De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

10.000 stappen in Deerlijk: “We komen hier altijd tijd te kort. Er is zoveel te doen”

Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Je kunt het ver zoeken en een grote stap zetten voor de mensheid, zoals Neil Armstrong het deed op de maan.Kurt Vandemaele zoekt het dichter, maar zet veel meer stappen. 10.000 om precies te zijn. Zijn wekelijkse ontdekkingsreis is niet alleen goed voor zijn lijn, maar blijkt ook deugd te doen voor zijn brein. Of hoe hij dankzij z’n voeten een andere kijk op onze provincie krijgt. Deze week stapt hij door Deerlijk.

Ik sta hoog, maar niet droog in Deerlijk. Frank Deboosere en David Dehenauw hadden me zon beloofd, maar de regen valt met bakken uit de lucht. Oliedom is een woord dat niet van toepassing is, maar wellicht schiet het me te binnen omdat ik boven op de Olieberg sta. Zo heette Sint-Lodewijk vroeger, het gehucht dat zich een dikke eeuw geleden nog wou afscheuren van Deerlijk. Omdat het op een hoger niveau lag wellicht, veertig meter hoog of meer dan twintig meter hoger dan de gemeente waar het aan vasthangt. Ergens hoopte ik ook van de Olieberg te kunnen glijden. Kwestie van de stappen minder te voelen. IJdele hoop.

De boodschap is duidelijk.
De boodschap is duidelijk.© KVDM

Deerlijk heeft recent de voetwegen in ere hersteld. Zeer tot ongenoegen van verschillende boeren die de wegeltjes al jaren omploegden en liever geen vreemden over hun akkers zien lopen. Uit de verbodsborden in de voortuin van Rudy Tremerie leid ik af dat honden ook niet welkom zijn. ‘Hier geen hondentoilet’ staat er bij tekeningen van een gehurkte viervoeter waar een keutel onder ligt en een ander exemplaar dat een pootje opheft. Geen dierenvriend, concludeer ik. Tot Rudy plots zijn poort opent. “Jawel, ik heb zelf drie Duitse herders die vorig jaar nog in de prijzen vielen in de interland België – Nederland.” Rudy woont aan het begin van het Cichoreiastpad. “Er passeren hier dagelijks een 20-tal honden. Vele daarvan laten iets achter, zonder dat hun baasje de moeite doet om hun kakje in een zakje te doen.”

Rudy Tremerie houdt van honden, maar niet van hun kaka.
Rudy Tremerie houdt van honden, maar niet van hun kaka.© KVDM

Troost in een bakje

De boekenwurm is een andere diersoort die je kunt aantreffen in Sellewie. Zo spreekt de lokale bevolking de naam Sint-Lodewijk uit, op zijn Frans. Katelijne Ryssaert houdt hier de ontlezing in een vroeg stadium tegen. “Vroeger had ik een winkel met tekengerief,” vertelt ze. Door haar interesse voor de tekenkunst ging ze prentenboeken verkopen, en vervolgens ook prachtig geïllustreerde kinderboeken. Etiket is de naam van haar winkel waar jonge lezers terecht kunnen voor een waanzinnig mooi en rijk aanbod aan kinderboeken. Een grote zaak voor de kleintjes. Zoiets verwacht je niet in een gat als Sellewie. Voor de groteren zijn er felicitatie- en rouwbetuigingskaarten. Die laatste bevatten zo’n mooi geformuleerde troost dat ze de efficiëntie van pijnstillers met grote voorsprong overtreffen.

Boekhandel Etiket, een grote zaak voor kleintjes.
Boekhandel Etiket, een grote zaak voor kleintjes.© KVDM

Consumeer je je troost liever in een bakje, haal dan enkele duiten uit je zakje en steek de straat over, voor Mokka en Meer. En voor Miek vooral. Zes jaar geleden begon ze ermee. Omdat ze iets wou doen waar ze blij van werd. Dat is haar gelukt. “Ze komen van heinde en ver voor wat we uitstralen en aanbieden,” lacht ze. Het hoekhuis was vroeger een verf- en behangwinkel. “Ik was terstond verliefd op het gebouw”, aldus Miek. De ambiance is er zowel stedelijk als landelijk, en vooral warmmenselijk. Het is er kortom geweldig. Doen waar je blij van wordt is de slogan van de kleurrijke zaak. En er is inderdaad veel meer dan mokka. Je kunt er zelfs lunchen en één keer per maand is er een workshop waar je dingen leert waar je humeur beter van wordt.

Miek van Mokka en meer.
Miek van Mokka en meer.© KVDM

Fluitend van contentement en van ‘k zag een keer een meisje in haar deurgatje staan steek ik de straat over en o toeval, daar staat Ann Accou in haar deurgat. Zij was 20 jaar schepen van Deerlijk, maar sinds ze een punt zette achter haar politieke carrière, heeft ze meer tijd om te leven en te tateren. Daar wordt ze zichtbaar blij van. “Hoewel, in Deerlijk heb je altijd tijd te kort,” zegt ze. “Je moet nooit bang zijn om te vaak thuis te zijn. Hier is zo’n rijk verenigingsleven dat er altijd wel iets te doen is.”

Ann Accou heeft nu meer tijd om te tateren.
Ann Accou heeft nu meer tijd om te tateren.© KVDM

Doordat de Deerlijkenaren zo verenigd zijn, hangen ze aaneen als klei en blijven ze wel vaker plakken, maakt Ann me duidelijk. Ik vraag naar de mooiste weg naar het centrum. “De kortste is de Pladijsstraat en de mooiere is langs de Groenstraat naar beneden. Daar kom je op de boerenbuiten, langs de Haaistraat…” zegt de ereschepen. “Zoveel vis in de Deerlijkse straatnamen,” merk ik op. “Heeft dat hier ook nog aan zee gelegen misschien?” Ann lacht: “Nee, de Gaaistraat, met een Hé van Hullegem.” Een nogal logisch voorbeeld, want ze is oorspronkelijk zelf van Gullegem. Tot slot geeft ze nog mee dat Deerlijk heerlijk is en vooral niet triestig, zoals de gemeentenaam laat vermoeden. Terwijl die naam afgeleid is van de Romeinse persoonsnaam Trasilos, de energieke. Toen al zat de plaatselijke bevolking vol vuur.

Superman

O krinkelende, winkelende asfaltweg met diepe scheuren hoor ik me dichten tijdens het wandelen op de bochtige binnenwegen. Tegelijk denk ik dat iemand ze zou moeten dichten, die scheuren. Plots doemt tussen velden en bossen uit het niets een fabriek op: Finipur. Mijn slimme foon zegt dat het bedrijf zich bezighoudt met het afwerken van interieurtextiel en dat het recent de krachten heeft gebundeld met het Amerikaanse bedrijf Crypton, met de intentie om de wereld te veroveren. Crypton, dat is waar Superman vandaan komt. Straks hangt Superman met zijn stalen spieren aan de kerktoren in Deerlijk, naast Niels Destadsbader, Lize Feryn en Stijn Devolder. Er moet hier iets in het drinkwater zitten. Al die supermensen. Of het heeft met de vele beekjes te maken. Een ervan is de Gaverbeek, waar in Waregem de paarden over springen.

Stijn Devolder, een van de supermannen van Deerlijk.
Stijn Devolder, een van de supermannen van Deerlijk.© KVDM

Die hebben blijkbaar hun stallen in de buurt van de Brandemolenweg. Daar kan je niet naast het ongewone verkeersbord kijken dat je vertelt dat je vijf meter achter de ruiters te paard moet blijven, wanneer je je met de wagen verplaatst. Af te leiden uit de optrekjes in deze buurt, bouwsels die naar kastelen neigen, kan het niet anders dan dat hier geregeld ridders te paard passeren. Wat verderop is er een overweg en passeert de trein. Mooi om zo’n gevaarte door het landschap te zien glijden.

Superman, Niels Destadsbader, Lize Feryn en Stijn Devolder. Er moet hier iets in het drinkwater zitten

Aan het begin van de Gaaistraat is er een boerderij die niet stinkt, ook al kweken ze er varkens. Een familie vol bezige bijtjes, zorgt er voor gelukkige varkens, zo zegt een reclamepaneel. “Zonder antibiotica,” benadrukt boer Geert Van Wonterghem, maar hij laat Knor en zijn vriendjes niet zien. Zegt hij: “Ze kunnen kiemen van mensen vangen.” Als ik het goed begrijp, ben ik dus het vieze beest. Kan best, het erf is zo proper dat ik er van de grond zou kunnen likken. Maar voorlopig hangt mijn tong nog niet ver genoeg uit mijn mond. Wat verderop stoot ik op een diersoort die wel geurtjes afgeeft: de patser met weinig geduld in een dikke Duitse wagen met te veel paardenkracht. De Klijtestraat is een sluipweg waar het moordstrookje voor voetgangers en fietsers enkel gebruikt wordt door mensen met zelfmoordneigingen.

Dion baat café Prins Albert uit, maar iedereen spreekt nog van Polle's.
Dion baat café Prins Albert uit, maar iedereen spreekt nog van Polle’s.© KVDM

Het winnend lotje

Misschien zijn sommige van die dikke bakken wel betaald met het prijzengeld van de Lotto, zo maak ik me de bedenking wanneer ik iets later aan de toog zit in Café Prins Albert, een keet die al bestond toen onze eerste koning Albert nog kroonprins was. Tenzij er eens een fanfare over de vloer komt, speelt er nog altijd geen muziek. De laatste keer dat ik over een Prins Albert hoorde, bleek het over een piercing door de eikel te gaan. Misschien daarom dat oudere klanten liever zeggen dat ze naar Polle’s gaan dan naar de Prins Albert. Barman Dion Vanoverveldt toont het doodsprentje van Pol Veys. Hij runde jaren de zaak met zijn vrouw Maria. Samen introduceerden ze de nationale loterij in het café en zorgden daarmee ook voor veel voer voor verhalen. Zoals die keer dat een klant er 68 miljoen frank won en de hele gemeente tevergeefs trachtte te raden wie de gelukkige was. Een andere keer ging een groep vaste tooghangers met het winnende lotje aan de haal. Ze hielden er allemaal een potje van 120.000 frank aan over tegen de dorst.

Naar Villa Decraene kan je uren blijven kijken.
Naar Villa Decraene kan je uren blijven kijken.© KVDM

Aan rijken geen gebrek in Deerlijk. De textielindustrie zat daar vroeger natuurlijk voor veel tussen. Vandaar dat er nog verschillende van die kolossale oude villa’s staan waar je mond van openvalt. Zo zou ik uren kunnen blijven kijken naar Villa Decraene, in de Stationsstraat. Ook de oude villa van dokter Monballiu, aan de overkant, moet blijven staan. De dokter was zelf een monument. Hij was al de 100 gepasseerd, toen zijn wachtzaal nog vol zat. Daar vlakbij is er tegenwoordig in een vleugel van de spiegelfabriek van Deknudt een evenementenhal met de naam Uzien, en die moet u zien. Bijvoorbeeld op vrijdag. Voor de Lokaalmarkt. Boerenzoon Bert Destoop organiseert lokaalmarkten in Oost- en West-Vlaanderen, en tracht daarmee de boer dichter naar de consument te brengen. Maar nergens gaat het publiek zo graag de boer op als in zijn eigen Deerlijk. Peggy Ryckewaert, boerin uit het nabije Stasegem die er wekelijks staat met boter, kaas, karnemelk en yoghurt van haar eigen hoeve, weet waarom. “Deerlijk heeft niet alleen veel verenigingen, het is een vereniging op zich, meer dan een gemeente,” zegt ze. Ik kan geen karnepap meer zeggen, maar knikken gaat nog net.

Peggy Ryckewaert maakt haar eigen boter en kaas.
Peggy Ryckewaert maakt haar eigen boter en kaas.© KVDM