Joren Vermeersch, toekomstig parlementslid én luis in de pels van N-VA: “Ik ben een jong veulen. Ik trappel van ongeduld”

Joren Vermeersch: “Het cordon sanitaire is vooral een strategisch instrument.”© Christophe De Muynck
Joren Vermeersch: “Het cordon sanitaire is vooral een strategisch instrument.”© Christophe De Muynck
Cobbaert & Gheysen

Joren Vermeersch wordt binnenkort federaal parlementslid voor N-VA. Joren wie, denkt u? De Brugse jurist en historicus werkt al tien jaar achter de schermen voor Jean-Marie Dedecker en Theo Francken. Vermeersch is geen onbesproken blad. Net zoals zijn leermeesters is hij recht voor de raap. In een strak geleide partij zoals N-VA valt dat niet altijd goed.

Wie is Joren Vermeersch?

– Geboren op 11 oktober 1981 in Oostende.

– Licentiaat in de rechten (2003) en licentiaat in de geschiedenis (2015).

– Woont in Brugge. Getrouwd met Sarah Smets en vader van Leon, Emile en Olivia.

– Auteur van 1349: Hoe de zwarte dood Vlaanderen en Europa veranderde .

– Columnist voor De Standaard.

– Bestuurslid van N-VA in Brugge.

– Werkt sinds 2009 achter de schermen van de politiek.

– Adviseur ideologie van N-VA van augustus 2020 tot oktober 2020.

Zijn roots liggen aan ‘t zèètje , zegt hij. In Middelkerke, waar hij opgroeide, en in Nieuwpoort, waar hij als tiener woonde. Zijn vader was advocaat en rechter, zijn moeder is fotografe. “Wij komen van simpel volk, boeren en vissers die zich konden opwerken in de middenstand dankzij het opkomende toerisme. Mijn vader was de eerste universitair van de familie. Het frustreert hem tot op vandaag dat ik niet in zijn voetsporen wil treden. ( lacht ) Ik heb eerst rechten gestudeerd, onder zachte dwang, maar wou eigenlijk geschiedenis doen. Dat is mijn grote passie. Toen ik dertig werd, heb ik die stap alsnog durven zetten, als werkende student. ( enthousiast ) Weet u waar ik de knoop heb doorgehakt? Onder een Provençaalse cipres. Echt waar. Een magisch moment. Ik was ook net vader geworden.”

Na omzwervingen in Portugal en Oost-Europa is hij tien jaar geleden in Brugge aangespoeld. Dankzij de liefde. “Mijn vrouw is Brugse. Ergens anders wonen, was géén optie.” ( lacht ) Het gezin woont vlak buiten het stadscentrum, in een beschermde officierswoning van begin vorige eeuw. “Een huis met een verhaal en een ziel: dat is wat een nostalgicus behoeft.” Wat opvalt in de woonkamer, is de metersbrede bibliotheek. Vermeersch is een veelvraat. Vooral kunst en geschiedenis. Hij werkt ook zelf aan een nieuw boek. “Over de veertiende eeuw, Vlaanderens waanzinnigste eeuw. Ik wil het verhaal vertellen van de kleine man, de boeren, de kooplieden, de wevers: de heroïek, maar ook de tragiek.”

Zijn ogen fonkelen als hij anekdotes oprakelt. Vermeersch is een gedreven verteller. Onbevangen ook, behalve over zijn partij. Omdat hij vooralsnog achter de schermen werkt, mag hij eigenlijk geen interviews geven. N-VA is een strak geleide partij. Hij doet dit interview dan ook in eigen naam, benadrukt hij.

Bent u een politicus die schrijft, of een schrijver die aan politiek doet?

“Ik ben vooral een historicus met veel verontwaardiging. Vandaag kan ik die kwijt in mijn columns. Het zou een grote eer zijn om mijn gedacht ook in het parlement te mogen zeggen. Maar ik kan mezelf geen politicus noemen, want ik heb nog geen mandaat.”

Wanneer wordt u parlementslid?

“Dat is één van de beter bewaarde geheimen van de politiek. ( lacht ) Jean-Marie ( Dedecker, red. ) heeft gezegd dat hij zal stoppen. Ik ben de eerste opvolger. Maar ik weet niet wanneer dat zal zijn. Ik heb te veel respect voor hem om dat vlakaf te vragen. Ik heb grote bewondering voor de manier waarop hij vanop de laatste plaats verkozen geraakte. Dat is helemaal op eigen kracht. Er zijn weinig West-Vlamingen die dat kunnen.”

Bent u ongeduldig?

“Uiteraard. Ik ben een jong veulen. Ik trappel van ongeduld.”

Uw vorig boek gaat over de Zwarte Dood van 1349. Kan u de coronacrisis daarmee vergelijken?

“Neen, covid is maar een kuchje als je dat vergelijkt. De pest trof iedereen, jong en oud, sterk en zwak, terwijl covid vooral ouderen en zwakkeren treft. Dat er geen patroon zat in de doden, was heel traumatiserend voor de mensen toen. Bijna één derde van de bevolking stierf op amper drie maanden tijd. Er was geen genezing mogelijk.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

Reageren de mensen toen en nu op dezelfde manier?

“Neen. Wie is écht bang van corona? Ouderen misschien, maar verder weinig mensen. Dat was toen wel anders. Men dacht soms dat de volledige bevolking zou weggevaagd worden. Een opmerkelijke reactie daarop was zelfpijniging. Men zag de ziekte als de toorn van God en men wou het goedmaken door zichzelf pijn te doen. ( even stil ) Het is wel een interessant gedachte-experiment. Hoe zou de moderne, niet-gelovige westerling reageren op een crisis van die omvang? ( denkt na ) Eerlijk? Wij zouden niet aankunnen wat de middeleeuwers aankonden. De heldenmoed van toen, gedreven door het geloof in het hiernamaals, zou ontbreken. Ik denk dat onze samenleving volledig uit elkaar zou vallen.”

Het is tijd voor coronarealisme, schreef u in uw column in De Standaard. Wat zou het voornaamste verschil zijn?

“We moeten corona aanvaarden. Het virus zal niet verdwijnen. We moeten daarmee leren leven. De overheid heeft een beschermingsplicht tegenover de ouderen en de kwetsbaren. Als die mensen gevaccineerd zijn, moet de vrijheid in totaliteit hersteld worden. Dat betekent de afschaffing van álle beperkingen.”

Wat dan met alle gezonde jonge mensen die sterven aan het virus?

( feller ) “Maar hoeveel zijn er dat? Een samenleving moet een beperkt risico kunnen aanvaarden. Dat is echter het probleem van onze samenleving. Wij gaan heel krampachtig om met risico. Voor elke calamiteit wijst de burger naar de overheid. Is er droogte? De overheid heeft gefaald. Is er een auto-ongeluk? Het is de schuld van de overheid. Gevolg: een betuttelende overheid die maniakaal alle risico’s probeert in te perken, waardoor de individuele vrijheid teloorgaat. Dat leidt tot excessen. Het verbod op zwemmen in zee als er geen redder op het strand staat, is een mooi voorbeeld. In Nederland bestaat dat niet, hé.”

Zegt u dat ook in uw partij?

“Natuurlijk. Mijn partij is trouwens de vaandeldrager van de realistische aanpak. Wie stelt de avondklok in vraag? De N-VA, hé. En niemand anders.”

Dat klopt niet. Ook Vlaams Belang doet dat, en Jeremie Vaneeckhout, West-Vlaams parlementslid voor Groen.

“Dat klopt. Ik vind Jeremie trouwens een charmant politicus. Ik zou graag eens een strandwandeling maken met hem. Of een dubbelinterview doen. Ik heb bewondering voor zijn parler-vrai . Er zouden er meer moeten zijn zoals hem. Weet u wat het probleem is? Dat het systeem van de lijststem de partijen de almacht geeft om te bepalen wie in het parlement geraakt en wie niet. Dat zorgt ervoor dat parlementsleden bang zijn om te spreken.”

U durft ook niet te spreken over uw partij.

( kort ) “Ik heb geen politiek mandaat en dus ook geen mandaat om over de partij te spreken.”

Klopt het dat u aan de kant geschoven bent als huisideoloog?

“Dat is inderdaad een bijzonder kort huwelijk geweest. ( grijnst ) Dat bleek een mismatch. Ik heb een te ongezouten mening die ik maar niet kan inslikken. Wie mijn columns leest, zal dat wel weten. Dat bleek onverenigbaar met mijn positie als adviseur ideologie. Mijn columns vielen niet overal even goed, maar ik wou die niet loslaten. De vrijheid om te schrijven, is heilig voor mij.”

Werkt u nu voor Theo Francken of voor de partij?

“Ik ben raadgever voor de federale fractie, waar ook Theo in zit.”

Waarom hebt u destijds voor N-VA gekozen?

“Ik ben het vleesgeworden product van het beroemde Churchill-citaat: Wie jong is en niet links, heeft geen hart. Wie oud is en niet rechts, heeft geen verstand. Toen ik jonger was, stemde ik vooral voor linkse partijen. Ik heb zelfs nog voor het radicaal-linkse PVDA gestemd, omdat een vriend op die lijst stond. ( lacht ) Mijn inzichten zijn veranderd na mijn jaren in het buitenland, waar ik vrienden heb gemaakt uit alle hoeken van de wereld. Wij voerden dikwijls diepgaande gesprekken. Ik heb daaruit geleerd dat culturen fundamenteel anders denken en dat het liberale migratieriedeltje niet klopt. Migratie zorgt wél voor problemen. Migratie verandert een samenleving en dat is niet altijd goed.”

Waarom N-VA en niet Vlaams Belang?

“Omdat ik een cultuurchristen ben, ook al ben ik agnost. Het cruciale aspect van de christelijke moraalfilosofie is de gelijkwaardigheid en menswaardigheid van elk individu. Het is trouwens daarom dat deze filosofie de meest superieure van allemaal is. Vlaams Belang bekijkt sommige mensen te veel als de ander . Ik vind bijvoorbeeld die hele retoriek over omvolking twee bruggen te ver. Ik heb zelf een rassengemengde familie. Wat mij aanspreekt bij N-VA, is het verhaal van inclusief nationalisme.”

 © Christophe De Muynck
© Christophe De Muynck

U hebt samen met Francken het boek ‘Continent zonder Grens’ geschreven. Hoe hebt u elkaar leren kennen?

“In 2009 werkte ik voor Jean-Marie. Dat was mijn eerste stap in de back office van de politiek. Migratie was toen al mijn domein. Eén jaar later werd Lijst Dedecker helemaal leeggezogen door N-VA. Daarna kwam de vraag van Theo om voor hem te werken. Wij zijn vrij snel vrienden geworden. Ik herken mij in zijn authentieke verontwaardiging. Een politicus móet verontwaardiging bezitten. Wie dat niet bezit, is een carrièrist. Maar ik vertrouw Theo ook als mens. Het klikt inhoudelijk en karakterieel tussen ons.”

U gruwt beiden van de morele houding van links, lees ik. Wat bedoelt u daarmee?

“Ik ben een conservatieve liberaal. Elke mens moet het leven kunnen leiden dat hij zelf wil. Dat gaat gepaard met rechten en plichten. Links wil iets anders. Links wil mensen bekeren en opvoeden. Het is aan dat moralisme dat ik mij vreselijk stoor. Links wil de overheid een opvoedende rol toekennen. In ons land is dat helaas goed gelukt. Elke rechtgeaarde conservatief gruwt daarvan. ( benadrukt ) Ik wil mínder overheid, minder regelneverij en focus op kerntaken. We zullen zelf wel onze kinderen opvoeden.”

Wat betekent conservatief voor u?

“Dat betekent bewaren wat mooi en goed is. Veel conservatieven zijn nostalgisch, net zoals ik. Wij omarmen het mooie uit het verleden. Onze maatschappij verandert heel snel. Ik betwijfel of die verandering ook vooruitgang betekent.”

Wat is voor u het ijkpunt in het verleden?

“Dat is een moeilijke vraag. Kent u de film Midnight in Paris van Woody Allen? Dat gaat daarover. Dat is voor elke mens anders. Ik kijk met weemoed terug naar de nineties . Dat is omdat ik toen een tiener was en veel vrijheid kende. Mijn ouders kijken dan weer met nostalgie terug naar de jaren tachtig. ( denkt na ) De mooiste periode in de Europese geschiedenis vind ik de Belle Epoque, vooral op vlak van architectuur, esthetiek en ruimtelijke ordening. Helaas heeft de gruwel van Wereldoorlog I daar komaf mee gemaakt. Nadien won functionaliteit van esthetiek, met lelijke gebouwen tot gevolg. En het wordt alleen maar erger. Denk aan de windmolens met hun hoogspanningskabels: die vernietigen ons landschap. Ik vind dat pure horror.”

Een parlementslid is veelal ook een lokaal boegbeeld. Hebt u ambities in Brugge?

“Als mij die vraag gesteld wordt, dan zal ik geen neen zeggen. Ik heb van Brugge leren houden. Ik wil hier mijn leven verder opbouwen. Maar first things first . Dat is een vraag voor de verre toekomst.”

Is het aan een nieuwe generatie na de opdoffer van 2018?

(voorzichtig) “Ik hoop dat u begrijpt dat ik op deze vraag moet passen. Ik heb alle vertrouwen in Maaike ( De Vreese, voorzitter van N-VA in Brugge, red. ). Zij is uit het goede hout gesneden.”

Stefaan Sintobin (Vlaams Belang) liet al noteren dat hij graag wil samenwerken met N-VA in Brugge. Vindt u algemeen dat een coalitie met Vlaams Belang moet kunnen?

(aarzelend) “Ook op die vraag ga ik passen. Het is niet aan mij om de lijn van de partij te bepalen. Ik wil wel iets anders zeggen daarover. Ik geloof niet dat de traditionele partijen vasthouden aan het cordon sanitaire om louter ideologische redenen. Dat is een schaamlapje. Het is ook hun levensverzekering, om zélf aan de macht te blijven. Dankzij de uitsluiting van Vlaams Belang zijn de traditionele partijen mathematisch onmisbaar in coalities. Maar als regeringsdeelname alleen zal kunnen in een coalitie met Vlaams Belang, dan zal het cordon wel gelost worden. En dan zal iedereen zien dat het vooral een strategisch instrument was.”

U houdt van ‘parler-vrai’, zegt u. Bent u wel zeker dat N-VA uw partij is? U mag niet vrijuit spreken.

“O, maar intern is er wél debat mogelijk. Dat is het belangrijkste.” (grijnst )