Ann Wauters valt op in ‘Special Forces’ en de WNBA: “Mijn West-Vlaams? Mijn vrouw zegt al snel: stop er maar mee”

Ann Wauters: “Een comeback? Nee, die fysieke impact is heel duidelijk. Mijn knieën zijn écht versleten.” © Christophe De Muynck
Bert Vanden Berghe

Ze mag dan wel ‘aangespoeld’ zijn, toch is basketballegende Ann Wauters – met haar palmares is dat woord niet overdreven, nee – langzaam maar zeker het toonbeeld van de West-Vlaming geworden. Haar nuchtere blik en een onuitputtelijke drive om te werken voor haar dromen komen straks van pas als assistent-coach bij de Amerikaanse topploeg Chicago Sky en in het programma ‘Special Forces: Wie Durft Wint’, vanaf maandag op VTM. “Zo’n bericht op je telefoon dat er een ‘active shooter’ op de school van je kinderen is, dat wil je écht niet meemaken.”

“Ik kijk er niet echt naar uit, nee, naar dat moment”, grijnst Ann Wauters, een paar dagen voor ze naar Chicago trekt. Tien weken lang moet ze haar vrouw en drie kinderen missen, maar veel tijd daarvoor zal ze niet hebben. Met veertig wedstrijden in vier maanden tijd zal ze als assistent-coach net als vorig jaar de handen vol hebben bij basketploeg Chicaco Sky in de WNBA, dat qua spelplezier niet moet onderdoen voor de mannelijke evenknie, de NBA. Integendeel zelfs. “Het feit dat het al meer dan 20 jaar geleden is dat er een ploeg twee jaar op rij kampioen werd, zegt al veel. Iedereen is zo aan elkaar gewaagd, dat echt elke wedstrijd belangrijk is. Zo’n 90 procent van al onze wedstrijden die we vorig jaar gespeeld hebben, hadden een verschil van minder dan negen punten tussen winst en verlies. Het is dus telkens strijden tot de laatste minuut.”

Maar veel vrije tijd is er dus niet?

“Nee, zelfs op onze vrije dag zijn we daar vaak te vinden. Een weekend vrijaf bestaat niet, maar dat ben je snel gewoon. Zeker als je in dat ritme zit.”

Is het moeilijker om zo lang van huis weg te zijn in vergelijking met andere jaren?

“Zeker. Er zijn momenten dat het mij overvalt, maar je ontwikkelt daarin een soort mechanisme. Ik neem al eventjes op voorhand bewust afscheid van hen zonder dat zij het merken. Ik wil hen daar ook niet mee belasten. In totaal ben ik vijf maanden weg, maar ik hoef ze gelukkig niet zo lang te missen. Ik kijk er wel naar uit dat ze deze zomer de vakantie doorbrengen in de States, net zoals vorig jaar. Voor de kinderen is het belangrijk dat ze hier in hun ritme blijven, zowel qua school als hobby’s. Bovendien zitten de oudsten in het zesde leerjaar en ik wil dat ze dat op een leuke manier kunnen afsluiten. Het is niet gemakkelijk, nee, dat geef ik toe. Maar je kan niet alles hebben in het leven. En tegelijkertijd zal ik er ook uit leren en kan ik mijn gezin ook unieke ervaringen meegeven.”

Hadden zij gehoopt dat je meer thuis zou zijn toen je stopte als speelster?

“Het is misschien onbewust gegroeid dat ik diegene ben die het vaakst weg ben van thuis, maar eerlijk: tot aan het moment dat de hoofdcoach van Chicago Sky mij belde, had ik er niet bij stilgestaan dat coaching effectief een optie was. Dat overviel me dan ook echt. Het toffe is dat ik vandaag (Ann geeft keynotes, red.) mijn ervaring uit de sportwereld kan vertalen naar bedrijven en organisaties, maar ook omgekeerd: dat ik veel zaken waar ik over praat kan omzetten in de praktijk.”

Chicago Sky is geen klein bier. Vorig jaar schopten ze het nog tot de halve finale in de play-offs.

“We staan voor een grote uitdaging dit seizoen. Zeker omdat Las Vegas en New York elk een superteam hebben gevormd, met ook mensen die ze hebben weggeplukt bij ons. Zo kunnen wij wat vanuit de underdogpositie hard werken. We zien wel waar we uitkomen.”

De WNBA blijft het hoogste goed als basketballer, veronderstel ik.

(knikt) “Je voelt dat ze daar meer willen op inzetten. Er komen twee ploegen bij, meer matchen en wellicht dus ook meer inkomsten van de televisierechten. Dat betekent dat meer basketbalspeelsters keuzes zullen moeten maken. Want als je speelt in een reguliere competitie en je doet dan ook nog eens de nationale ploeg… Dat wordt véél. Emma Meesseman trekt bijvoorbeeld nu niet naar de WNBA. Het is niet simpel om alles te combineren. Zeker als de nationale ploeg ook meedoet op EK’s en naar de Spelen kan.”

Is de stress langs de zijlijn enigszins vergelijkbaar met die op het veld?

“Het is wel anders, misschien losser ook. Vroeger moest ik echt op mijn rust of voeding letten, terwijl ik daar nu wat relaxter sta. De concentratie tijdens de match is vergelijkbaar, maar nadien blik ik eerder analytisch terug, waar als speelster vaak de emoties de bovenhand haalden.”

Straks is ze te zien in ‘Special Forces: Wie Durft Wint’ op VTM: “Ik heb ooit een legeropleiding overwogen.”
Straks is ze te zien in ‘Special Forces: Wie Durft Wint’ op VTM: “Ik heb ooit een legeropleiding overwogen.” © Christophe De Muynck

Op het veld had je een duidelijk leiderschap. Zonder afbreuk te willen doen aan je huidige job, is hoofdcoach een zekere ambitie?

“Ik denk dat je daarin moet groeien. Dat is ook echt een metier. Ik denk dat ik goed zit om snel veel te leren. Maar ik sluit een job als coach absoluut niet uit, nee.”

Had je zonder dat telefoontje uit Chicago het basketbal echt kunnen loslaten, denk je?

“Ja, omdat het iets was met een duidelijk eindpunt. De fysieke klachten, zoals mijn versleten knieën, maakten het duidelijk dat het voorbij was.”

Maar niet zoals pakweg Fredje Deburghgraeve, die na zijn zwemcarrière totaal geen lengtes meer wilde zwemmen?

“Nee, ik kan perfect op het basketbalveldje thuis met de kinderen een balletje gooien. Ik heb zeker geen afkeer van basket, maar ook geen nood om te spelen. Een comeback? Nee, die fysieke impact is heel duidelijk. Mijn knieën zijn écht versleten.”

Was dat mentaal een opdoffer? Want je bent amper de veertig voorbij en je carrière zit er al op.

“In sport is dat al snel zo. Toen ik dertig was, spraken ze al over mijn pensioen, terwijl ik vond dat ik in de fleur van mijn sportcarrière zat. Ik denk dat ik dankbaar en blij mag zijn met zo’n lange carrière, maar ik draag er wel de gevolgen van. Net zoals bijna alle topsporters, want je pleegt toch roofbouw op je lichaam. Maar als ik het opnieuw kan doen, doe ik waarschijnlijk net hetzelfde. En lopen lukt iets minder goed, maar hier in de buurt ga ik dan fietsen.”

Je woont hier nu al meer dan tien jaar. Voel je je al West-Vlaming?

“Eigenlijk wel. Ik woon hier heel graag. West-Vlamingen hebben ook een heel gemoedelijke mentaliteit. En er zijn ook veel basketballiefhebbers in de streek, heb ik al gemerkt. Ik ben wel iemand die graag de rust opzoekt en als ik veel meetings heb in een dag, ga ik soms een toertje doen in het bos van Bellegem. Dat helpt me dan ook echt om letterlijk zuurstof op te doen. Mijn West-Vlaams? Mijn kinderen zijn er natuurlijk goed mee weg, maar als ik er mij aan waag, zegt mijn vrouw al snel: stop er maar mee.” (lacht)

Zij heeft ook een basketverleden. Hebben jullie elkaar zo leren kennen?

“Eigenlijk via een gemeenschappelijke vriendin, Sarah De Clerck (van basketploeg Kortrijk Spurs, red.). We zijn één keer uit geweest en het was meteen raak.”

Je thuis voelen in Bellegem en ook verknocht zijn aan Chicago… dat lijkt me nogal contradictorisch.

“De maatschappij is in de VS wel wat individualistischer, dat is waar. Het is niet zozeer dat ik me er thuis voel, maar ik ben er wel graag. Het is vooral plezant om al die indrukken op te doen. Het prikkelt me om van daaruit te leren.”

Met je uitgebreid palmares ben je op zijn zachtst gezegd een vrouw van de wereld. Maar maak je je geen zorgen, als je soms ziet wat er gebeurt in landen waar je al speelde, van Rusland tot Turkije? Om dan nog maar te zwijgen over de VS.

(knikt) “Die abortuswetten… zitten wij in het land of the free, denk ik dan? Het is een beetje paradoxaal. Ik probeer iemand te zijn die redelijk optimistisch is, maar ik zie het niet altijd even positief in, hoor.”

Is dat wereldbeeld veranderd door kinderen te krijgen?

“Ja. Een van onze collega’s kreeg op een gegeven moment een notificatie op haar telefoon dat er een active shooter was in de school van haar kinderen. Dat zijn dingen die je niet wil meemaken als ouder. Dat is niet de realiteit waar wij hier in leven. Wij zetten onze kinderen af op een plek waar je veronderstelt dat ze veilig zijn en waar je geen vragen bij stelt. Ik voel veel vertrouwen, zonder dat de klassen hier zo zwaar beveiligd zijn zoals ginder. Nee, die stress zou ik niet willen meemaken als ouder.”

Ann zag al heel wat van de wereld: “Ik probeer iemand te zijn die redelijk optimistisch is, maar ik zie het niet altijd even positief in, hoor.”
Ann zag al heel wat van de wereld: “Ik probeer iemand te zijn die redelijk optimistisch is, maar ik zie het niet altijd even positief in, hoor.” © Christophe De Muynck

Vrolijk word je er niet van, van wat we soms zien in het nieuws.

“Nee. Maar ik voelde in landen als Turkije ook veel gastvrijheid. En ik merkte ook dat de gewone Rus ook niet gevraagd had om een oorlog. Er zit altijd een beetje meer nuance achter al dat nieuws, maar als ik zie hoe de wereld steeds meer polariseert… Toen ik als 19-jarige naar de VS trok werd ik voor het eerst geconfronteerd met racisme. Ik ben hier opgegroeid met weinig diversiteit, en toen ik naar Frankrijk ging werd ik daar wel omringd door mensen met kleur. Maar dat was nooit een issue. In de VS was dat een ander verhaal, daar leerde ik al snel dat het eigenlijk nog niet zo heel lang geleden is wat de Afro-Amerikanen overkwam, en dat ze die hele geschiedenis, frustratie en zoveel woede met zich meedragen. En hoewel er op papier gelijke kansen zijn, is dat in de praktijk niet altijd zo. Ik merk bovendien dat er op dat vlak de afgelopen twintig jaar heel weinig veranderd is, zelfs al was er al een zwarte president. Of ondanks bewegingen zoals Black Lives Matter, waar vanuit de sportwereld een platform werd gebruikt om mensen te sensibiliseren. Dan denk ik soms: we hebben het hier in België nog zo slecht niet.”

Sport kan daarin een voortrekker zijn.

“En verbindend werken. Want het is een mooie manier om de samenleving en de diversiteit ervan te weerspiegelen. Als je ziet hoe verschillende culturen samen op een vreedzame manier kunnen samenwerken…”

Zit er een wereldverbeteraar in je?

“Ik heb die voorbeeldrol altijd wel wat gevoeld en gedragen. Zo kon je mij niet betrappen op het drinken van veel alcohol, want ik voelde me als sporter meteen bekeken. Aan de andere kant denk ik dat ik misschien op bepaalde momenten, vroeger in mijn carrière, misschien wat meer het voortouw had kunnen nemen. Het feit dat we met twee vrouwen een gezin vormen, terwijl ik in landen heb gespeeld als Rusland waar holebirechten niets voorstellen. Maar ik denk dat ik mij daar op dat moment misschien iets minder bewust van was. Dat ik iets te veel in mijn eigen cocon leefde. Maar wat ik dacht, was ook met de kennis van toen. Ik ben daarin moeten groeien en die blik is ook veranderd door kinderen te krijgen.”

Over alcohol gesproken, heb je overigens ‘guilty pleasures’?

“Wacht! (trekt een schuif open en haalt een doosje pralines boven) Witte Leonidaskes! Mijn moeder geeft die altijd mee. Ik probeer er een beetje spaarzaam mee om te gaan, maar…”

Dat gaat geen vijf maanden mee.

(grijnst) “Eenmaal ik weet dat het doosje open is… Tot zover het karakter van een topsporter.”

Over karakter gesproken: heb je getwijfeld toen ze je vroegen om mee te doen aan ‘Special Forces: Wie Durft Wint?’

“Absoluut, al moet ik zeggen dat ik vanaf het begin wel getriggerd was. Toen ik in het zesde middelbaar zat, heb ik efkes getwijfeld om een legeropleiding te combineren met mijn studies. Het was vooral het fysieke aspect dat mij aantrok. En nu ook. Ik wilde wel eens weten hoe zwaar dat zou zijn, vooral mentaal. Omdat het mij leuk leek om wat ik meegeef in die keynotes af te toetsen in een omgeving die ik eigenlijk niet ken. Ga ik kalm kunnen blijven? Alle regeltjes kunnen toepassen? Ik heb het afgetoetst bij Lieven Maesschalck (kinesist, red.), waarvan ik dacht dat hij me net dat duwtje in de rug zou geven. Maar die zei: ik zou dat niet doen. Ik was daar toch een beetje van uit mijn lood geslagen, maar uiteindelijk kon de productie mij toch overtuigen.”

En heb je het onderschat?

“Fysiek was het nog zwaarder dan ik had gedacht, maar het was wel een unieke ervaring. Mentaal ga je ook weer heel diep. (denkt na) Ik heb niets ontdekt dat ik eigenlijk nog niet wist. Ik wéét dat ik fysiek diep kan gaan.”

Had je dat wat gemist?

“Een beetje wel, ja. Ik vond dat wel plezant, weer die grenzen opzoeken. Niet dat het nu zo leuk is om door die pijngrens te gaan, maar dat zit wel een beetje in mij.”

Ben je iemand die op een dag vrijaf relatief onrustig rondloopt?

“Toch wel. Iemand van onze groep is naar een stilteretreat geweest, waar je geen woord mocht zeggen. Daar zou ik het veel moeilijker mee hebben. (lacht) Ik vond het wel weer tof om te trainen naar iets toe, ook mentaal.”

Sinds je afscheid heb je nog geen tijd gehad voor het zwarte gat, denk ik?

“Nee, maar ik was daar ook op voorbereid de laatste jaren. Bovendien is er met een gezin altijd een soort routine. Het leven gaat verder, hé. De kinderen moeten naar school of hun hobby’s… Veel atleten die stoppen gaan door een identiteitscrisis, omdat ze zo met hun sport vergroeid zijn. Ik was er mij altijd bewust van dat het maar een deeltje van mijn persoon was. Bovendien had ik mijn rol bij de Cats al zien veranderen. Ik voelde dat ik steeds meer een mentor werd naast het veld. Dat was een rol die ook in de smaak viel en waar ik veel uit leerde.”

Ben je als moeder meer een moederfiguur of dreig je toch af en toe in die rol van coach te vallen?

“Ik wil in elk geval niet die zaag worden. (lacht) Ik wil dat ze zich ervan bewust zijn dat je best niet doen op school gevolgen kan hebben. Al zijn onze kinderen wel redelijk plichtbewust. De oudste is verzot op basket en dan dreigt die valkuil van hem te waarschuwen dat de weg moeilijk en lastig is, maar tegelijkertijd ben ik de eerste die praat over dromen en ze na streven. Dan wil ik niet diegene zijn die zegt dat ze maar basket moeten houden als hobby. Geloof me, dat is niet altijd even gemakkelijk.”

Als je toch even coach mag spelen: welke levensles wil je hen meegeven?

“Dat je samen veel kan doen, in teamverband, zelfs al is het niet altijd zo simpel. En als je iets wil bereiken, moet je hard werken. Het zal niet in je schoot vallen. En voor jongeren is het vandaag nog zoveel moeilijker, want er is zoveel keuze en zoveel afleiding. Wat ik hen vooral toewens is dat ze hun passie vinden, in iets waar ze zich kunnen ontplooien. Is dat als IT’er? Super. Is dat in de sport? Ook goed.”

‘Special Forces: Wie Durft Wint’, vanaf maandag 1 mei om 20.35 uur op VTM.


Wie is Ann Wauters?

Ann Wauters (42) werd geboren in Sint-Niklaas, maar woont sinds een tiental jaar in Bellegem (Kortrijk) met haar vrouw en drie kinderen. Ze begon haar basketcarrière in de jaren 90 en speelde nadien in onder meer Frankrijk, Rusland en Turkije. Ze was jarenlang ook een van de sterkhouders bij de Belgian Cats, werd vijf keer verkozen tot Europese speelster van het jaar en mocht zelfs aantreden in het All-Star team van de WNBA. Na de Spelen in 2021 stopte ze met basketten. Sinds vorig jaar is ze assistent-coach bij de Amerikaanse basketploeg Chicago Sky. Ze geeft ook keynotes.

Lees meer over: