10.000 stappen in Alveringem: “In de winter komen de muizen hier buiten”

Alveringemse jagers op jacht. © Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele
Kurt Vandemaele Reporter

Je kunt het ver zoeken en een grote stap zetten voor de mensheid, zoals Neil Armstrong het deed op de maan.Kurt Vandemaele zoekt het dichter, maar zet veel meer stappen. 10.000 om precies te zijn. Zijn wekelijkse ontdekkingsreis is niet alleen goed voor zijn lijn, maar blijkt ook deugd te doen voor zijn brein. Of hoe hij dankzij z’n voeten een andere kijk op onze provincie krijgt.

Wat ziet mijn lodderoog wanneer ik parkeer voor het kerkhof op het dorpsplein van Alveringem? Precies. Het graf van Cyriel Verschaeve (Vlaamse nationalistische priester die collaboreerde met de nazi’s tijdens WO II, red). Een ijkpunt misschien, maar vooral een discussiepunt. Cyriel is aangebrand, maar gelukkig ruik je hem niet. Dat de muren rond het kerkhof pisgeel zijn, is niet zijn schuld. Het heeft ook niets te maken met de stierenmarkt, waarvan alleen de ringen in de muren nog overgebleven zijn, wel met de gebluste kalk die moet gebruikt worden om het monumentale karakter van de beschermde begraafplaats te behouden.

Het graf van Cyriel Verschaeve.
Het graf van Cyriel Verschaeve.© Kurt Vandemaele

Wanneer ik me omdraai en de bib binnenstap, een gebouwtje met enige allure dat volgens de steen boven de deur een verleden als gemeentehuis heeft, valt me op dat er muziek door de boxen schalt. De bibliothecaris is jong en hip en heet Hannes. Voor hem is de bib vooral een ontmoetingsplek. Waar je bijvoorbeeld de Braziliaanse Anna tegenkomt. Ze woont sinds maart in het dorp, is biochemisch ingenieur en Hannes bedient zich van Google Translate om met haar te communiceren. Zij praat Portugees en enkele woorden Nederlands. Zoals bijvoorbeeld ‘aangename kennismaking’. Als ik wijs naar haar hand, zegt ze hand, haar haar noemt ze haar, en bij het horen van de naam Bolsonaro (president van Brazilië, red.), knijpt ze haar neus dicht. Nog zo’n aangebrand figuur. Voor de ingang van de Sint-Audomaruskerk wijst een natuurstenen beeld van een soldaat naar het IJzerfront. Een lokale volksfiguur die intussen zelf op het kerkhof ligt en zelden nuchter was beweerde dat hij naar de cabardouchkes wees. Of was naar de Oeren?

Adembenemend

2000 stappen van de Sint-Audomaruskerk.
2000 stappen van de Sint-Audomaruskerk.© Kurt Vandemaele

Nee, blijkt dat je best de andere richting uitgaat als je naar deelgemeente Oeren wil. Dat kan via de Fortemstraat. Afslaan vlak na het kleurrijke kruidenierswinkeltje waar je op enkele vierkante meter vindt waar elders een volledige supermarkt voor nodig is. Toen de moeder van Clara Maes er nog achter de toonbank stond, heette het de Vivo. Intussen is het bijna 30 jaar De Platse en heeft het niets van zijn authenticiteit verloren. Aan het eind van de Fortemstraat staat een spiegel, omdat je niet goed ziet wie van rechts komt. Het opschrift eronder waarschuwt dat spiegels bedriegen. Dat opschrift wil ik thuis in de badkamer.

Clara Maes van De Platse.
Clara Maes van De Platse.© Kurt Vandemaele

Eenmaal voorbij het voetbalveld ben je 1.000 stappen ver en mag je de propere schoenen vergeten. De Oerenstraat baadt in de modder, plassen en scheuren. Ik puf en blaas. Ben ik al buiten adem of zit het adembenemende zicht er voor iets tussen? Ik waai dan wel haast uit mijn broek, mijn ogen verlustigen zich aan de idyllische taferelen die de natuur voor me uitstrooit. Houtwanden en heggen die me behagen, waaiende wintergewassen en wolkenformaties die geen schilder kan bedenken. Alleen de lol waarop ik hoopte in de Leute is er niet bij. In 1672 was daar al café.

Café De Leute is een teletijdmachine.
Café De Leute is een teletijdmachine.© Kurt Vandemaele

Vandaag is het een favoriete pleisterplaats voor wandelaars en wielertoeristen. Helaas komen die niet buiten bij wind- en regenvlagen. “Goed mogelijk dat je de enige bezoeker bent die ik vandaag over de vloer krijg”, zegt Nele. Voor de vloertegels alleen al zou ik langsgaan. En om te kaarten op de voute. Of van het oogstrelend zicht te genieten in de veranda. Maar neen, ik ben alleen. “In de winter komen de muizen hier buiten, ‘s zomers kan je op de koppen lopen”, aldus nog Nele. Het café is een teletijdmachine. Een Leuvense stoof annex strijk- en wafelijzers, weegschalen met gewichten en ouderwetse koffiemolens, voorwerpen met een eeuw en meer op de teller.

Krop in de keel

10.000 stappen in Alveringem:

Ik ben 2000 stappen ver. Weer of geen weer, Oeren is een aanrader. De naam van het kruispunt dat ooit een dorp was, verwijst volgens de boeken naar de bodemgesteldheid (oer – ijzerhoudende aarde, red.), maar we geloven liever de volksoverlevering die wil dat de pastoor in lang vervlogen tijden in een kwade bui de oorspronkelijke plaatsnaam Maagdendaele in Hoeren zou veranderd hebben toen er niet genoeg maagden voorradig bleken om het beeld van Onze-Lieve-Vrouw in de processie rond te dragen. Je kan maar hopen dat de Belgische jongens die op het misschien meest idyllische oorlogskerkhof begraven liggen, rond het ontwijde Sint-Pietersbandenkerkje, ooit intieme momenten met een vrouw beleefd hebben voor ze naar de eeuwige jachtvelden vertrokken. Aimable had er de naam voor, maar even goed was het Polydoor, Jordaan, Adhemar of Gaspard gegund. Meer dan 500 jonge Belgen liggen er al meer dan 100 jaar. Sommigen onder hen zijn nooit man geworden. Ik denk aan mijn zoon van 20 en krijg een krop in de keel.

10.000 stappen in Alveringem:
© Kurt Vandemaele

De jachtvelden liggen om de hoek. De jagers van tegenwoordig schieten er op los. Ik kom ze tegen aan het begin van Westover en twijfel of ik verder kan stappen als zij knallen. “Moet ik opletten?”, vraag ik hen. “Nee, het zijn wij die moeten opletten”, lacht één van hen. Het zijn allemaal Alveringemnaars. Ze jagen op “hazen, eenden, en al wat wettelijk mag geschoten worden”. De schapen in de Kwellemolenstraat zijn er ook niet gerust op. Ik zeg goeiedag en ze komen wat dichter. Het zwarte schaap loopt achteraan. Als ze zien dat er niets eetbaars te rapen valt, staan ze stil.

De schapen in de Kwellemolenstraat zijn er niet gerust op.
De schapen in de Kwellemolenstraat zijn er niet gerust op.© Kurt Vandemaele

De kapelanij van Cyriel Verschaeve op de Sint-Rijkersstraat is gesloten. Buiten het seizoen is ze alleen op afspraak te bezoeken. Aan de overkant van de weg pluk ik even burgemeester Gerard Liefooghe uit een huwelijksreceptie. Hij wil me, voor ik aan mijn volgende 5.000 stappen begin, wel eens uitleggen waarom Alveringem de herinnering aan Cyriel Verschaeve in stand houdt. “Je kunt een straatnaam schrappen, maar de geschiedenis laat zich niet wissen. Wij verkiezen om te tonen hoe iemand die als voorbeeld diende en heel positieve zaken deed voor de gemeenschap, onder invloed van tal van factoren plots toch gekanteld is naar iets wat heel fout was. Je moet op een volwassen manier met het verleden omgaan. Alle kanten van de medaille bekijken.”

Burgemeester Gerard Liefooghe.
Burgemeester Gerard Liefooghe.© Kurt Vandemaele

Duitse invasie

Medailles zijn ook te verkrijgen bij Michael Brinckmann. Dan ben ik weer 1000 stappen verder. Zijn vader is een Duitser, zijn moeder is Belgisch en hij heeft sinds kort een zaak van militaire antiquiteiten in het dorp. Onlangs had hij er zelfs een Japanner over de vloer. “Het is geen handel in de dood”, legt hij uit. “Het is een snuisterwinkel. Ik verkoop voorwerpen waar er een verhaal achter zit. Eigenlijk verkoop ik sentiment.”

Michael Brinkmann verkoopt militaire antiquiteiten.
Michael Brinkmann verkoopt militaire antiquiteiten.© Kurt Vandemaele

De oudere heer in zijn winkel met wie Michael in het Duits converseert, verkoopt dan weer illusies. Erwin Wiesman is een antiquiteit uit de Meli. Daar kende men hem als The Great Hardy. Hij was er zes maanden als goochelaar aan de slag, was in de populairste tv-shows in heel Europa te zien, maar zijn strafste stoot is toch dat hij 30 jaar later nog steeds in Alveringem resideert, samen met de kapster die bij de kerk woont en twee bevallige assistentes voor hem ter wereld bracht. “Das war nicht mein plan”, zegt hij in een soort Nederduits. “Aber du weist nimmer wo die Liebe du hin fahrt.” Zelf weet ik gelukkig wel wat mijn plan is. Ik moet nog stappen zetten. Bewegen.

Erwin Wiesman is een antiquiteit uit de Meli.
Erwin Wiesman is een antiquiteit uit de Meli.© Kurt Vandemaele

In het centrum van Alveringem beweegt er ook iets. Af en toe ruimen statige gebouwen er plaats voor moderne nieuwbouw, maar je treft hier en daar ook overwoekerde ruïnes aan die van geen wijken willen weten. Op de hoek van de Nieuwstraat staat nog een oud vervallen huisje met achter de vergeelde gordijnen een vaas bloemen. Dat ze van plastic zijn, heeft niet kunnen beletten dat ze verwelkt zijn. Vergankelijkheid is nooit veraf in de Westhoek. Alles wat is, zal ooit niet meer zijn.

De Bierkaai op de Lo-Vaart in Fortem.
De Bierkaai op de Lo-Vaart in Fortem.© Kurt Vandemaele

De gedachte laat me naar water snakken, en ik stap naar de Bierkaai op de Lo-vaart, in Fortem. In de buurt van Brouwhuis De Snoek kan je een fotoalbum vullen met unieke beelden. Terugwandelend langs de Hoogweg sla ik een wegeltje in en kom langs moderne mastodonten waar de oudjes nieuwe tijden zullen beleven. Ik richt me op de kerktoren en ga iets drinken in café Patersvat om mijn 10.000 stappen te vieren.

Aan de toog zit de 73-jarige Freddy, ooit veldwachter in Olvergem. “Er was hier veel bedrijvigheid. Als je de ronde van de cafés deed, en je dronk overal twee pinten, dan was je…” Er verschijnt een ondeugende glimlach achter zijn snor terwijl hij een maaibeweging maakt. “Als er bedrijvigheid is, dan moeten mensen ook eens wat stoom kunnen aflaten,” gniffelt hij. “Sommige zaken zullen nooit veranderen.”

Volgende week stapt Kurt Vandemaele 10.000 stappen in Blankenberge.

10.000 stappen in Alveringem: