. Dan is de sfeer helemaal anders. Desolaat.”

Wie is Axelle Dauwens?

Privé

Geboren op 1 december 1990 in Knokke-Heist. Dochter van Alain Dauwens en Jeannine Wintein. Zus van Laurence (33). Volgde lager onderwijs in de Heilig Hartschool in Knokke en middelbaar onderwijs in het Sint-Andreaslyceum in Sint-Kruis (Brugge) en de topsportschool in Meulebeke. Behaalde een bachelor communicatiemanagement aan de Artevelde Hogeschool en een master internationale politiek aan de Universiteit van Gent. Woont in Gent.

Loopbaan

Werkt voor productiehuis Geronimo. Professioneel atlete van 2008 tot 2019. Vijfvoudig Belgisch kampioene op de 400 meter horden. Finaliste op het Europees kampioenschap in Zurich in 2014. Uitgeschakeld in de reeksen op de Olympische Spelen van Rio in 2016.

Leef je nog als een atlete?

“Voor een groot stuk wel. Ik moet nog leren loslaten. Een atleet denkt voortdurend: mag ik dat wel doen? Een glas wijn drinken bijvoorbeeld. Of een stuk taart eten. Ik hoef niet meer zo te denken, maar ik doe dat onbewust toch. Ik heb ook geen zin om mijn voedingspatroon helemaal om te gooien. Ik blijf gezond eten.”

Veel atleten zijn ijdel. Dat lichamelijk ideaal is echter moeilijk vast te houden na de carrière. Vrees jij daar ook voor?

“Jawel, ik geef dat toe. Ik vraag me soms af hoe ik er volgend jaar ga uitzien. Ik voel nu al dat mijn spiermassa krimpt. Dat hoeft op zich geen probleem te zijn. Maar ik zou niet graag veel bijkomen. Ik ga ook om die reden elke week drie keer tien kilometer lopen. Ik wil energie verbranden.”

Wou je ook geen marathon lopen?

“Dat is het doel. Maar vraag me niet wanneer. Ik heb onlangs de twintig kilometer van Parijs gelopen. Dat ging goed tot kilometer veertien. Daarna was het afzien. Ik zou eigenlijk geopereerd moeten worden aan mijn voeten. Mijn tenen staan te veel naar binnen. Weeral iets dus. (droog) Dat is ouder worden, zeker?”

Axelle Dauwens geniet van het leven na de sport:
© Davy Coghe

Jij woont in Gent vandaag. Mis je de zee niet?

“Niet zo. Ik hou vooral van water. Dat is ook in Gent overvloedig aanwezig. Dat hoeft de zee niet te zijn. (denkt na) Al zie ik mezelf nog terugkeren naar de kust. Naar De Haan bijvoorbeeld. Dat is een toffe én betaalbare stad. Of naar Oostende. Mijn vader, die nog steeds in Knokke woont, komt zelfs naar hier om te zwemmen. Hij is gek van Oostende. Dat is voor hem nog steeds de rock ‘n roll van vroeger.”

Je noemt Knokke niet.

“Ik kan dat niet betalen.” (lacht)

En mocht je dat wel kunnen?

“Ik zou twijfelen. Ik heb graag in Knokke gewoond. Ik ben daar geboren en getogen. Toen mijn ouders uiteengingen, ben ik moeten verhuizen. Ik was toen tien. Mijn moeder is dan op een boerderij in Lapscheure gaan wonen. Maar het Knokke van vandaag is niet meer het Knokke van toen. Ik vind het in de zomer soms té chique.”

Wat onthou jij van je kinderjaren?

“De vrijheid die mijn zus en ik genoten. Mijn ouders baatten het wafelhuis Kinders Siska uit op het Oosthoekplein. Wij woonden daarboven. (enthousiast) Dat was een feest voor ons. Elke dag veel volk over de vloer. Een eigen speelplein. Kip met appelmoes, als we dat wilden. Al was dat wellicht minder een feest voor mijn ouders. Zij hebben veel moeten werken.”

En de scheiding, was dat het einde van het feest?

“Neen, toch niet. Dat viel goed mee. Je schrikt daar natuurlijk van. Een kind denkt daar niet over na. Zien mijn ouders elkaar graag? Zijn ze gelukkig samen? Plots komt die boodschap dat die twee mensen uiteen gaan. Dat komt hard aan. Ik was amper negen jaar. Maar ik heb dat snel kunnen aanvaarden. Het leven in Lapscheure was óók een feest. Wij hadden paarden thuis, herten, kippen, een vijver, noem maar op. Ik heb ook een goede band met mijn stiefvader, die dierenarts is. Hij heeft mijn leven ook verrijkt, net zoals mijn vader. Mijn vader is de sportman. Hij is de oprichter van de Zwintriatlon in Knokke. Ik heb zijn sportieve en avontuurlijke genen geërfd. Mijn stiefvader heeft mij dan weer gestimuleerd om verder te studeren.”

Het is eigenlijk straf dat ik het tien jaar heb volgehouden in de atletiek, want ik wil vooral variatie in mijn leven

Wat was jouw kinderdroom?

“Ik had véél dromen. Ik kan niet meteen één iets noemen. Ik weet wel dat ik heel sportief was. Soms zeiden mensen mij dat ik later aan de Olympische Spelen zou deelnemen. Dan dacht ik Ja, dat zou wel iets voor mij zijn. Maar ik had nooit kunnen denken dat dat op de 400 meter horden zou zijn. Mijn eerste discipline was de meerkamp. De reden? Dat zijn zeven verschillende disciplines. Opnieuw: die variatie. Dat is de rode draad in mijn leven. Het is eigenlijk straf dat ik het tien jaar heb volgehouden in die wereld van de atletiek.” (lacht)

Hoe waren de Spelen in Rio in 2016?

“Blij dat ik er bij was natuurlijk, maar tegelijkertijd de grootste ontgoocheling van mijn carrière. Ik had daar veel meer van verwacht. Sportief, maar ook organisatorisch. Ik vond de organisatie neigen naar nattevingerwerk. Ik doel dan op de Brazilianen én op de Belgen. Nu goed, dat is verleden tijd. Ik probeer daar niet elke dag aan terug te denken. Dat zou te veel pijn doen. Ik weet nu al dat volgende zomer moeilijk wordt. Ik wou aanvankelijk verder doen tot aan Tokio, maar dat bleek onmogelijk.”

Wat was plan-B, mocht atletiek niet gelukt zijn?

“Ik vraag me dat ook soms af. Ik weet het niet. Wellicht was ik dan gestopt met studeren na mijn eerste diploma. Ik zou misschien iets sneller aan de slag gegaan zijn bij een productiehuis. Maar ik beklaag me niets. Ik ben gelukkig met hoe het leven voorlopig gelopen is.”

Wat is je grote droom voor de toekomst?

Dat is een moeilijke. Ik wil véél. Misschien te veel. Ik ben graag succesvol. Dat is een goede eigenschap in de sportwereld. Maar is het dat ook in het echte leven? Ik weet dat niet. Ik wil een variërende job, ik wil het leukste huis, ik wil de beste relatie en ik wil het schoonste kind. Dat zal niet allemaal lukken. Ik besef dat.”

Denk je al aan huisje, tuintje, kindje?

“Ik zou binnen de twee jaar graag een huis hebben, dat wel. Ik woon nu op een appartement. Een lief heb ik ook al, maar dat is nog pril. Ik wil hem nu nog niet afschrikken door over kinderen te beginnen. Ik heb hem trouwens leren kennen, toen ik revalideerde bij Lieven Maesschalck in Antwerpen. Hij werkt daar als kinesist.”

Dan heeft dat blessureleed toch iets opgeleverd?

“Dat klopt. Wat een clichéverhaal, hè. Ik heb mijn lief te danken aan mijn laatste blessure.” (lacht)

Wat mist Axelle van Knokke?

HetZwin

“Ik mis de ongerepte natuur van Het Zwin. Dat was mijn achtertuin vroeger. Een prachtig domein. Ik ging daar als kind wandelen, lopen, fietsen of gewoon spelen. Plek genoeg. De duinen, de zee. En dan die containerschepen die over zee voeren. Ik vond dat een magisch zicht. En die ooievaars met hun klapperende bek. Prachtig, toch? (lacht) Ik zou eigenlijk nog eens terug moeten gaan. Dat is al veel te lang geleden. Het reservaat is vorig jaar grondig vernieuwd. Ik zou wel eens willen weten wat er veranderd is. Het schijnt de moeite te zijn.”

KindersSiska

“Ik mis mijn thuis van vroeger. Het wafelhuis. Al serveerden wij veel meer dan wafels en pannenkoeken. We gaven lekkere snacks, maar ook kreeft, mosselen, zeetong… Al wat uit de zee komt. Ik heb zó genoten van die tijd. Al dat volk, de speeltuin, het springkasteel, het aanpalende bos. Ik zou dat graag nog eens herbeleven. Helaas bestaat dat wafelhuis niet meer.”

Devlindertuin

“Dat is opnieuw iets van vroeger, iets dat niet meer bestaat. Ik klink nu heel nostalgisch, zeker? De vlindertuin was even verderop het plein, tegenover Gustaaf Siska. Dat was een serre vol exotische vlinders. Ik herinner me nog de warmte en de vochtigheid daarbinnen. Heel gezellig. Wij hadden een abonnement. Ik kon er binnenspringen zo vaak als ik wou. Ik deed dat ook. Mijn hart brak, toen ik vernam dat de vlindertuin afgebroken zou worden. Gustaaf Siska is trouwens ook al tegen de grond gegaan. Ik vind dat daarmee ook de charme van Knokke verdwijnt. En wat komt er in de plaats? Appartementen en villa’s.”

Het strand

“Ik hou van het strand. Dat hoeft daarom niet het strand van Knokke te zijn. In de zomer ga ik bijvoorbeeld graag naar Cadzand. Mag ik dat luidop zeggen? Dat is in Nederland, hè. (lacht) Maar ook Knokke heeft een mooi strand, hoor. Met gezellige beachbars. Die wil ik zeker ook noemen. Al hou ik minstens evenveel van het strand in de winter. Dan is de sfeer helemaal anders. Desolaat.”