Handjes schudden en recepties afschuimen: West-Vlaamse stemmenkanonnen verklappen hun campagnegeheimen

De West-Vlaamse stemmenkanonnen blijven zweren bij een ‘traditionele’ campagne. (cartoon Geinz)
Laurens Kindt

Facebook, TikTok, Instagram? De meeste stemmenkanonnen van de West-Vlaamse lokale politiek houden er zich amper mee bezig, zo blijkt uit een exclusieve rondvraag van onze redactie. Hét recept voor verkiezingswinst is voor de meesten al jaren ongewijzigd: zes jaar lang aanwezig zijn op recepties en evenementen, flyers en ander drukwerk verspreiden en vooral heel veel huisbezoeken. “Ze willen allemaal liever verkiezingsposters omdat hun concurrenten er ook hebben”, zegt Reinout Van Zandycke van politiek adviesbureau Exposure.

Met een grote enquête over de manier waarop ze hun campagne voeren, polste onze redactie bij honderd stemmenkanonnen uit West-Vlaanderen naar hun bezigheden in de laatste rechte lijn richting zondag 13 oktober. Ook voor politici telt een dag slechts vierentwintig uur en dan is het zaak om je prioriteiten vast te leggen: een mooi vormgegeven campagne op Facebook, met al dan niet gesponsorde berichten, of liever de ouderwetse manier van huisbezoeken, folders, posters en het afschuimen van recepties en markten?

Voor het gros van de ondervraagde politici – en dat zijn telkens de vrouwen en mannen die in 2018 met de meeste stemmen in onze gemeenten en steden gingen lopen – is de keuze snel gemaakt. Tot grote spijt van Mark Zuckerberg kiezen ze niet voor sociale media.

Geen meerwaarde

Bijna dertien procent van de bevraagde politici geeft aan totaal niet aanwezig te zijn op sociale media, ondanks hun status als burgemeester of fractieleider van de grootste oppositiepartij. Een van hen is de Tieltse burgemeester Luc Vannieuwenhuyze (CD&V). “Ik zie er de meerwaarde niet van in. Ik heb liever persoonlijk contact met de mensen in mijn stad. Vergeet niet: ik doe alle huwelijken en jubilea in Tielt: ik zie nogal wat volk passeren. Wanneer die mensen dan met een probleem zitten of iets willen aankaarten, weten ze mij te vinden. Of ze kunnen een afspraak maken tijdens mijn wekelijkse spreekuur”, zegt Vannieuwenhuyze.

Hij begrijpt wel dat sociale media onontbeerlijk zijn voor politici op nationaal niveau. “Maar in een stad als Tielt kan je perfect iedereen bereiken zonder op Facebook actief te zijn. En mocht er toch iets interessants te melden zijn, zal mijn echtgenote me dat wel zeggen. Zij heeft wél een profiel.”

(lees verder onder de grafiek)


Ook zijn collega in Veurne, socialist Peter Roose, ziet geen heil in sociale media als campagne-instrument. “Huisbezoeken, daar zet ik op in. Ik probeer in die zes jaar bij iedereen langs te gaan. De campagne begint de dag na de verkiezingen en dat neem ik serieus. Let op: ik volg de sociale media wel en als we met onze ploeg op huisbezoek gaan, is er altijd wel iemand die een fotootje op sociale media post. Maar ik hou niet van de oeverloze kritiek die altijd maar gespuid wordt op pagina’s als Je bent van…. Bovendien mag ik daar amper op reageren want als burgemeester word ik geweerd. Zo kom je niet tot een constructief gesprek. Bovendien spreekt het me weinig aan om geld te storten aan Mark Zuckerberg in ruil voor extra volgers of likes.

Aanwezigheidspolitiek

Experts in politieke communicatie zien die houding wel vaker en – opvallend – tonen er ook begrip voor. “Politici zijn doorheen het jaar zo druk bevraagd, hollen van de ene vergadering naar de andere receptie, dat ze er simpelweg de tijd niet voor hebben”, zegt Reinout Van Zandycke, communicatiespecialist en zaakvoerder van communicatiebureau Exposure.

“Veel van die ervaren lokale politici zijn ook al wat ouder en hebben het niet in de vingers om snel iets degelijks op sociale media te posten. En als het niet snel kan, laten ze het vallen. De meesten kiezen voor een volgehouden aanwezigheidspolitiek en dat loont ook gewoon nog altijd het meeste. De namen van de mensen onthouden en aan Roger kunnen vragen hoe het op het voetbal is geweest loont veel meer dan een berichtje op Facebook. Toch adviseer ik ook lokale politici om van een klein evenementje iets op sociale media te posten. Stel: je bent aanwezig bij de opening van een nieuwe handelszaak en er zijn twintig mensen aanwezig. Dat is goed. Die twintig mensen hebben je gezien. Maar post er een foto van op sociale media en je hebt meteen een paar honderd mensen die je hebben gezien.”

(lees verder onder de grafiek)


Ook Nadja Desmet van Somiflex, een online leerplatform over sociale media en artificiële intelligentie, merkt dat lokale politici nog al te vaak de kracht van sociale media onderschatten. “Nochtans waren sociale media in 2018 een van dé redenen waarom het Vlaams Belang zo goed scoorde. Zij maakten – en maken – permanent een onlineconnectie met hun publiek, onderhouden dat zes jaar lang en plukken daar de vruchten van. Ook compleet onbekende kandidaten haalden in 2018 plots hoge scores”, klinkt het.

Net als in de offlinewereld heeft het voor politici dus geen zin om plots snel-snel in de laatste maand voor de verkiezingen alomtegenwoordig te zijn op sociale media. “Mensen doorprikken dat al snel. Nu is hij daar, denken ze dan. Net als in de echte wereld. In een ideale wereld bouwen lokale politici een duurzame relatie met hun kiezers zes jaar lang uit, zowel on- als offline.”

(lees verder onder de grafiek)


Interactie

Loes Vandromme, eerste schepen voor CD&V in Poperinge en Vlaams Parlementslid, is zo iemand. In onze enquête gaf Vandromme aan dat ze tijdens de campagne tussen de 31 en 40 uur per week bezig is met sociale media. “Toen jullie krant in 2012 een artikel maakte over de rol van sociale media in lokale verkiezingen, bleek ik de enige politica te zijn die daarmee bezig was. Ik mag me dus gerust een early adopter noemen. Het is voor mij een middel om de politiek dichter bij de burger te brengen. Het is zeer arbeidsintensief en het sluit andere campagnemiddelen zeker niet uit, maar ik doe het graag en vind het een ideale manier om in interactie te gaan met het kiespubliek.”

(lees verder onder de grafiek)


Een beetje tijd, dat misschien wel, maar veel geld willen onze politici alvast niet aan Meta – het overkoepelend bedrijf boven onder andere Facebook en Instagram – storten. Ruim zeventig procent van de respondenten betaalt niets, de rest houdt het op maximaal 500 euro per maand. De enige uitschieter is Immanuel De Reuse, kandidaat-burgemeester in Roeselare en Vlaams Parlementslid voor Vlaams Belang. “Onze partij geeft traditioneel meer geld uit aan advertenties op sociale media omdat we heel weinig aan de bak komen in traditionele media. Bovendien kunnen we onze boodschap via sociale media zelf brengen en controleren”, zegt De Reuse.

(lees verder onder de grafiek)


“Maar het is een en-enverhaal. Met onze partij gaan we ook naar de markten en niet alleen in verkiezingstijden. Ook na de verkiezingen van juni zijn we teruggekeerd naar de markten met een kleine attentie om onze vele kiezers te bedanken. We stonden er als enige politieke partij. Ik zie sociale media als een belangrijk onderdeel van de campagne, maar je mag de rest niet verwaarlozen. Kijk naar Coca-Cola: iedereen kent dat merk, maar het blijft gigantische budgetten uittrekken om reclame te maken.”

Groepsdruk

Dat de meeste politici terugvallen op de traditionele methodes als huisbezoeken en affiches of posters heeft volgens communicatie-expert Reinout Van Zandycke ook deels met groepsdruk te maken. “Bij de vorige verkiezingen hoorde ik van een paar politici dat ze eens geen affiches zouden drukken. De impact zou te beperkt zijn, dachten ze. Hun slechtste beslissing ooit, zo bleek. Want hun kiezers kwamen vragen of ze wel meededen, zeiden dat ze hen nergens zagen of vroegen naar een poster om op te hangen. Die politici werden dan gi-gan-tisch zenuwachtig omdat hun concurrenten wél overal in het straatbeeld te zien waren.”

(lees verder onder de grafiek)


Conclusie: zes jaar lang handjes schudden, een mooie poster en veel recepties doen: dat blijft het gouden recept. Sociale media kunnen een leuk extraatje zijn, maar ook alleen maar als je dat zes jaar lang kan volhouden. “Bovendien is het een fabeltje dat je daar jonge mensen mee aantrekt. Facebook bijvoorbeeld is voor jonge gasten zoals een bezoekje aan het woonzorgcentrum: het zit er vol oude mensen”, knipoogt Van Zandycke.

Ervaring, budget en tijd: drie cruciale elementen

Om een stemmenkanon te worden – en te blijven – zijn ervaring, centen en de nodige tijdsinvestering cruciaal, zo blijkt uit deze gegevens die onze respondenten antwoordden in de exclusieve rondvraag van KW.