SP.A-burgemeesters Vandenberghe en Lansens: “SP.A moet ‘flinkser’ durven zijn”

Steve Vandenberghe en Patrick Lansens: "De flow zit goed, maar laat ons niet euforisch worden" © Christophe De Muynck
Redactie KW

De SP.A is een partij in volle metamorfose. Een hippe voorzitter op witte sneakers die over de tongen gaat. Een nieuwe partijnaam zónder het woord ‘socialisme’. Federale regeringsdeelname, ondanks fors verlies. De comeback van ‘De Professor’, Frank Vandenbroucke. Maar is dat genoeg om uit het diepe dal te kruipen? Wij stellen de vraag aan de burgemeesters van de laatste rode bastions van onze provincie: Steve Vandenberghe (Bredene) en Patrick Lansens (Koekelare).

Het zijn de laatste der Mohikanen, de socialisten die een absolute meerderheid halen, zeker in West-Vlaanderen. Steve Vandenberghe flikte dat kunstje aan de kust, in Bredene, Patrick Lansens in de polders, in Koekelare. De twee kennen elkaar goed. Ze mochten al meermaals (samen) uitleggen waarom zij slagen waar andere socialisten falen. Dat Bredene en Koekelare de laatste rode bastions zijn, heeft meer te maken met deze figuren dan met de partij.

Hun imago is nochtans verschillend. Vandenberghe is meer volksmens, terwijl Lansens meer neigt naar academicus. “Dat kan kloppen”, zegt Vandenberghe. “Ik denk en werk vanuit mijn buik. Ik probeer aan te voelen wat er leeft, en daarop in te spelen. Maar een burgemeester moet vooral authentiek zijn. In die zin lijken mijn collega en ik wél op elkaar.” Lansens knikt volmondig ja. “Authenticiteit is cruciaal in lokale politiek. Ik denk dat de verschillende partijprogramma’s voor tachtig procent gelijklopen. Het verschil zit in enkele sociale accenten, maar vooral in de figuren.”

Vandenberghe: “Ik wil burgervader zijn van álle inwoners. Ik denk weinig partijpolitiek op lokaal vlak. Dat is anders in het parlement.”

Lansens: “Een burgemeester die op lange termijn denkt, evolueert naar het centrum. Wie zich zeer links profileert, zal weinig nieuwe kiezers aantrekken. Ik heb van in het begin die reflex gemaakt.”

De insteek van dit gesprek is de nieuwe flow van de partij. Wat zegt uw buik daarover, meneer Vandenberghe?

Vandenberghe: “De flow zit weer goed, en dat doet deugd. Ik wil wel eens benadrukken dat John Crombez de basis heeft gelegd voor de generatie die nu aan zet is. Het is John die kansen heeft gegeven aan Conner Rousseau, Melissa Depraetere en vele anderen. Dat wordt te vaak vergeten, vind ik. Los daarvan: de nieuwe voorzitter levert uitstekend werk. Hij is mij aangenaam aan het verrassen. Ik was ook al uitvoerend mandataris toen ik 27 was, maar ik had niet zijn durf en maturiteit. Chapeau. Echt waar.”

Lansens: “Je voelde wel wat achterdocht toen Conner voorzitter werd, ook in mijn afdeling. Wat wordt dat? Maar je kan vandaag niet ontkennen dat hij een sterk parcours aflegt. Dat straalt af op de partij, ook lokaal. Zijn stijl is niet mijn stijl, – ik draag geen witte sneakers -, maar het slaat wel aan.”

Vandenberghe: “Allé, collega, geen sneakers? Ik wel, hoor. (lacht) Je voelt die flow op alle vlakken. De voorzitter zorgt voor een frisse wind. Hij heeft lak aan oude politieke cultuur. De mensen smullen daarvan. Ik sprak onlangs voor de Rotary van Brugge. Zelfs die mannen, toch vaak rechts, vinden hem oké. Zo kan de partij een nieuw kiespubliek aanboren. We zetten ook eindelijk volop in op sociale media.”

Lansens: “Je ziet ook een verschil op vlak van inspraak. Wij, de lokale afdelingen, worden gehoord. Conner vraagt onze mening over belangrijke dingen. Het orgaan van voorzitters en secretarissen is al meermaals digitaal samengekomen. Dat gebeurde voordien zelden of nooit.”

Vandenberghe: “Ook de sfeer in het partijbureau is weer optimaal. Het is geen geheim dat er onder John voortdurend kritiek was, vooral van de Tobbacks. De sfeer raakte op de duur verzuurd. Conner krijgt alle neuzen weer in dezelfde richting.”

Lansens: “Eendracht is cruciaal voor een partij. Dat is ook in mijn gemeente de sleutel van het succes.”

Toch een kanttekening vooraleer u te euforisch wordt. Dat Rousseau veel aan marketing doet, en weinig aan inhoud, is een kritiek die klinkt. Is dat geen gevaar?

Vandenberghe: “Niet mee eens. We debatteren véél over inhoud in de partij. De voorzitter laat zich trouwens uitstekend omringen door mensen met kennis van zaken. Hij beseft heel goed dat hij zelf niet alles weet.”

Lansens: “Of lees het regeerakkoord. Zelfs de kranten schreven dat vooral de socialisten veel binnenhaalden. Hij heeft in de onderhandelingen bewezen wél op inhoud te werken.”

Patrick Lansens (links):
Patrick Lansens (links): “Dat Conner Rousseau volksgezondheid durft opeisen in volle crisis, vind ik sterk”© Christophe De Muynck

Vandenberghe: “En dat er soms wat marketing aan te pas komt, so what? Dat is niet negatief. Maar ik ga akkoord dat we niet euforisch mogen worden. Mijn collega en ik zijn voetbalfans. Wij weten: je kan de hele reguliere competitie aan kop staan, maar in de play-offs toch naast Europees voetbal grijpen. Ook Conner zal afgerekend worden op het resultaat van de volgende verkiezingen.”

Wat vindt u van Vooruit, de nieuwe partijnaam vanaf december?

Lansens: “Heel sterk. Ik was onmiddellijk overtuigd. Dat heeft een connotatie met het verleden, met Gent, maar richt de blik wel voluit op de toekomst. Het past ook in de stijl van Conner. Hoe noem je dat? Hip, zeker?” (lacht)

Vandenberghe: “Dit was het goede moment voor een nieuwe naam. Dat moet wel gepaard gaan met een inhoudelijke verbreding. Dat is ook de bedoeling van onze evolutie van partij naar beweging. Ik keer zo terug naar uw vorige vraag. (denkt na) Wij mochten in het verleden te weinig vrijuit spreken over thema’s zoals migratie en veiligheid. Een kleine groep van de partijtop vond dat ongepast voor een socialistische partij. Dat moet veranderen. Een socialist mag eens flinks zijn. Wij hebben in Bredene twee keer vluchtelingen opgevangen. Geen enkel probleem, dat is menselijk zijn. Maar waarom zouden wij niet mogen zeggen dat die mensen ook plichten hebben? We moeten flinkser durven zijn. Maar ik heb daar goede hoop op. Conner liet al enkele keren vallen dat die taboes verdwijnen.”

Het woord ‘socialisme’ verdwijnt uit de naam. Was dat besmeurd door het verleden?

Lansens: “Dat kan. De nieuwe naam is vooral een signaal dat we naar de toekomst kijken.”

Vandenberghe: “Het was plots allemaal de schuld van de socialisten. Dat heeft onze naam geen goed gedaan. Maar dat was niet terecht. Ik wil gerust eens de schandalen van de andere partijen oplijsten. Of de kracht van verandering van N-VA. (feller) Wat is daarvan in huis gekomen? Niets, hé. Er waren nooit zoveel politieke benoemingen als met N-VA aan de macht.”

Lansens: “Het is nu vooral zaak aan een identiteit te werken. Vooruit moet een partij zijn waar solidariteit, pensioenen en volksgezondheid centraal staan. Die domeinen zijn door vorige regeringen mismeesterd.”

Vandenberghe: “Daarom zijn we nodig in die federale regering.”

Is regeringsdeelname niet gewaagd voor een partij in transformatie?

Vandenberghe (resoluut): “Neen. Er is één gouden regel in de politiek: zorg dat je erbij bent. Alleen dan kan je het verschil maken. (op dreef) Je hoort vaak zeggen dat dit een regering van losers is. Ik zal iets anders zeggen. Als deze regering slaagt, corona wordt verslagen en de economie groeit weer, dan zal die perceptie snel omkeren. N-VA-voorzitter Bart De Wever weet dat heel goed. Het is daarom dat hij zo zenuwachtig is.”

Lansens: “Conner heeft zijn verantwoordelijkheid genomen. Het was dit of nieuwe verkiezingen. Dat hij bovendien volksgezondheid durft opeisen in volle crisis, vind ik sterk.”

Dat was omdat hij Frank Vandenbroucke in zijn mouw had zitten.

Lansens (pikt in): “Een uitstekende keuze. Ik zat in het parlement toen hij een eerste keer minister van Sociale Zaken was. Ik ken hem vrij goed. Het is een geruststelling voor mij dat een man van dat kaliber op die post zit. Het is iemand met karakter, dat zeker. Maar dat moet op die positie.”

Vandenberghe: “Klopt. Een topkeuze is dat, en zeker geen zwaktebod. Er klonk wat kritiek omdat Vandenbroucke niet zou passen in onze vernieuwingsoperatie. Ik wil dat tegenspreken. Een vicepremier moet een sterk karakter zijn, liefst met kilometers op de teller. Anders kan je als partij je stempel niet drukken. Wij hebben veel opkomende talenten, maar die zijn nog niet klaar om vicepremier te worden. Dat is een vaststelling, geen schande.”

Hoe staat u tegenover het cordon sanitaire? Is dat een thema voor de vernieuwingsoperatie?

Vandenberghe: “Ik zal klare taal spreken. Ik ben voor het cordon. Ik hoop dat dat blijft bestaan. Week na week hoor ik parlementsleden van Vlaams Belang racistische, vrouwonvriendelijke en homofobe uitspraken doen. Laatst nog aan het adres van Petra De Sutter (Groen). Dat zijn wolven in schapenvacht. Ik zou niet meer in de spiegel kunnen kijken, mocht mijn partij daarmee samenwerken.”

Lansens: “Ik zit op dezelfde lijn. Ik zal nooit een coalitie vormen met Vlaams Belang. Maar ik vrees wel dat het cordon zal sneuvelen. Als N-VA kan, dan gaan ze samen met Vlaams Belang.”

Steve Vandenberghe en Patrick Lansens, de burgemeesters van de laatste rode bastions van West-Vlaanderen.
Steve Vandenberghe en Patrick Lansens, de burgemeesters van de laatste rode bastions van West-Vlaanderen.© Christophe De Muynck

Vandenberghe: “Ik twijfel daaraan, Patrick. De Wever zegt toch keer op keer dat hij niet wil samenwerken met verschillende figuren in die partij?”

Lansens: “Hadden ze een meerderheid op Vlaams niveau, dan waren ze vertrokken.”

Veel van uw lokale kiezers stemmen nationaal voor Vlaams Belang. Is dat een bezorgdheid?

Lansens: “Zeker. Ik schrik soms van wat mensen, die ik goed ken, op Facebook zetten. (zucht)) Dat is racistische praat, hé. Ze nemen die berichten over van Vlaams Belang. Je zag dat deze zomer opnieuw na de rellen in Blankenberge. Ik ga meer zeggen: dat is crapuleus.”

Vandenberghe: “Ik zie dat ook. Is dat een bezorgdheid? Zeker weten. Let op: niet alle Vlaams Belang-kiezers zijn racistisch of vrouwonvriendelijk. Die stem is soms een noodkreet. Ze stemmen voor Vlaams Belang omdat ze kwaad zijn op de politiek. Dat kan ik goed begrijpen.”

Lansens: “Dat is zo. Weet u wat de mensen beu zijn? Al dat gekibbel. Strontbeu zelfs. De ministers lijken zich soms niet te realiseren wat zich buiten de Wetstraatbubbel afspeelt. Op nationaal niveau vertaalt die woede zich in een stem voor een partij die aan de zijlijn staat te roepen. Lokaal stemmen diezelfde mensen wel voor beleid.”

Om af te ronden: zijn jullie weer fier om socialist te zijn?

Vandenberghe: “Ik was dat altijd al, dat is niet veranderd. Ik zie de toekomst wel weer rooskleurig tegemoet. Dat was 500 dagen geleden niet zo. Na de verkiezingen lagen we echt knock-out. Er moest iets gebeuren. De voorzitter zorgt voor een nieuw elan met zijn frisse stijl. Dat maakt het ook ontspannend werken voor ons.”

Lansens: “Het is aangenamer werken als het nationaal goed gaat. Je kan dat niet ontkennen. Dat straalt af op de lokale politiek.”

U bent nu 25 jaar burgemeester, meneer Lansens. Kan u nog deel uitmaken van de vernieuwing?

Lansens: “Waarom niet? Ik ga nog elke dag met plezier naar het gemeentehuis. Ik voel ook waardering van de mensen. Het is nog vroeg om iets te zeggen over 2024, maar als de situatie blijft zoals ze is, dan zal ik nog een keer de lijst trekken. Ik ben nog maar 56 jaar, hé.” (knipoogt)

Vandenberghe: “Groot gelijk. Ik zal dat ook nog eens doen, als ik voel dat de mensen dat willen. Vernieuwing staat niet gelijk aan het weggooien van ervaring.”


Biografie Steve Vandenberghe

Geboren op 5 juni 1971 in Veurne.

Diploma onderwijzer lager onderwijs en directeur lager onderwijs.

Woont in Bredene met zijn vrouw Anja. Vader van Jarni.

Burgemeester van Bredene sinds 2010.

Vlaams parlementslid sinds 2014.

Nam in 1994 voor het eerst deel aan lokale verkiezingen. Werd meteen schepen.

Was van 1992 tot 2006 leraar en van 2006 tot 2014 schooldirecteur.


Biografie Patrick Lansens

Geboren op 5 augustus 1964 in Oostende.

Doctor in de scheikunde (VUB).

Woont in Koekelare met zijn vrouw Marleen. Vader van Nikki.

Burgemeester van Koekelare sinds 1995.

Federaal parlementslid van 1999 tot 2005.

Nam in 1988 voor het eerst deel aan lokale verkiezingen. Werd meteen schepen.

Werkte in het begin van zijn carrière als assistent en docent aan de VUB.