Arthur (11) is een van de jongste duivenmelkers van het land
Als een uitstervende groep grijze duivenmelkers plots aangevuld wordt met ‘duivenjong’ Arthur van amper 11 jaar, dan verdient dit onze aandacht. Zeker als je weet dat Arthur Himpens de passie niet van vader Stijn of moeder Lies Van Cauwenberghe heeft meegekregen. In zijn duiventil aan de Hertsbergeveldstraat is hij duiven aan het opleiden. “Volgend jaar wil ik aan wedstrijden deelnemen.”
“Bijna drie jaar heeft hij zitten zagen om duiven te mogen kweken”, vertelt mama Lies. “Eerst dachten we dat het zomaar een bevlieging was, maar het bleef maar duren. Uiteindelijk zijn we bezweken en hebben we een duivenhok in de tuin geïnstalleerd. Omdat we er zelf niets van kenden, kregen we ontzettend veel steun van Youri De Ruyck, een vriend van Stijn, die in het begin elke week langs kwam. Gelukkig maar, want zelfs als een duif eten moet hebben of ziek wordt, dan zien wij het nog niet. Een echte kenner zoals Youri ziet onmiddellijk als een duif geen normaal gedrag vertoont. Ook de vrienden van Youri, Mathijs Valcke, Johan Bistoen en Jurgen Vertommen, komen vaak een handje helpen. De wereld van de duivenmelkers is echt een warme gemeenschap. Een loyale bende die voor mekaar in de bres springt. Zij hielpen Arthur trouwens aan de betere soort duiven om verder te kweken. Bij deze wil ik hen daarvoor hartelijk bedanken.”
Bijzondere duiven cadeau gekregen
“Hoe je een goede duif herkent?”, schrikt Arthur van onze blijkbaar niet zo snuggere vraag. “Heel eenvoudig: Door aan de beentjes achteraan te voelen. Hoe dichter die bij mekaar staan, hoe beter. Zie dat als een soort verlengd borstbeen. En hoe breder de pennen en de vleugels uit mekaar staan, hoe beter natuurlijk. Enfin, sommigen kunnen de kwaliteit van de duiven blijkbaar aan hun ogen aflezen.”
“Misschien kan het voorbeeld van Arthur aanstekelijk werken voor andere jongeren”
“Heel toevallig ben ik trouwens aan twee heel bijzondere duiven geraakt. Vorig jaar zag ik dat er op mijn hok een duif zat die niet van mij was”, vertelt Arthur. “Via de ring kwam ik te weten dat ze van Maurits Vanthournout uit Torhout was. Ik bracht de duif terug en hij was zo ontzettend blij en dankbaar dat hij mij iets beloofde. En inderdaad, hij was mij niet vergeten. Met kerst mocht ik twee van zijn kersverse duivenjongen ophalen. Achteraf gezien blijkt Maurits een topspeler te zijn in de regio. Uiteraard ben ik hem heel dankbaar want dank zij hem zal ik misschien ooit wedstrijdprijzen halen. Nu ben ik mijn duiven nog aan het opleiden maar volgend jaar wil ik aan wedstrijden deelnemen. Ik heb me ondertussen al ingeschreven in het lokaal van ‘De Ware Vrienden’ in Wingene.”
Mannetjesduif Felientje
“Ondertussen weten we ook dat een duivenhok zuidoost gericht moet staan en dat een duif zelfs eieren kan leggen zonder dat er een mannetje aan te pas komt”, zegt papa Stijn. “Het zijn dan wel geen bevruchte eieren maar toch, eigenaardig vind ik dat wel.”
(lees verder onder de foto)
“De schoolvrienden van Arthur hebben weinig interesse in zijn bijzondere hobby. Ook zus Linde is niet echt een liefhebber. Toch bezit ze één duif die ze bij de geboorte Felientje heeft genoemd. Achteraf bleek Felientje geen vrouwtje maar een mannetjesduif te zijn, maar de naam bleef. “Tja, tegenwoordig is veel mogelijk”, lacht Stijn.
De term ‘duiven melken’ kan Arthur ons niet verklaren, maar op weduwschap spelen weet hij des te meer: men gaat de duivinnen van het hok verwijderen, laat de doffers na enkele dagen broeden alleen over in hun nestbak en de lont zit in het kruitvat. Het koppel wil zo vlug mogelijk weer samen zijn. Het zijn trouwe paartjes. Niet voor niets worden ze vaak afgebeeld op huwelijksaankondigingen.”
“Het houden van duiven mocht voor ons ook geen verplichting betekenen om thuis te blijven”, besluit Lies. “Maar daar heeft Arthur dan weer opa Gilbert kunnen voor inschakelen. Als Arthur niet thuis is of als we op reis zijn, dan doet hij het onderhoudswerk: het hok schoonmaken, de uitwerpselen afschrepen en de duiven te eten geven. Anders vindt Arthur het helemaal niet erg om wat vroeger op te staan om zijn lievelingsdieren te verzorgen. Ondertussen zijn het er al dertig! Genoeg om er een tijdje mee zoet te zijn.”
Hobby voor het leven
“Maar als het van Arthur afhangt, is dit een hobby voor het leven. Misschien kan het voorbeeld van Arthur aanstekelijk werken voor andere jongeren. Kom, kom, kom, … naar de duivensport! Dat zal wel nodig zijn want de gemiddelde leeftijd van de spelers in zijn duivenlokaal moet om en bij de 70 jaar liggen.” (PH)
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier