Wouter De Vriendt: “Theo Francken is geen voorbeeld voor mijn kinderen”

© Davy Coghe
Redactie KW

Zes weken lang trekt Krant van West-Vlaanderen naar de Wetstraat. We brengen telkens een partijvoorzitter samen met een West-Vlaams kopstuk van die partij voor een uitgebreid gesprek over de nationale én de lokale politiek, hun onderlinge band en hoe ze straks West-Vlaanderen willen veroveren.

Zuurstof, positief, hoop, perspectief en hét project. Hadden we geturfd hoeveel keer Meyrem Almaci en Wouter De Vriendt deze woorden uitspraken, ons blad stond vol. Groen wil zich overal in Vlaanderen nadrukkelijk positioneren als ‘het positieve alternatief’. Ook weer in Antwerpen, waar het samenwerkingsverband met SP.A en onafhankelijken op de klippen liep. Het einde van Samen is het beste wat Groen kon overkomen, zegt de een. De positieve vibe van de groene partij is erdoor gebroken, stelt een ander. “De beslissing was niet evident maar wel noodzakelijk“, zegt voorzitter Meyrem Almaci. “Het ging niet langer over het inhoudelijke project of over de toekomst van Antwerpen. Door de knoop door te hakken kan het nu weer over de inhoud gaan. Onze overweging is altijd: wat is het beste voor een gemeente en haar inwoners. De nationale en Antwerpse partijleiding hebben samen beslist om met Groen als een positief en progressief alternatief naar de kiezer te trekken, maar wel nog steeds met als doelstelling een progressieve coalitie te realiseren.”

Hoe kunnen jullie het Antwerpse verhaal isoleren en de positieve flow weer laten doorvloeien tot in de kleinste West-Vlaamse gemeente?

Meyrem Almaci: “Zoals we bezig waren. Door aanwezig te zijn, door met onze mensen de straat op te gaan, door aan debatten deel te nemen. Ook als nationaal politicus mag je niet te beroerd zijn om dat te doen. Door die laagdrempelige en open manier, geloven steeds meer mensen dat het anders kan, ook in hun gemeente.”

Hoe komt het dat Groen het heel lang moeilijk had om door te breken in West-Vlaanderen?

Wouter De Vriendt: “West-Vlaanderen, Limburg, de Kempen… In die landelijke gebieden was het niet evident om als nieuwe partij op te komen. CD&V heeft op die plekken lang stand gehouden tegen de N-VA, toch ook een nieuwe partij. Dat is het verleden. We merken dat het heel goed gaat met Groen in West-Vlaanderen. Het aantal leden is in tien jaar bijna verdubbeld, van 800 naar 1.500, we hebben gemeenteraadsleden en schepenen… We zijn verankerd in West-Vlaanderen.”

“Laat ons proberen om al het maritieme onderwijs naar West-Vlaanderen te halen. Al die politici die zogezegd zeer goed kunnen lobbyen, heb ik dat alvast niet zien doen voor het behoud van het hoger onderwijs…” – Wouter De Vriendt

Meyrem Almaci: “En bij de gemeenteraadsverkiezingen zullen we verder doorbreken in West-Vlaanderen.”

Wouter De Vriendt: “Momenteel zullen we in 33 van de 64 West-Vlaamse gemeenten opkomen – nooit eerder waren er zo veel Groen-lijsten in de provincie -, en dat aantal zal de volgende maanden nog toenemen. In enkele witte vlekken zijn de mensen zich aan het mobiliseren. We begeleiden die opstart. Het is niet voldoende om een paar leden te verzamelen, om gewoon mee te doen.”

Meyrem Almaci: “Het moet ook inhoudelijk sterk zijn. Wouter heeft de afgelopen jaren straf werk verricht en enorm veel energie gestoken in het oprichten van nieuwe groepen. Dat is het onzichtbare werk van de mandatarissen, wanneer de camera’s van Villa Politica stoppen met draaien. Voor het voortbestaan en het ontwikkelen van een partij is dat van cruciaal belang. Als nationaal voorzitter probeer ik dat te ondersteunen. De afgelopen tijd heb ik zelfs extra aandacht besteed aan West-Vlaanderen.”

Als je constructief oppositie voert, riskeer je dan niet om nét niet als alternatief te worden beschouwd?

Wouter De Vriendt: “Onze stijl is herkenbaar: we zijn een ‘positief alternatief’. Als je ziet hoe Liesbeth Homans of Theo Francken tekeer gaan, ook op sociale media… Steeds opnieuw die agressieve stijl. Dat zijn geen voorbeelden voor mijn kinderen. Ik wil op een andere manier in de politiek staan.”

Wouter De Vriendt:
© Davy Coghe

Meyrem Almaci: “Anderhalf jaar geleden heb ik gezegd dat Groen het voortouw wou nemen op het progressieve front. Nu is het zover. In alle parlementen leiden we de oppositie. Onze kracht is dat wij niet meedoen met het kibbelen en ruziemaken van de regeringen, dat we met een positieve, verbindende toon voorstellen op tafel leggen. Zo pleiten we voor een basispensioen voor iedereen van 1.150 euro, met een supplement volgens het aantal gewerkte jaren en het verdiende salaris. Weg met de onzekerheid. In ons model gaat niemand erop achteruit, zij die moeilijk rondkomen gaan erop vóóruit. In plaats van bedrijfswagens willen we een mobiliteitsbudget dat je beloont als je het openbaar vervoer neemt. Het geld dat we uitsparen op bedrijfswagens willen we investeren in snel en stipt openbaar vervoer.”

Waar moet het in de komende gemeenteraadsverkiezingen over gaan?

Meyrem Almaci: “Overal krijgen we vragen over mobiliteit en verkeersveiligheid. Ik ben opgegroeid in het landelijk gehucht ‘t Kalf in Sint-Gillis-Waas, ik weet hoe moeilijk het is om je vlot en veilig te verplaatsen, zeker door onze lintbebouwing. Als je naar de middelbare school moet fietsen zonder afgescheiden fietspaden, is dat vragen om tragedies.”

Wouter De Vriendt: “In elke Vlaamse gemeente moet je de vraag stellen: waar gaan kinderen vaak naartoe? En dan moeten we kindlinten maken, zodat die plaatsen veilig bereikbaar zijn. Oostende telt nog veel straten zonder fietspad, waar auto’s toch tegen 50 per uur langs de fietsers mogen rijden. Verkeersveiligheid heeft voor ons absolute prioriteit. Je hebt maar een leefbare stad als je hem op maat maakt van voetgangers en fietsers. Niet van wagens.”

Waar ligt voor Groen de lat voor de gemeenteraadsverkiezingen?

Meyrem Almaci: “We willen groeien en in meer coalities terechtkomen, en meer mandatarissen hebben dan ooit tevoren. The sky is the limit. Wat zou je anders verwachten van een voorzitter?”

Op welke West-Vlaamse gemeenten mikken jullie?

Meyrem Almaci: “We geloven dat we in Oostende en Brugge sterke talenten van eigen kweek hebben. Hetzelfde geldt voor Roeselare en Kortrijk. Mijn ondervoorzitter (Jeremie Vaneeckhout, red.) is schepen in Anzegem. Ik zie ook lijsten van sterke, jonge mensen in Middelkerke, Izegem, Harelbeke en Ieper. We merken dat veel mensen waarderen hoe Groen aan politiek doet, in tijden waarin men op politici neerkijkt. Hen wil ik niet teleurstellen. Ik geloof écht dat we voor een doorbraak staan.”

U noemt Brugge. Is uw partij daar niet verzwakt? De opgestapte lijsttrekker Sammy Roelant wordt vervangen door de amper 19-jarige Raf Reuse. Is hij opgewassen tegen ervaren kleppers als Landuyt, Van Den Driessche en Van Volcem?

Meyrem Almaci: “Heeft hij de vibe, de frisheid en de energie om dat te doen: absoluut. Zeker ten aanzien van wie je kleppers noemt, maar die voor Brugge niet de ambitie en ademruimte weerspiegelen die de stad nodig heeft. Als groene partij hebben wij een traditie van vernieuwing, van durven in te zetten op jonge mensen. Onze Kristof Calvo is het jongste parlementslid ooit, dat is niet toevallig. Het alternatief is dat van de traditionele partijen, waar diegenen die iedereen kent altijd blijven zitten. Dat komt de vernieuwing niet ten goede.”

“”Ik zal in Antwerpen de lijst duwen. Waarom zou ik, met zo’n sterk team, als een despoot alles leiden?” – Meyrem Almaci

Wouter De Vriendt: “Raf is een zeer jonge kandidaat, maar ook zeer getalenteerd. Als ik naar Brugge kijk, geloof ik dat de stad nu vooral nood heeft aan integere politici, die het op een andere manier willen aanpakken.”

In Oostende heeft Groen de ambitie om mee te besturen. Met wie is er een coalitie mogelijk?

Wouter De Vriendt: “Met partijen die net als wij willen gaan voor politieke vernieuwing.”

En dat zijn?

Wouter De Vriendt: “Je zou kunnen stellen dat we vrij dicht bij de SP.A staan, maar in Oostende is dat een conservatieve machtspartij. Inhoudelijk zijn de verschillen te groot, een kartel is onmogelijk. Kijk naar het mobiliteitsbeleid. In Oostende is de auto nog altijd koning. Je kan er gerust nog parkeren op het Wapenplein of Mijnplein… Steden als Gent hebben ons op dat vlak voorbijgestoken. Die oplossingen zijn ook in Oostende mogelijk, maar niet met de huidige partijen. De stad wordt volgebouwd met dure appartementen. Jonge, actieve mensen vertrekken naar Bredene of Gistel, waar ze wel nog een betaalbare woning vinden. Wil Oostende enkel nog een stad zijn voor de happy few, voor de mensen uit het binnenland? Of wil het ook nog jonge mensen? De drie traditionele partijen – SP.A, CD&V en Open VLD – hadden in 2012 een voorakkoord. Wij haalden meer stemmen dan CD&V, toch heeft de SP.A beslist om met hen een coalitie te vormen. Dat heeft ons met beide voeten op de grond geplaatst. SP.A is niet geïnteresseerd in Groen, zij wil business as usual. Ook nu hebben de drie zich weer aan elkaar vastgeklonken. Wie nog eens zes jaar hetzelfde beleid wil, moet stemmen op één van die drie. Dat is de beste garantie op hetzelfde beleid. Wie positieve vernieuwing wil, moet bij Groen zijn.”

Ben je bereid om met rechtse partijen samen te werken: N-VA, Open VLD…

Wouter De Vriendt: “We spreken met alle partijen, behalve met Vlaams Belang. Wij hebben een open geest, er zijn geen taboes. Als je de programma’s naast elkaar legt, is het evident dat we dichter bij SP.A staan dan bij N-VA.”

Blaas je geen bruggen op als je telkens zo heftig reageert tegen die logische partner SP.A, en burgemeester Vande Lanotte in het bijzonder?

Wouter De Vriendt: “We zijn allemaal professionals. Vande Lanotte kan wel tegen een stootje. En ik ook.”

Wouter De Vriendt:
© Davy Coghe

Meyrem Almaci: “Politiek is het georganiseerd meningsverschil. Als er dingen gebeuren die de stad niet vooruithelpen, moet je duidelijk durven te zijn. Dat is iets anders dan niet meer door dezelfde deur kunnen met iemand omdat je die telkens persoonlijk aanvalt. Laat ons scherp zijn op de inhoud, en menselijk op de toon.”

Wouter De Vriendt: “Recent nog, over de verkoop van het Thermae Palace hotel. Wij zijn voor objectieve procedures met jury’s zonder politici. Vande Lanotte vindt constante politieke inmenging blijkbaar geen probleem. Wij vinden dat oude politieke cultuur. Dat is het verschil tussen hem en mij.”

Groen laakt ook de hoogbouw in Oostende, zoals de komst van het Ensorgebouw. Waarom zijn jullie tegen zulke vormen van ‘verdichting’?

Wouter De Vriendt: “Omdat het telkens gaat over enorme bouwvolumes, met erg dure appartementen. Jonge mensen of gezinnen zullen nooit op een twintigste verdieping wonen. Studies zeggen dat zes à zeven bouwlagen het maximum zijn, zodat je als ouder nog sociale controle hebt op je spelende kinderen. De stad heeft alles in handen om het woonbeleid te bepalen, maar geeft nu vrij spel aan grote bouwpromotoren. Over vijftig jaar zullen we beklagen wat we nu op de Oosteroever hebben gedaan (1.200 woonappartementen, het grootste ontwikkelingsproject in jaren aan de Belgische kust, red.). In het buitenland zie je voorbeelden van hoe je oude havengebieden op een heel toffe manier kunt ontwikkelen, met een mix van wonen en creatief en lokaal ondernemen.”

Meyrem Almaci: “We zijn voor verdichting. Veel functies bij elkaar bevordert de sociale cohesie, zorgt dat je kern kan bruisen. Dat is iets anders dan mensen als sardienen bij elkaar zetten. Zulke projecten hebben genoeg groene ruimtes nodig. Roeselare is een mooi voorbeeld van hoe je in de bestaande structuur zuurstof kan brengen. Op plaatsen met veel verdichting is men erin geslaagd om de pleinen te herbedenken, iets groens ervan te maken. Je moet denken aan wat de burgers nodig hebben, niet wat bouwontwikkelaars willen.”

“Wil je geen leger werklozen binnen een etnische culturele minderheid, dan moet je discriminatie aanpakken” – Wouter De Vriendt

Wouter De Vriendt: “Oostende, en bij uitbreiding heel West-Vlaanderen, moet zich focussen op het behoud van het hoger onderwijs. Als West-Vlamingen moeten we chauvinistischer zijn. Het is geen ijzeren wet dat het onderwijs naar Gent, Antwerpen, Brussel of Leuven moet. Je kan daar perfect iets aan doen. Koppel de sterke punten van Oostende aan innovatieve jobs. Wat zijn onze unieke troeven? Zeker het maritieme. Wel, laat ons proberen om al het maritieme onderwijs naar West-Vlaanderen te halen. Ook de zorgsector is zeer belangrijk voor onze provincie, waar de mensen hun pensioen aan de kust doorbrengen. (fijntjes) Al die politici die zogezegd zeer goed kunnen lobbyen, heb ik dat alvast niet zien doen voor het hoger onderwijs…”

Kunt u als Kamerlid, met zitjes in de commissies buitenlandse betrekkingen, globalisering, landsverdediging en Europese zaken iets voor Oostende betekenen?

Wouter De Vriendt: “Ik zit ook in de commissie pensioenen… Iedereen zal een stukje langer moeten werken, maar wij zullen altijd oog hebben voor de zware beroepen. Het staat iedereen vrij om vast te stellen hoe aanwezig ik in Oostende ben, zowel fysiek als qua ideeën. Als fractieleider ben ik een coach van jong talent.”

Meyrem Almaci: “Wat Wouter met de militanten en mandatarissen in Oostende heeft uitgebouwd, en bij uitbreiding in heel West-Vlaanderen, is fraai. Dat is een ongelofelijke luxe als voorzitter.”

De lovende woorden zijn opmerkelijk. Wouter was de running mate van uw tegenstander bij de laatste voorzittersverkiezingen.

Wouter De Vriendt: “Het is verbazingwekkend dat dat tussen ons niet is blijven hangen. Ik kan me inbeelden dat dat bij andere partijen anders is. In zo’n campagne gaat het er soms fel aan toe.”

Wouter De Vriendt:
© Davy Coghe

Meyrem Almaci: “Vriend en vijand kon het contrast zien met de andere partijen en het respect in de campagne voelen. Voor een partij mag er ook wel keuze zijn, het is voor de leden verfrissend om te kunnen kiezen. Dat brengt een competitieve dynamiek, maar het bleef sportief. Daarna, wat de uitslag ook is, zeg je: we zien allemaal de partij heel graag, we blijven daarvoor strijden.”

Wouter De Vriendt: “Meyrem en ik zijn generatiegenoten, hebben hetzelfde parcours afgelegd. Samen hebben we ervoor gezorgd dat Groen sinds 2007 weer vertegenwoordigd is in de Kamer. We raakten met vier jonge kandidaten verkozen: Tinne Van der Straeten, Stefaan Van Hecke, Meyrem en ik.”

Bij elke voorzittersverkiezing duikt uw naam op.

Wouter De Vriendt: “Dat stel ik ook vast. (lacht) Misschien omdat ik vrij zichtbaar ben als politicus, bekend sta als coach in West-Vlaanderen…”

Meyrem Almaci: “Och, Wouter. Dat is een compliment, laat dat gewoon binnenkomen.”

Is het uw ambitie, meneer De Vriendt, om voorzitter van Groen te worden?

Meyrem Almaci: “Zeg mannekes, ik zit hier wel nog, hé.” (lacht)

Wouter De Vriendt: “Nu is mijn ambitie om voor een positief alternatief te gaan voor Oostende. Ik ben tien jaar parlementslid en gemeenteraadslid. Als de kiezer me een sterk mandaat geeft, dan smijt ik me volledig in Oostende. (Bij Groen mogen politici geen uitvoerende mandaten combineren, red.) Het is té belangrijk.”

Mevrouw Almaci, waarom neemt u, als gezicht van de partij en van de vernieuwing, geen verantwoordelijkheid op in Antwerpen? Zeker nu de lijst een serieuze klap kreeg.

Meyrem Almaci: “Het was sowieso de bedoeling dat ik op een zichtbare plaats op de lijst zou staan. Ik zal in Antwerpen de lijst duwen, en zo mee mijn volle steun en gewicht verlenen aan het Antwerpse team. Vanaf dag één heb ik gezegd dat Wouter Van Besien onze kopman in Antwerpen is. Hij is oud-voorzitter van Groen, heeft ervaring en capaciteiten. Waarom zou ik, met zo’n sterk team, als een verlicht despoot alles leiden? Als je een ploeg met sterke spelers hebt, moet je hen ook laten spelen. De stad verdient iemand die er met hart en ziel mee bezig is, en niet al denkt aan de volgende campagne. In 2019 volgen al nieuwe, ook heel belangrijke verkiezingen. Dan wil ik met Groen ook een zo goed mogelijk resultaat neerzetten, om te kunnen wegen op een eerlijkere fiscaliteit en meer klimaatambitie.”

Wouter De Vriendt: “Groen in Antwerpen wil een tegengewicht bieden voor de agressieve, polariserende politiek, in een stad die gekenmerkt wordt door veel diversiteit. Dat begint ook te spelen in West-Vlaanderen. Oostende telt nu 130 nationaliteiten, de laatste tien jaar is de verkleuring echt goed op gang gekomen.”

Heeft Oostende dat onder controle?

Wouter De Vriendt: “Er zijn uitdagingen, zoals overal. Je moet daar niet flauw over doen. Onze boodschap is duidelijk: we zijn allemaal Oostendenaars. We spiegelen ons aan het goeie voorbeeld in Mechelen, waar Groen mee in de coalitie zit. Die stad wordt door vriend en vijand geprezen om zijn verstandige aanpak van de diversiteit. Een verhaal van rechten en plichten, maar wel altijd in dialoog. En de dingen actief aanpakken. Een voorbeeld: Ik woon in een straat waar er sprake was van de komst van een moskee. In de wijk voelde je de ongerustheid. Mocht ik burgemeester zijn, ik riep de wijkbewoners meteen samen. Dames en heren, we hebben een uitdaging. We hebben een vergunningsaanvraag binnen voor een moskee. Hoe gaan we daarmee om? Dit is de informatie die wij hebben, wat vinden jullie daarvan en kunnen we er samen uitraken? Door te gebaren alsof de problemen niet bestaan, liet de Oostendse burgemeester de spanningen oplopen.”

Meyrem Almaci: “Ik heb wat levenservaring met het thema: je moet de problemen benoemen en aanpakken, maar niet veralgemenen. Als je veralgemeent, krijg je een wij-zijverhaal dat de samenleving verscheurt. Als je puur op basis van statistieken naar mij gekeken zou hebben, zou ik hier nooit gezeten hebben als Kamerlid en voorzitter. Ik startte in de kleuterklas zonder dat ik één woord Nederlands kende. Eén leerkracht – juf Gaby – ontfermde zich over ons gezin om ons Nederlands te leren. Gewoon door het geloof van individuele mensen zit ik hier. Toch zijn er veel talentvolle kinderen die wel uit de boot vallen. Dat kunnen we ons als samenleving niet permitteren. Niet op menselijk vlak, niet op economisch vlak. Omdat je weet dat elke cent die je investeert in een kind, zich in veelvoud economisch terugbetaalt.”

“De stad verdient iemand die er met hart en ziel mee bezig is, en niet al denkt aan de volgende campagne” – Meyrem Almaci

Wouter De Vriendt: “Oostende en Antwerpen hebben gemeen dat de kinderarmoede er zeer hoog is. En stijgt. Bijna 1 op 3 kindjes wordt geboren in een kansarm gezin.”

Meyrem Almaci: “Een goeie leerkracht is echt wel een Win For Life. De uitdagingen voor het onderwijs zijn immens en de ondersteuning voor leerkrachten schiet tekort. Vroeger had je één kindje met een uitdaging in je groep. Met het M-decreet en met de diversiteit is het nu een heldendaad geworden om als leerkracht voor de klas te staan. Als samenleving moeten we investeren in onderwijs, in beginnende leerkrachten. Wie staat het meest in de scholen met de meeste uitdagingen? De pas afgestudeerden. Hoeveel aandacht is er voor diversiteit in hun opleiding? Hoeveel kindjes, zeker met het M-decreet, hebben individuele ondersteuning nodig? Is ons systeem daar wel voldoende op voorzien? Wij vrezen van niet.”

Bart De Wever zei eerder in deze interviewreeks dat Antwerpen mislukt is in de aanpak van migratie, maar dat West-Vlaanderen nog te redden valt.

Meyrem Almaci: “Niets kan lukken als je niet samenwerkt met de gemeenschappen en het middenveld. In Antwerpen wordt dat afgebouwd, en zelfs tegengewerkt. Worden er uitspraken gedaan die gigantisch hard aankomen bij die gemeenschappen. Na de incidenten in Borgerhout, die de burgemeester in de nationale pers bracht, nodigde de wijk hem uit voor overleg. Wat zegt de burgemeester: ik ga niet. Dat is niet hoe je het moet doen. Je moet met hen samen kijken hoe je een antwoord kunt bieden op de uitdagingen. Geen woorden die verdelen, maar daden die verbinden, alstublieft.”

Wouter De Vriendt: “Wil je geen leger werklozen binnen een etnische culturele minderheid, dan moet je discriminatie aanpakken. We kunnen het ons niet veroorloven om een volledige bevolkingsgroep aan de kant te laten staan. In die groepen werkt men vaak met referentiefiguren, mensen met een voorbeeldrol. Wel, betrek hen bij je beleid. Dan bereik je meteen heel veel mensen. Wij zien een heel belangrijke functie voor de wijkagent. In Oostende hebben we voorgesteld dat er in een bepaalde wijk permanent een agent patrouilleert. Niet met de combi, maar te voet of met de fiets. Aanspreekbaar. En van wie iedereen het gsm-nummer heeft. Dan weet je wat er leeft, kan je doorwijzen bij sociale problematieken.”

Kan Oostende iets leren van Antwerpen?

Meyrem Almaci: “Wat Oostende zeker niet mag doen, is het vermarkten van de zorg, zoals in Antwerpen. Daarin moet je de kaart van de kwaliteit trekken. Er moet een plafond komen op de winsten die aan de aandeelhouders worden uitgekeerd. Zo zullen de mensen geen nummers zijn, van wie je de boterhammen of pampers beperkt. De menselijke waardigheid staat voor ons centraal.”

(Door Olivier Neese & Ilse Naudts)

Wouter De Vriendt:

De opinie van professor Herwig Reynaert over Groen leest u hier.

https://www.youtube.com/watch?v=HQazZ4v_a-w