Over grote en kleine incidenten in het stembureau
Flauwe excuses van aangeduide bijzitters, lange wachtrijen en gefrustreerde kiezers door een technisch defect en zelfs wapens op de kiestafels. Geroutineerde voorzitters van kiesbureaus hebben het al allemaal meegemaakt. Toch zijn ze zondag weer trouw op post. “Het is leuk. En je ziet al je buren nog eens een keer.” Al raden de voorzitters de kiezers toch aan om achteraf te checken of je zeker de juiste identiteitskaart weer meekrijgt. “Je moet heel geconcentreerd zijn om zeker geen foutjes te maken.”
“Je kan het zo saai of zo plezierig maken als je wil”, zegt Geert Yde uit Wingene. Zondag helpt hij voor de vierde keer op rij de verkiezingen in goede banen te leiden. “Ik maak er geen probleem van om op post te zijn. En het helpt ook niet om een lang gezicht op te zetten. Als je er vol goesting zit, is het 13 uur voor je er erg in hebt.”
Paul Carbon (60) is op 14 oktober aan zijn zevende stembusgang toe en is dezelfde mening toegedaan. “Als je er vrolijk aan begint en de kiezers af en toe met een kwinkslag aanspreekt, dan heb je veel minder miserie.” Al zijn er af en toe kleinere incidenten, vooral dan met betrekking tot het kiesgeheim. “Op een keer kwam er een gast binnengestrompeld. Vijf minuten voor de sluitingstijd van het kiesbureau, stomdronken. Toen hij na een tijdje uit het stemhokje kwam, was zijn stembrief helemaal opengevouwen, zodat iedereen kon zien op wie hij gestemd had. Dan hebben we hem natuurlijk moeten wijzen op het kiesgeheim. Ook herinner ik mij eens een ouder koppel dat kwam stemmen. De vrouw was potdoof. Ze stonden naast elkaar in het stemhokje. En de man riep heel luid: ge moet in de tweede rij vanboven het bolletje kleuren. Natuurlijk moest iedereen in het bureau lachen.”
Echt problemen heeft Paul Carbon nooit gehad. “Als de rijen lang zijn, durven de kiezers wel eens morren. Een keer maakte een vrouw een scène toen we een plaspauze van vijf minuten namen. Ze stak zelfs haar voet tussen de deur. En toen een brandweerman haar probeerde terug te duwen, deed ze alsof hij haar had aangevallen en bezeerd. Wij waren daarvan wel onder de indruk. Maar ze moet hebben beseft dat ze misschien iets te ver was gegaan. Want toen ze een half uur later terug kwam stemmen, deed ze alsof er niets was gebeurd.” (lacht)
“Politieagenten mogen niet gewapend het stemlokaal binnen en dus moeten ze hun wapen afgeven aan de voorzitter. Dan zit je daar plots met soms drie wapens bij je”
Vaak zijn voorzitters mensen uit het onderwijs of magistraten. “Al is dat geen certitude”, zegt Philippe Decruyenaere uit Brugge. “Ik werkte in het onderwijs, maar ik ken veel collega’s die nog nooit zijn opgeroepen voor deze burgerplicht. Ik ben nu 64 en ik kan amper nog de tel bijhouden van het aantal verkiezingen waarbij ik ‘dienst’ had. Of het nu om te tellen was, als voorzitter van een telbureau of zoals deze keer als voorzitter van stembureau 23 in Brugge. Vreemd ook hoe ‘ze’ mij altijd weten te vinden. Ik heb in Kortrijk, in Damme en in Brugge gewoond en toch werd ik telkens opgeroepen. Ik vind het niet zo’n ramp om mijn burgerplicht te doen, maar toch hoop ik stiekem dat het deze keer de laatste keer is. Excuses zoeken of doktersbriefjes halen, ligt niet in mijn aard. Maar genoeg is genoeg.”
Drie wapens op tafel
Advocaat Serge Defrenne uit Menen trad bij iedere stembusslag de voorbije 20 jaar op als voorzitter van een stembureau. “In mijn stembureau hebben zich eigenlijk nog nooit opvallende dingen voorgedaan. Eén keer trok een kandidaat-bijzitter wel een heel raar gezicht. Toen die mens mij meldde dat hij bij een notariaat werkte en ik hem daarom meteen aanstelde. Achteraf bleek dat hij in restaurant ‘t Notariaat in Geraardsbergen werkte…”
Het meest indrukwekkende moment is voor Serge Defrenne altijd wanneer er een aantal politiemensen tegelijk komen stemmen. “Zij mogen niet gewapend het stemlokaal binnen en dus moeten ze hun wapen afgeven aan de voorzitter. Dan zit je daar plots met soms drie wapens bij je. Je voelt je toch even Clint Eastwood in een cowboyfilm, dan.”
Beginnende voorzitters raadt Serge Defrenne aan om goed bij de pinken te zijn bij het teruggeven van de identiteitskaarten. “Ik herinner me nog goed de eerste keer dat ik als voorzitter moest optreden. Ikhad een aantal mensen een verkeerde identiteitskaart teruggegeven en moest na de stemming nog een paar uur met mijn fiets Menen rondrijden om iedereen zijn juiste identiteitskaart te gaan bezorgen.”
Verdwenen ziektebriefje
Dat administratie soms een heikel punt is, weet ook Eric Vanthournout uit Rekkem. “Het moet al 30 jaar geleden zijn, maar ik herinner het mij nog levendig. We hadden een man per ongeluk twee stembrieven meegegeven in het stemhokje. Toen hij dat meldde, stelden we hem voor om er een terug te geven en de andere in de stembus te steken. Een ongeluk komt natuurlijk nooit alleen en hij stak de verkeerde stembrief in de bus. Ik zei: ‘steek de andere er ook maar in’. Maar ik zat natuurlijk verveeld met de situatie. Toen de mensen van het lokale rusthuis even later aankwamen met een hoop ziektebriefjes van mensen die niet konden komen stemmen, zag ik mijn kans schoon. ‘Laten we een ziektebriefje wegnemen, dan klopt de telling.’ Dom natuurlijk. Toen dat ‘s anderendaags uitkwam, gingen de poppen aan het dansen. De getuigen werden opgeroepen en ik moest op zoek naar dat verdwenen ziektebriefje. Ik vond het nergens tussen mijn paperassen thuis. Ook in mijn papierberg op de school waar ik als directeur werkte, was het nergens te bespeuren. Een hele rompslomp. Uiteindelijk had men wel door dat ik geen slechte bedoelingen had en de uitslag niet had willen vervalsen en is het blauwblauw gelaten.” Zondag is Eric Vanthournout geen voorzitter meer, maar staat hij zelf op de lijst. Hopelijk verloopt in Rekkem dan wel alles volgens het boekje.
“Vreemd hoe ‘ze’ mij altijd weten te vinden. Ik heb in Kortrijk, in Damme en in Brugge gewoond en toch werd ik telkens opgeroepen.”
In Izegem raakte een voorzitter van een telbureau in het Sint-Jozefscollege ooit helemaal de weg kwijt. Wellicht had de man de instructies niet op voorhand doorgenomen, want hij kwam tot drie keer toe naar het hoofdbureau met totaal verkeerde resultaten. Telkens werd hij teruggestuurd. Maar de derde keer waren zijn medetellers het zo beu, dat het voltallig telbureau naar huis was gegaan. Uiteindelijk zijn vier leden van het hoofdbureau zelf gaan tellen … De voorzitter zelf mocht begrijpelijk niet meer mee doen.
Af en toe gaat het grondig mis, zoals bij de vorige verkiezingen in Oostende. Bij de opstart van het bureau in het Atheneum ontdekte voorzitter Ewout Lievens dat slechts een van de twee USB-sticks voor het elektronisch stemmen werkte. “Alles wat die dag mis kon gaan, ging ook mis“, lacht Ewout Lievens. “Ondertussen heb ik dat trauma wel verwerkt, maar toen vond ik dat niet om te lachen. We hadden al om 7.15 uur gebeld naar het hoofdbureau. Ze gingen iemand sturen, maar die kwam maar niet opdagen. En de rij voor ons stembureau werd langer en langer. Ik moest telkens opnieuw de wachtende kiezers toespreken om de situatie uit te leggen. Gelukkig ben ik advocaat en kan ik dat wel een beetje.“
De Oostendse kiezers reageerden verrassend begripvol. “Zij zagen natuurlijk ook dat wij zelf heel verveeld zaten met de situatie. De technicus die langs moest komen, was dat blijkbaar vergeten. Om 10.30 uur, meer dan drie uur na het eerste telefoontje, zijn de kiezers kunnen beginnen stemmen. Ons stembureau moest ook langer openblijven om iedereen de kans te kunnen geven zijn of haar stem uit te brengen”, zegt Ewout Lievens.
Toch zal hij zondag niet met tegenzin achter de voorzitterstafel zitten. “Het is een burgerplicht. We mogen blij zijn dat we een goed werkende democratie hebben. Daarom maak ik ook telkens een pv op als bijzitters triestige trucjes gebruiken om aan hun plicht te ontkomen. Zoals met opzet tien minuten te laat komen of zo. Ik zal hen niet straffen door hen aan te duiden. Ik doe liever voort met de mensen die wel gemotiveerd zijn. Je moet er uiteindelijk tot 15 of 16 uur mee samenzitten. Dan heb je niets aan bijzitters die daar zitten met een lang gezicht. Zelf zorg ik traditioneel voor twee thermossen koffie en koekjes. De gemeente voorziet frisdrank en water, maar uit ervaring weet ik dat veel bijzitters ‘s ochtends graag hun koffietje drinken.”
Zelf bekertjes meebrengen
Als het over catering gaat, is er een groot verschil tussen gemeenten. Een sandwich en plat water of koffiekoeken, tot een buffet voor alle medewerkers. “Ik zorg altijd zelf voor bekertjes”, zegt Johan Dierynck die al sinds 1976 bij elke verkiezing opgeroepen is. Zondag is hij voorzitter in Wijtschate. “De gemeente zorgt voor water en frisdrank, maar soms alleen in grote flessen. En uit zo’n grote fles drinken, is niet aangenaam. De bijzitters waarderen dat.”
In Wielsbeke worden de medewerkers in de stem- en telbureaus in de watten gelegd. “We krijgen ontbijtkoeken als we toekomen. En ‘s middags is er dan soep en een koude schotel. We mogen niet klagen”, zegt Dominique Desmet (51). Ook hij wordt al 26 jaar bij elke verkiezing opgeroepen. “In mijn beginjaren stond er zelfs altijd een fles cognac op tafel. Maar eigenlijk dronk daar nooit iemand van. Dus was het een gewoonte om die na de verkiezing te verloten onder de voorzitter en bijzitters. Ik heb zelf ook een paar keer geluk gehad bij die loting. Maar de jongste jaren is die fles cognac dus vervangen door de koude schotel. Misschien niet zo’n slecht idee…” (lacht)
Als ervaren bijzitter kent Dominique Desmet ondertussen ook zijn kiespubliek door en door. “De namen van de tien laatste kiezers die komen stemmen, ken ik ongeveer uit het hoofd. Het zijn altijd dezelfden.”
Gemeenteraadsverkiezingen 2018
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier