Minder Poperingse handelaars kiezen voor Pop.pas

Isabel Sticker en Danny Lefebvre. © TOGH
Redactie KW

Het subsidiereglement ter ondersteuning en bevordering van de lokale economie in de woonkernen wordt gewijzigd. Volgens Open VLD vallen heel wat handelszaken uit de boot omdat ze niet op de juiste locatie gelegen zijn. De partij vraagt dan ook dat de afbakening ruimer geformuleerd wordt.

Het subsidiereglement voorziet toelagen voor handelszaken. Open VLD blijft afkeuren dat het ontvangen van deze subsidie gekoppeld wordt aan het gebruik van de Pop.pas. “Dit zou een vrije keuze voor de handelaar moeten zijn”, zegt Danny Lefebvre (Open VLD). “Een plaatselijke handelaar sprak me onlangs aan dat hij in aanmerking kwam voor een renovatiepremie van 3.000 euro, maar dat hij 1.860 euro inschrijvingsgeld voor de Pop.pas moest betalen gedurende de verplichte eerste vijf jaar. Het is absurd. Is het mogelijk om een overzicht te geven van handelaars?”

Een vraag die burgemeester Christof Dejaegher (CD&V) blijkbaar verraste: “De vraagsteller denkt klaarblijkelijk dat ik een lopende computer ben”, zei Dejaegher. “Ik ben ook maar een mens. Ik kan die cijfers niet uit het hoofd zo maar brengen. De vraagstelling verwondert mij ook. De wijzigingen zijn wijzigingen ten guste. Vroeger moesten ze aansluiten tout court en onbeperkt. Nu is er verduidelijking en een inperking van de lasten ten opzichte van de handelaars. Trouwens, had u niet zelf de cijfers van de zaken aangesloten bij Pop.pas opgevraagd bij de diensten.”

Dat had Lefebvre inderdaad gedaan en hij kwam met ontluisterende cijfers op de proppen. “Het eerste jaar na de lancering van de Pop.pas waren er 101 deelnemende zaken. Eind 2018 waren dat er nog maar 51“, aldus Danny Lefebvre.

Dinsdag raakte echter bekend dat er nog 51 deelnemende zaken zijn. Geen massale afname dus, maar wel een terugval.

“We zitten nu ook aan het einde van de contractperiode”, relativeerde de burgemeester de cijfers. “Toch blijven we achter de koppeling van de subsidies aan deelname aan de Pop.pas staan, om meerdere redenen. Het is een heel goed instrument om aan klantenbinding te doen en het gaf ons de mogelijkheid om veel centen rechtstreeks in de Poperingse lokale economie in te putten. Het is al een goed systeem gebleken. Als we rijkelijk subsidies geven, tot 20.000 euro en meer, dan vind ik dat we daarvoor een kleinigheid mogen terugvragen.”

Later kwam Isabel Sticker (Open VLD) nog eens terug op dit subsidiereglement. “De te verkrijgen subsidies ter ondersteuning en bevordering van de lokale economie in de woonkernen zijn afhankelijk van de zones of gebieden waarin de handels- of horecazaken gelegen zijn“, duidde Isabel Sticker. “In het gewijzigde reglement wordt nader bepaald welke zones dat zijn. Voor Poperinge is dit het kernwinkelgebied; voor de deelgemeenten wordt de zone omschreven met opgave van straatnamen. Een zaak die zich twee huizen verder bevindt, valt uit de boot. In het centrum komt zo een handelszaak in de Casselstraat in aanmerking, maar een handelszaak in de Peperstraat niet. Ook in de deelgemeenten is de afbakening problematisch. Een handelszaak in Watou op het Watouplein komt in aanmerking, een handelszaak in de Douvieweg, dicht bij of bijna tegen het Watouplein, niet.”

Uitbreiding of aanpassing kernwinkelgebied

“De mens heeft het moeilijk met grenzen”, begon burgemeester Christof Dejaegher zijn antwoord. “Elke begrenzing zorgt voor discussie. Is het voor belastingen, dan wil men er buiten vallen. Dat is zeer moeilijk. We hebben al veel gedaan om het bij te sturen. Zo hebben we hoekpercelen er nog bij genomen. Het zal altijd voor discussie zorgen.”

“Er zijn twee redenen waarom we deze afbakening handhaven. De eerste is historisch: het kernwinkelgebied is vastgelegd in de jaren negentig. Toen werd beslist om het kernwinkelgebied te voorzien van het station tot de OLV-kerk, en dat hebben we altijd zo gehouden. Een tweede reden is beleidsmatig: als je geen beleidsmatige reden hebt, dan is het beter om geen subsidies te geven. De subsidies dienen net om het winkelfront te verdichten en de aantrekkelijkheid van het centrum te verhogen. Nu is het wel een voordeel dat we in een planningsjaar zitten. Dat kan ons de mogelijkheid bieden om ernaar te streven het reglement te vereenvoudigen. Maar een premie voor iedereen zal niet door de beugel kunnen vanwege de hogere overheden.”

(TOGH)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier