Ann Peuteman is journaliste bij Knack: “Het fijnste is mensen een stem kunnen geven”

Ann Peuteman op de Mercator: “Hier zijn de trouwfoto’s van mijn ouders gemaakt.” (foto Davy Coghe) © Davy Coghe
Gillian Lowyck

Wie af en toe Knack leest, las ongetwijfeld al een artikel van Ann Peuteman. De journaliste met Oostendse roots zorgt al vele jaren voor boeiende artikels en reportages in het weekblad. Daarnaast legt ze zich ook toe op ouderenrechten. Ze wil tachtigplussers een stem geven en doet dat met veel enthousiasme.

“De huwelijksfoto’s van mijn ouders zijn hier gemaakt”, vertelt ze, terwijl we op de Mercator de foto’s nemen. “Hun huwelijk hield geen stand, maar ik ben er wel uit voortgekomen.”

Je bent van Oostende.

“Klopt. Ik ben hier geboren en heb later in Bredene gewoond, tot een maand voor mijn achttiende verjaardag. Ik kom zelfs uit een vissersfamilie, met een IJslandvaarder als grootvader. Ik volgde les in het Sint-Andreasinstituut. Het heeft trouwens tot mijn veertigste geduurd vooraleer ik weer iets donkerblauws kon dragen (lacht). Uiteindelijk ben ik Germaanse filologie gaan studeren aan de Universiteit van Gent. Als eerste van de familie. En dat schrijven, dat zat er eigenlijk al altijd in, hoor. Ik had een leraar die zei dat ik veel schrijftalent had. Toen ik ging studeren, ging er een wereld voor mij open.”

Je vluchtte weg van de stad?

“Oostende was in die tijd een nogal grauwe stad, vond ik. Er was ook weinig te doen, zeker op cultureel vlak.. Ik snakte naar de échte wereld. Toen ik in Gent arriveerde, voelde dat echt aan als een verademing. Maar het Oostende van vandaag is totaal niet meer het Oostende waarin ik ben opgegroeid. Vandaag kom ik nog regelmatig aan zee. Mijn ouders wonen hier nog, ik heb hier nog veel kennissen en een goede vriendin. Toen ik voor Theater aan Zee debatten mocht modereren, voelde dat wel aan als thuiskomen.”

“Weet je wat er raar is? Ik woon nu al zo lang in Gent, toch ken ik hier nog blindelings mijn weg. Dat Oostendse zit er nog altijd in. Toen we vroeger met Knack stedenspecials maakten, lag het ook altijd voor de hand dat ik de special rond Oostende zou doen. Ook bij de gemeenteraadsverkiezingen ben ik degene die Oostende volgt. Daar is zelfs geen discussie over: Oostende is mijn stad. Ik woon al veel langer in Gent dan ik ooit aan de kust heb gewoond, maar toch voel ik me in wezen nog altijd een Oostendse.”

Oostende is mijn stad. Ik vind hier na al die jaren nog altijd blindelings mijn weg

Je werkt al lang bij Knack.

“Ik ben gestart op de redactie van het toenmalige dagblad Het Volk, maar belandde vijf jaar later bij Knack. En daar zit ik dus nog altijd. Ik ben lang politiek verslaggever geweest, tot ik daar wat op uitgekeken raakte tijdens de lange regeringsvorming. Nu zijn sociale zekerheid, onderwijs, gezondheid… mijn onderwerpen. De afgelopen twee jaar zijn zeker pittig geweest op dat vlak.”

Daarnaast schreef je boeken over ouderenrechten en ouderenzorg. Vanwaar die interesse?

“Toen ik voor Knack oud-ministers en andere prominenten op leeftijd interviewde, viel me in het nagesprek keer op keer op hoe moeilijk zij het hadden om te blijven wie ze altijd al waren geweest. Zelfs iemand die echt zijn sporen heeft verdiend, telt als tachtiger plots minder mee. Dat komt doordat we de neiging hebben om hen alles uit handen te nemen wat het leven leuk en spannend maakt, zoals autorijden, geld uitgeven of koken. Met de beste bedoelingen schenden we zo hun rechten. Dat is waar mijn boek ‘Grijsgedraaid’ over gaat.”

“De voorbije jaren heb ik tal van gesprekken gevoerd met tachtigplussers. Die gesprekken bleven hangen. Ik was bezig aan een nieuw boek toen de coronacrisis uitbrak. Dat boek zou gaan over levensmoeheid en hoe het voelt om ‘klaar’ te zijn met je leven. Maar toen brak dus die pandemie uit en plots werden woonzorgcentra het middelpunt: de deuren gingen op slot, en toch kregen we meer inzage. Ik kon het dus niet laten om daar iets mee te doen. Dat werd het boek ‘Verplant’, over wonen in een woonzorgcentrum. Veel mensen hebben een bepaald idee van een woonzorgcentrum. En heel veel mensen willen er vooral niét gaan wonen, terwijl velen onder ons er finaal wél belanden. Er zijn veel vooroordelen. Maar dat kan anders.”

Waarmee ben je vandaag bezig?

“Naast mijn werk bij Knack ben ik nu druk bezig met het maken van een documentaire over rebelse ouderen. In het voorjaar heb ik een oproep gelanceerd waarop meer dan 250 opstandige, eigenzinnige 75-plussers reageerden. Het wordt een film die alle clichés over ouderen moet doorbreken.”

Wat is het fijnste aan je job?

“Mensen een stem geven. Hoe langer ik deze job doe, hoe meer ik besef dat ik daarmee echt het verschil kan maken: inzichten en ervaringen van mensen die moeilijk gehoor vinden aan het debat toevoegen. En het schrijven, hé. Dat blijft, na al die jaren, even belangrijk.”

Waarvan droom je nog?

(denkt na) “Ik stel die vraag ook aan de mensen die ik interview voor mijn documentaire. En nu ben ik niet voorbereid (lacht). Ik zou ooit een poging willen wagen om fictie te schrijven. Omdat ik me al heel lang afvraag of ik dat kan. Ook droom ik er al lang van om een tijd in Londen te wonen. Ik ben een anglofiel en ik ben er vrij zeker van dat ik in Londen thuis zou komen.”