‘Aangespoelde’ Walter Van den Branden pent ervaringen over verhuis naar zee neer in boek
Antwerpse roots, maar een thuishaven gevonden in Oostende. Het is iets wat Walter Van den Branden (73) gemeen heeft met de Mercator. Zeven jaar geleden vestigden Walter en zijn vrouw Gusta zich in de Stad aan Zee. Walter bracht nu een boek uit met hun ongezouten migratieverhaal.
Walter Van den Branden en Gusta Mertens hadden altijd gezegd dat ze rond hun 65ste hun huis in het landelijke Lint zouden verlaten en een kleinere woonst zoeken. “Het klassieke verhaal”, vertelt Walter. “Ons huis en tuin waren te groot geworden. We hadden ook een prachtig gelegen vakantiehuis in Zuid-Frankrijk, maar ook daar was het telkens weer veel ploeteren in de tuin. Dat begon zwaar te wegen. Bovendien heb je in een landelijke gemeente bij de minste verplaatsing de auto nodig. We wilden ergens wonen waar alles vlakbij is.”
Dachten jullie meteen aan de Belgische kust?
“Helemaal niet. We keken eerst in de omgeving van Lint, tot ons oog viel op een paginagrote advertentie in Gazet van Antwerpen voor een nieuwbouwproject in Oostende. Dat was helemaal wat we in onze dromen hadden, maar voor mijn vrouw was een verhuizing naar zee not done .”
Waarom?
“Omdat ze het te ver vond van onze kinderen en kleinkinderen. En ook omdat we, door ons Franse vakantiehuis, weinig affiniteit hadden met de Belgische kust. Maar vrienden en kennissen vertelden ons dat onze kinderen ons aan zee juist meer zouden bezoeken dan als we in hetzelfde dorp om de hoek zouden wonen. Dat deed ons toch de stap zetten.”
Je woont hier dan en moet je integreren. Hoe begin je?
“Wij hadden ons goed voorbereid. We kochten ons appartement in de Koningsstraat op plan. Om de werken op te volgen, bepaalde opties te kiezen, pendelden we tussen Lint en Oostende. We maakten telkens van de gelegenheid gebruik om Oostende al wat te verkennen. Meer en meer raakten we ervan overtuigd dat we de goede keuze hadden gemaakt. Oostende is de enige stad aan zee en de enige badplaats waar het hele jaar iets te beleven valt. In de andere badplaatsen kan je buiten het hoogseizoen bij wijze van spreken in je bloot gat op straat lopen.”
Hoe bouwden jullie een kennissenkring op?
“Buren leerde ik vlot kennen door meteen als ‘Chinese vrijwilliger’ het voorzitterschap van de vereniging van mede-eigenaars van ons gebouw op me te nemen. Een ander voordeel was dat ik toen nog voorzitter was van de Vlaamse Journalisten Vereniging. De secretaris, wijlen Ronald Libin of cartoonist Bing, woonde in Oostende. We reden altijd samen naar de vergaderingen. Onderweg heeft hij me echt gebrainwasht over Oostende: de taal, de mentaliteit, het leven hier… Dat heeft me veel geholpen.”
Voelen jullie je helemaal thuis?
“De taal blijft een barrière. In een gezelschap van West-Vlamingen onder elkaar spreekt iedereen West-Vlaams. Dan heb je snel het gevoel dat je er voor spek en bonen bij zit. Er is ook een mentaliteitsverschil. De Antwerpenaars zijn iets flamboyanter, pocheriger, je-m’en-foutistischer , luchtiger… al zijn wijzelf daar zeker niet het prototype van. Maar jullie zijn veel serieuzer en zakelijker.”
Is het daarom dat veel West-Vlamingen de Antwerpenaars dikkenekken vinden?
“Dat heeft er veel mee te maken. Al heeft die rivaliteit ook een geschiedenis, die zijn oorsprong vindt in de concurrentie tussen de havens in de late Middeleeuwen. Aan de kust moet het allemaal opbrengen hé. Er is niets vrijblijvend. De kassa moet rinkelen en daarom gebeurt alles een klein beetje met voorbedachte rade. Zelfs een handdruk is hier berekend. Je zal er geen krijgen als je er geen verdiend hebt. Het duurt heel lang voor je hier aanvaard wordt. Maar eens je aanvaard bent, is het wel oké.”
Wat hebben jullie daarvoor moeten doen?
“Ik zat in een bevoorrechte positie door de journalistieke wereld niet los te laten. Zo bouw je sneller contacten op, ook met de politiek, dan de gemiddelde aangespoelde. Maar het gaat niet vanzelf. Je moet moeite doen. Mijn vrouw en ik werden dus lid van verenigingen. Die zitten hier vol aangespoelden. Maar een aangespoelde blijf je altijd. Al heerst er in Oostende wel een grotere openheid dan in de rest van West-Vlaanderen. Nog een raad voor aangespoelden: neem een abonnement op De Zeewacht. Zo blijf je goed op de hoogte van het reilen en zeilen in de regio en snuif je de couleur locale op.”
Wat mag de lezer verwachten van je boek?
“Ik heb eerlijk beschreven hoe wij onze integratie hier ervaren hebben. De mooie zaken en de dingen waar wij vreemd van opkeken. Het is sowieso een aanpassing als je van een landelijke gemeente naar een stad komt. Ik heb niets verbloemd. Maar de globale boodschap is positief: doe zoals wij, kom jaar Oostende. En wacht niet tot het te laat is om je nog te integreren.”
‘Aangespoeld… in Oostende’ is uitgegeven bij bitbook.be.
Geboren in Willebroek op 23 januari 1947. Opgegroeid in Antwerpen. Getrouwd met Gusta Mertens, twee dochters en drie kleindochters. Verhuisde in 2013 vanuit het landelijke Lint naar Oostende.
Werkte zich op van studiemeester-opvoeder in het secundair onderwijs tot docent audiovisuele media aan de AP Hogeschool in Antwerpen. Schreef voor Gazet van Antwerpen en diverse magazines. Vandaag hoofdredacteur van het Oostendse OMAG Citymagazine.
Juwelen maken, allerhande klusjes opknappen.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier