Energie- en personeelskosten nemen grote hap uit Veurns budget, maar met de nodige aanpassingen vindt het bestuur financieel evenwicht

Stadskantoor De Seylsteen.
Myriam Van den Putte
Myriam Van den Putte Journaliste Het Wekelijks Nieuws

Het Veurnse bestuur heeft zich gebogen over de Meerjarenplanning 2023 en zal maandag 12 december in de gemeenteraad stemmen over de aangepaste versie die het financiële evenwicht in balans brengt. Ondanks stijgende energiekosten, personeelskosten en aanbestedingsprijzen kan Stad Veurne haar jaarlijkse werking verzekeren en blijft de dienstverlening gewaarborgd.

Jan Verfaillie, schepen van Financiën: “Door het zuinige beleid uit het verleden en het beter budgetteren van de investeringen zijn we er, ondanks de uitdagingen, in geslaagd om het financieel evenwicht te behouden, zonder grote gevolgen voor het gevoerde beleid. Een financieel evenwicht is absoluut noodzakelijk om de toekomstige werking van onze stad niet in gevaar te brengen.”

Bezuiniging op de energiefactuur

Ook in Veurne neemt de energiefactuur een flinke hap uit het budget. Zo is voorzien dat er voor het verbruik van 2022 een bedrag van 2.351.254 euro zal moeten worden betaald, ten opzichte van 1.072.852 euro in 2021. Het stadsbestuur nam intussen al enkele maatregelen om die kost te drukken. Zo wordt de openbare verlichting tussen 23.00 en 05.00 uur gedoofd (behalve op vrijdag- en zaterdagavond), wat al een besparing oplevert van zo’n 193.300. Dit is 37% van de jaarlijkse kost van 580.000 euro. De temperatuur in de openbare gebouwen en van het zwembadwater een graadje lager draaien levert een besparing van 15% op.

Personeelskosten

Ook de personeelskosten hebben door de inflatie een impact. In 2022 stegen die met 10% door vijf indexsprongen tot 24.962.133 euro (bezoldigingen, sociale lasten en pensioenen). In 2023 wordt geschat dat er 6% door indexsprongen zal bijkomen, waardoor de totale kost voor personeel zal oplopen tot 26.310.242 euro.

“De investeringen worden nauwkeuriger gebudgetteerd, waardoor ze pas ingeschreven worden in de begroting op het ogenblik dat ze effectief nodig zijn”, verduidelijkt schepen Verfaillie. “Daardoor kunnen we onze financiën beter managen en krijgt de gemeenteraad een beter inzicht in welk jaar welke investering zal worden uitgevoerd.”

De meest opvallend geplande investeringen voor 2023 zijn de fietsbruggen (Kaaiplaats naar Suikerpark en Voetbalstraat naar Rozendalstraat). Hiervoor is er 4.131.000 euro uitgetrokken, maar is het nog wachten tot de andere overheden hiervoor mee budget vrijmaken. In 2023 zal ook het nieuwe hoofdgebouw van StAPwest onder de Suikertoren worden ingericht, wat ongeveer 1,8 miljoen euro zal kosten.

De plattelandswegen worden verder aangepakt (1.334.000 euro) en er is ook een bijdrage van 200.000 euro voorzien om een nieuw gescheiden rioolstelsel vanaf de Nieuwpoortkeiweg tot aan de Rodestraat en Zuidburgweg aan te leggen. Volgend jaar staat ook de heraanleg van de Oude Vestingstraat op de agenda, samen met de afwerking van de randparking Oude Vesten. Hiervoor is er 1.190.947 euro voor uitgetrokken.

Schepen Verfaillie maakt nog een rekensom: “Volgens een raming van de inkomsten uit onroerende voorheffingen zou er door de inflatie 462.536 euro meer worden ontvangen (6.984.531 euro in 2022, 7.663.587 euro in 2023). De indexering op de lokale belastingen brengen dan weer 100.000 euro meer op. Een raming van de aanvullende personenbelastingen geeft aan dat er volgend jaar 1.045.673 euro extra richting de stadskas vloeit. Dit komt door een doorstorting van 14 maanden in plaats van 12 maanden vanuit de Vlaamse Belastingsdienst.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier