Kathleen Verhelst (Open VLD) schiet met scherp: “Er zitten te weinig ondernemers in de politiek”

Kathleen Verhelst: “Dat de begroting geen prioriteit is voor de PS? Dan weet je meteen waarom Wallonië bijna failliet is.” © Foto Kurt
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“De minister moet het profitariaat aanpakken, niet de zelfstandigen.” Kathleen Verhelst, federaal parlementslid voor Open VLD, mengt zich in de debatten over Delhaize en onze economie. De Zedelgemse politica neemt daarbij het beleid van Pierre-Yves Dermagne (PS) op de korrel – nochtans een coalitiepartner. Fasten your seatbelts!

Kathleen Verhelst is vooral bekend van Groep Verhelst, het succesvolle familiale bouwmaterialenbedrijf met hoofdzetel in Oudenburg, waar intussen 470 mensen werken. Vier jaar geleden werd deze gedreven onderneemster voor het eerst verkozen in het federaal parlement. Ze wou daarin de stem zijn van ondernemers en zelfstandigen, zei ze bij haar eedaflegging.

Dat deze zelfstandigen de voorbije weken in een slecht daglicht werden gesteld, heeft haar dan ook kwaad gemaakt, benadrukt ze meteen. “Wat heb ik allemaal moeten lezen? De vakbonden lieten zelfs uitschijnen dat kleine zelfstandigen slavendrijvers zijn. (windt zich op) Komaan, zeg. Dat is toch ongehoord? Doe maar eens navraag: mensen die voor kleine zelfstandigen werken, zijn minstens zo gelukkig als mensen die voor multinationals werken.”

Hoe kijkt u naar het conflict bij Delhaize?

“Dat is een sociaal conflict, geen politiek conflict. De politiek moet zich daar zo weinig mogelijk mee bemoeien. Als Delhaize beslist dat zijn model niet meer werkt, dan mag het toch ingrijpen? Er zijn geen ontslagen gevallen, hé. Ik heb in het verleden ook andere bedrijven overgenomen. Dat gebeurt in een economie. Dat is daarom niet slecht. Dat kan zelfs voor een positieve dynamiek zorgen, ook voor de werknemers. Waarom zou het slechter zijn om voor een zelfstandige te werken, die heel nabij en toegankelijk is? Dat kan ook voordelen hebben.”

Maar ook nadelen: de werknemers vrezen dat ze aan mindere voorwaarden zullen moeten werken.

“Omdat sommige voorwaarden misschien niet haalbaar zijn? Ik denk aan het zondagswerk dat voor driehonderd procent uitbetaald moet worden. Dat is misschien een van de redenen waarom Delhaize wil verkopen. Op deze manier is het niet langer haalbaar voor hen. Let op: ik begrijp de emoties van de werknemers. Het is normaal dat mensen bang zijn voor verandering.”

Of zouden ze bang gemaakt worden door de vakbonden?

“Ze worden alleszins niet correct geïnformeerd. Maar ik kijk niet alleen naar de vakbonden. Ik vind het ook ongehoord dat PS-ministers Dermagne en Dermine nu snel-snel wetten willen herschrijven om ervoor te zorgen dat de vakbonden ook in deze kleine bedrijven meer macht zouden hebben. (fel) Dat is totaal van de pot gerukt. Dat is misbruik maken van de situatie. Ik zal dat alvast nooit meestemmen. Schrijf dat maar op. Nóóit! De politiek moet ver weg blijven van deze crisis.”

Delhaize wil al zijn 128 winkels in franchise laten uitbaten, waardoor de vakbonden aan macht inboeten. Is dat het model van de toekomst?

“Franchise kan een mooi model zijn, maar het hangt af van de sector. Het moet vooral leefbaar en betaalbaar zijn. Ik heb het ook ooit overwogen voor mijn bedrijf, maar het bleek niet haalbaar omdat we in de bouw te weinig marge hebben. Ik heb trouwens alle respect voor de zelfstandigen die deze stap wagen.”

Intussen willen de vakbonden op maandag 17 april de hele retail platleggen. Wat denkt u daarvan?

“Dat is totaal onverantwoord. Dat dit kan, is het gevolg van de oversyndicalisatie van dit land. Begrijp me niet verkeerd: ik zeg niet dat de vakbonden niet nodig zijn. Zij zijn belangrijk voor mensen die niet mondig zijn of die onrechtvaardig behandeld worden. Maar wat ze hier doen, is polariseren en dat is geen deel van hun opdracht.”

Is dit niet het moment om het stakingsrecht aan banden te leggen zoals u eens suggereerde in deze krant?

(glimlacht) “Neen, wij hebben geen plannen in die richting. Nogmaals: de vakbonden hebben het volste recht om hun gedacht te zeggen, maar ze moeten zich ook houden aan de regels. Wat ze vandaag doen, vind ik weinig respectvol.”

In het parlement volgt u vooral het arbeidsmarktbeleid op de voet. We zijn één jaar voor de eindmeet van deze regering. Welk rapport krijgt bevoegd minister Dermagne van u?

(blaast) “Een buis, zeker weten. Hij doet het echt niet goed. Als minister zou hij naar het totale plaatje moeten kijken, maar hij heeft maar oog voor één kant: de kant van de werknemers en de consumenten. De kant van de werkgevers en de zelfstandigen lijkt hij helemaal te vergeten. Ik vind het bijzonder jammer dat net mijn domein bij een PS-minister zit. Dat is wel frustrerend, moet ik toegeven.”

© Foto Kurt

Deelt u zijn euforie niet over de Belgische werkzaamheidsgraad die intussen 72,3 procent bedraagt?

“Neen, zeker niet. Dat was misplaatst. Hij denkt dat hij er bijna is, maar het echte werk moet nog beginnen. Dat we in dit land 500.000 langdurig zieken hebben, is een gigantisch probleem. De regering heeft al een eerste stap gezet om hen aan het werk te krijgen, maar dat zal niet genoeg zijn. (denkt na) Weet u: Dermagne gaat uit van de tegenstelling werkgever versus werknemer. Ik niet: voor mij gaat het over mensen die verantwoordelijkheid opnemen versus mensen die profiteren. Voor wie niet kan werken, moeten we goed zorgen. Maar wie wel kan werken, moet aan de slag. Als ik mensen hoor klagen, dan gaat het niet over de werkgever hoor, maar wél over het profitariaat. Dát moet de minister aanpakken, niet de zelfstandigen. Er zijn te veel mensen die van het systeem profiteren. Ook onder die 500.000 mensen zitten er profiteurs.”

U bent scherp voor de minister, maar u keurt zijn beleid wel goed in het parlement?

“Omdat wij niet groot genoeg zijn om het beleid alleen te bepalen. Dat is de realiteit. Dat geldt voor elke partij. De regering doet ook goede dingen. Zo is het minimumpensioen eindelijk gekoppeld aan gewerkte jaren. Het is geven en nemen.”

“Als Delhaize beslist dat zijn model niet meer werkt, dan mag het toch ingrijpen? Er zijn geen ontslagen gevallen, hé”

En hoe is het voor u? U zit nu vier jaar in het parlement. Hebt u het gevoel dat u het verschil kan maken?

“Ik denk van wel. Ik probeer voor andere inzichten te zorgen. Weet u wat het grote mankement is van de politiek? Dat er te weinig economen en ondernemers in zitten. Gelukkig zijn er economen zoals Stijn Baert die zich wel mengen in het publieke debat. Ik vind ook dat de politiek te weinig bezig is met deze thema’s. (haalt schouders op) Te moeilijk om mee te scoren, zeker? Maar goed: ik jeun me wel, hoor. De politiek verrijkt me ook als mens, vind ik. En hoe langer ik erin zit, hoe meer ik ervan overtuigd ben dat Open VLD de beste partij is.”

Er zijn niet veel mensen meer die dat zeggen.

“Maar waarom is dat zo? Omdat wij niet voor de makkelijke weg kiezen. Wij proberen positief te blijven en oplossingen te zoeken. Helaas zijn het vooral de ruziemakers die aandacht krijgen.”

Een dossier waar u mee bezig bent, is de afschaffing van de wettelijk verplichte sluitingsdag. Zal u daarin slagen?

“Wellicht niet. De politiek is eigenlijk een heel behoudsgezinde wereld. Dat heeft mij wel verrast en dat is een groot verschil met de ondernemerswereld. Zelfs de bevoegde minister David Clarinval (MR) – toch een liberaal – staat niet te springen om deze wet aan te passen. Maar ook de belangenverenigingen zijn dikwijls heel behoudsgezind. Gevolg is dat Nederland ons voorbijsteekt. Waarom moet een zelfstandige zijn winkel 24 uur gesloten houden, terwijl de e-commerce dag en nacht draait? Laat die mensen toch zelf beslissen wat ze willen doen. We moeten veel meer out-of-the-box durven denken.”

De Vlaamse regering gaat de vaste benoeming grotendeels afschaffen. Zou dat ook een idee zijn voor de federale regering?

“Absoluut, ik ben daar grote voorstander van. Het zou zorgen voor meer flexibiliteit op de arbeidsmarkt. Ik vind dat iedereen geëvalueerd moet kunnen worden. Een vaste benoeming is ook dikwijls een gouden kooi. Het weerhoudt mensen ervan om nieuwe uitdagingen te zoeken.”

Een beslissing van de federale regering – die zaterdag ingaat – is het recht op deconnectie, wat betekent dat werkgevers hun werknemers na de werkuren gerust moeten laten. Is dat een goede zaak?

“Dat vind ik wel. Elke mens moet het recht hebben om af en toe los te komen van het werk. Maar in een ideale wereld gaat dat in twee richtingen. Op het werk zouden de mensen wat minder met de privé moeten bezig zijn. Tegenwoordig heeft iedereen een smartphone bij zich, waarmee hij altijd bereikbaar is. De kinderen weten dat ook, hoor.”

Hebt u nog tijd genoeg voor het bedrijf?

“Jawel. Voor mij bestaan er geen weekends. (lacht) Ik zou het ook niet kunnen loslaten. Het operationele laat ik intussen wel over aan andere mensen. Ik doe alleen nog de strategische beslissingen.”

© Foto Kurt

Wat denkt de onderneemster in u van de bloedrode Belgische staatskas?

“Dat de overheid dringend moet besparen en afslanken. Zo simpel is het. Dit moet eindelijk aangepakt worden. En ja, we zullen langer moeten werken. Dat hoeft toch geen drama te zijn? Dat kan ook op een positieve manier ingevuld worden. Er zijn helaas te veel politici die hier lichtzinnig mee omgaan. Vanuit economische hoek bekeken, is dat totaal onverantwoord.”

We zouden allemaal op straat moeten komen, zeggen economen Geert Noels en Gert Peersman.

“Wel, dan zou ik nog eens meelopen. (fijntjes) Als het op een zaterdag is tenminste, zodat we onze bedrijven niet hinderen. Neen, onze staatssecretaris Alexia Bertrand zet alles op alles om dit probleem hoog op de agenda te krijgen. Zij kan de anderen helaas niet verplichten om te luisteren.”

De PS vindt de begroting geen prioriteit.

“Dan weet je meteen waarom Wallonië bijna failliet is.”

Is de PS niet stilaan zelf het probleem aan het worden, zoals econoom Stijn Baert schrijft?

“Daar zit een stuk waarheid in. Ik ben – zacht uitgedrukt – geen grote fan van de PS-ideeën op vele vlakken. Maar zij wordt natuurlijk ook opgejaagd door de PVDA, een heel gevaarlijke partij, volgens mij. Een partij die denkt dat ze complexe problemen kan oplossen met simpele slogans. Hetzelfde geldt voor Vlaams Belang. En de mensen slikken deze halve waarheden omdat ze zo simpel klinken. Deze partijen willen eigenlijk denken in de plaats van de mensen. Dat maakt hen heel gevaarlijk. Weet u waar dat ook gebeurt? In een land zoals Rusland. Is dat dan het ideaal? Dat is iets waar we waakzaam voor moeten zijn. We moeten onze democratie koesteren.”

Zou u nog een herhaling van deze Vivaldi-regering zien zitten?

(blaast) “Ik vind dat een heel moeilijke vraag. En nu zal u tussen haakjes zetten dat ik lang aan het nadenken ben, zeker? (lacht) Ik had aanvankelijk een andere regering gewild, net zoals onze voorzitter Egbert Lachaert. Maar als de andere partijen niet willen samenwerken, wat moet je dan doen?”

We zijn bijna één jaar voor de verkiezingen. Wil u nog een tweede legislatuur in het halfrond?

“Dat weet ik nog niet. Ik leef in het nu. Ik ben nu heel erg bezig met politiek en ik doe het ook heel graag. Ik wil nog elke dag het verschil maken voor onze ondernemers, onze zelfstandigen en ook onze gedreven werknemers. Maar het is te vroeg om te zeggen wat ik volgend jaar ga doen. Ik ben niet iemand die zich vastklampt aan een postje. We zien wel.” (glimlacht)

Kathleen Verhelst

• Geboren op 26 januari 1969 in Roeselare.

• Licentiate in de Toegepaste Economische Wetenschappen (UFSIA).

• Woont in Loppem (Zedelgem) met haar man. Moeder van drie kinderen.

• Gedelegeerd bestuurder van Groep Verhelst.

• Federaal parlementslid voor Open VLD sinds 26 mei 2019.

• Lid van het directiecomité van Voka West-Vlaanderen.