Het eerste grote interview met de eerste West-Vlaamse voorzitter van Groen: “Ik zal mijn provincie niet uit het oog verliezen”

Jeremie Vaneeckhout: “Ik ga niet rond de pot draaien: Ventilus moet bovengronds.” © Christophe De Muynck
Paul Cobbaert
Paul Cobbaert journalist

“Ik wil de mensen recht in de ogen kunnen kijken.” Jeremie Vaneeckhout neemt geen blad voor de mond in zijn eerste interview als covoorzitter van Groen. Komen aan bod: stikstof, Ventilus en andere hete hangijzers. Maar ook: café De Sportduif, Molenbeek en bagger op sociale media. De enthousiaste Anzegemnaar, de eerste West-Vlaming op deze stoel, is opvallend scherp voor het beleid van staatssecretaris Sammy Mahdi.

Jeremie Vaneeckhout

• Geboren op 4 juni 1985 in Waregem

• Master in de Politieke Wetenschappen (KU Leuven)

• Woont met zijn vrouw Marthe in Kaster, Anzegem. Vader van drie dochters: Ellie (6), Hazel (4) en Imke (2)

• Van 2013 tot 2019: schepen in Anzegem

• Van 2013 tot vandaag: gemeenteraadslid in Anzegem

• Van 2019 tot vandaag: Vlaams Parlementslid

• Van 2022 tot vandaag: co-voorzitter van Groen met Nadia Naji


Groen wordt sinds zaterdag geleid door een West-Vlaming, een unicum in de geschiedenis van de ecologische partij. Jeremie Vaneeckhout is de naam. De man is 37 jaar, vader van drie kinderen, woont in Anzegem waar hij schepen was, en is ook Vlaams Parlementslid. Hij zal het voorzitterschap delen met Nadia Naji van Molenbeek. We hebben afspraak in het Greenhouse, het groene hoofdkwartier in Brussel, op de tweede dag van zijn mandaat. Het is een zichtbaar tevreden man die ons de hand schudt. Dat hij blij is dat hij aan onze krant zijn eerste interview kan geven, zegt hij. “Laat nooit uw lokaal engagement los, zei Herman Van Rompuy ooit. Ik heb die les goed onthouden. Ik zal mijn provincie en mijn dorp niet uit het oog verliezen. Ik blijf daarom ook gemeenteraadslid.”

Dat hij eensklaps een machtig man geworden is, een van de machtigste van de Belgische politiek zelfs. Vaneeckhout lacht uitbundig als ik het hem voorleg. “Dat is niet slecht voor een simpel boerke uit Anzegem, hé. Neen serieus: ik kén het belang van deze functie. Ik was vijf jaar ondervoorzitter van Meyrem Almaci. Ik weet ook wat het doet met iemand. Ik weet dat dit impact zal hebben.”

Uw voorgangster was dagelijks slachtoffer van bagger op sociale media. Hebt u een olifantenvel?

“Kritiek kan, graag zelfs, maar haat zal ik negeren. Ik ben daar klaar voor, denk ik. De pijnlijke realiteit is wel dat ik als man minder hard aangepakt word. Ik kan me dus niet voorstellen hoe het geweest moet zijn voor Meyrem. Ook Nadia heeft de voorbije weken al veel moeten incasseren. Ik heb alle respect voor de manier waarop zij daarmee omgaan. Het moet niet altijd makkelijk zijn.”

Het zal ook impact hebben op uw privéleven. Zijn uw vrouw en kinderen fier of bang?

“De kinderen beseffen nog niet wat er gebeurt. Mijn vrouw is fier en wakker tegelijk. Ze wil natuurlijk dat het leefbaar blijft voor het gezin. Ik wou heel bewust drie kinderen en wil dus ook een aanwezige papa zijn. Ook daarom kiezen we voor het covoorzitterschap. Dat moet ademruimte geven aan Nadia en mezelf. Als je pleit voor meer mentaal welzijn, moet je zelf het goede voorbeeld geven.”

Het covoorzitterschap is een unicum in Vlaanderen. Zal u elkaar niet voor de voeten lopen?

“Neen, al is het maar omdat het zo goed klikt tussen ons. We hebben dan wel verschillende profielen en achtergronden, maar onze idealen zijn dezelfde. We zijn er beiden van overtuigd dat er geen supermannen en supervrouwen bestaan. We willen de taken verdelen. Hoe dat gebeurt, zal op het moment zelf beslist worden. De ene keer zal ik een debat doen, de andere keer zij.”

Moet u hiervoor de partijstatuten aanpassen?

“Dat is de bedoeling. Let wel: we willen het covoorzitterschap voortaan statutair mogelijk maken, niet verplichten. En gezien het brede mandaat dat we van onze leden hebben gekregen, denk ik wel dat het goedgekeurd zal worden.”

Kent uw collega Anzegem al?

“Ja. Ze is er twee keer geweest in de campagne. (enthousiast) Weet je wat zo fantastisch was? We zijn een keer café De Sportduif binnengegaan. Na twee minuten stond ze al met iedereen te babbelen. Het platteland is haar trouwens niet vreemd. Ze is opgegroeid in een dorpje in de Vlaamse rand rond Brussel. Al moet ik toegeven dat ze Anzegem voordien niet kende.” (lacht)

Wat vond u van de heisa over de vragen van Lieven Verstraete in ‘De Zevende Dag’ aan haar adres?

“Ik ga het proces van Lieven Verstraete niet maken. Zijn retoriek was inderdaad fout – hij sprak over de verovering van Brussel door nieuwkomers -, maar zijn excuses nadien waren gemeend. Hij had zich slecht uitgedrukt. Ik geloof hem. Dat deze woorden gebruikt worden, zegt wel iets over onze samenleving. Ik ben heel gevoelig voor het gevaar van extreemrechts. Mijn overgrootvader was krijgsgevangene in de Tweede Wereldoorlog. Ik heb hem nog goed gekend, maar daarover wou hij nooit spreken. Zo pijnlijk was het.”

Vooruit-voorzitter Conner Rousseau liet onlangs in Humo noteren dat hij zich in Molenbeek niet in België voelt. Zou dat ook uit uw mond kunnen komen?

(resoluut) “Néén, nooit. Er wonen honderdduizend mensen in Molenbeek. Hij zegt eigenlijk aan al die mensen dat ze hier niet thuishoren. Impliciet zegt hij ook hoe zijn ideale België eruitziet. Dat is niet onschuldig. Hij moet goed beseffen dat een partijvoorzitter een belangrijke functie bekleedt. Er zijn problemen in Molenbeek, maar dat soort retoriek zal niets oplossen. Weet u: ik geloof oprecht dat de meeste mensen deugen. Ik vertrek vanuit een positief mensbeeld. Dat zal ik ook doen als voorzitter.”

© Christophe De Muynck

Is er een probleem van integratie in Molenbeek?

“We leven in het algemeen, en dus ook daar, nog te weinig samen met elkaar. Ik wil daarmee op een positieve manier aan de slag. Is taal belangrijk? Ja, natuurlijk. Maar wij gaan geen symbolenstrijd voeren. We gaan geen thuistaal verbieden op school als uit onderzoek blijkt dat dat geen hinderpaal is om Nederlands te leren.”

In uw boek ‘Vergeten Land’ legt u wel de nadruk op identiteit.

(knikt) “Ik geloof dat de meeste mensen ergens toe willen behoren. Dat kan een dorp zijn, een regio, een land, noem maar op. Ik vind dat ook een goede zaak. We moeten daarom werken aan een gemeenschappelijke basis. Wij, progressieven, moeten het begrip identiteit weer durven omarmen. Het is helaas een vies woord geworden in progressieve kringen. En waarom? Omdat het gekaapt is door reactionaire strekkingen die schermen met een Vlaanderen van vijftig jaar geleden of met een België dat nooit bestaan heeft. Dat is trouwens ook onze schuld. Wij hebben het láten kapen. Identiteit is belangrijk, weliswaar positief gedefinieerd, met de blik op de toekomst.”

Maak dat eens concreet.

“Erfgoed bijvoorbeeld. Leegstaande kerken moeten niet gesloopt worden, maar een nieuwe bestemming krijgen. Een kerkgebouw is dikwijls een belangrijke plek in een gemeenschap. Laat ons daar een nieuw verhaal mee schrijven.”

U bent katholiek, komt uit de Chiro en woont op het platteland. Waarom koos u niet voor CD&V?

“Omdat ik een radicale ecologist ben. De mens en het milieu zijn de maat der dingen, niet de economie: dat is de essentie voor mij. De ideologie van CD&V, het personalisme, bevat ook goede elementen, maar in de praktijk worden deze vaak verloochend. Dat ze dertig jaar lang de boeren iets voorgelogen hebben, vind ik onaanvaardbaar. Doe maar voort zoals ge bezig zijt en alles komt goed, zeiden ze. Alsof de problemen zichzelf zouden oplossen. Dat is de mensen misleiden. (op dreef) Maar ook het asielbeleid van staatssecretaris Sammy Mahdi (CD&V) is onaanvaardbaar. Elke dag wordt hij veroordeeld omdat er mensen op straat moeten slapen. Waar is de C van CD&V naartoe? De regering moet dringend meer urgentie aan de dag leggen hiervoor. Elke mens heeft recht op opvang.”

Wat vindt u van het stikstofakkoord van Vlaams minister Zuhal Demir (N-VA)?

“Dat is een noodzakelijke stap vooruit. Ten eerste om te vermijden dat er een vergunningenstop komt. Ten tweede voor de kwaliteit van onze natuur. En ten derde om boeren te helpen in de transitie naar een nieuw model. Het akkoord moet nu wel uitgevoerd worden. Ik hoop dat Zuhal Demir niet plooit voor de lobby van de Boerenbond. Wij zullen haar alvast wakker houden.”

Een ander belangrijk dossier voor onze provincie: Ventilus. Wat zegt u hierover?

“Ik wil de mensen recht in de ogen kunnen kijken, dus zeg ik dat Ventilus bovengronds moet. Ik ga niet rond de pot draaien. Als we de windenergie aan land willen krijgen, als we een robuust net willen voor onze bedrijven, maar ook voor de elektrificatie van het wagenpark, dan moeten we voor de bovengrondse optie gaan. Bovendien zal het minder lang duren én zal het minder geld kosten. Ik wil daar wel aan toevoegen dat de geïmpacteerde gezinnen ruim vergoed moeten worden. Het is ook hier tijd dat Zuhal Demir een beslissing neemt. Alle elementen liggen op tafel.”

U bent de eerste West-Vlaming op deze stoel. Wat betekent dat voor onze provincie?

“Ik ben covoorzitter voor alle provincies, maar dit is natuurlijk een kans om meer zichtbaar te zijn. Ik wil in 2024 ook in West-Vlaanderen een stap vooruit zetten. Maar wat voor onze provincie geldt, geldt ook algemeen: ik ben niet van plan om een nieuw ideologisch verhaal te schrijven. Onze recepten liggen op tafel en die zijn goed. Alleen: we slagen er niet in om de mensen te overtuigen. Dat is mijn opdracht.”

© Christophe De Muynck

Meyrem Almaci heeft één advies voor haar opvolger, zei ze in De Zondag. “Ga niet mee in het verhaal van spindoctors. Laat u niet plat coachen. Dat is een fout die ik gemaakt heb.”

“U ziet dat ik hier alleen zit. Zonder spindoctor dus. (lacht) Het is een goed advies van Meyrem. Ik geloof ook niet in gespeelde politiek. Uiteraard zal ik ook een woordvoerder hebben, dat is ook nodig om feedback te geven. Maar ik zal zelf bepalen wat ik zeg. (fijntjes) Ik ben de voorzitter, hé.” (lacht)

Uw partij lijkt dikwijls in een kramp te schieten over moeilijke thema’s zoals diversiteit, kernenergie en salariswagens. Is dat een werkpunt?

“Ja, dat vind ik zelf ook. We reageren soms te verkrampt en we kruipen te snel in een hoekje. We mogen best wat meer complexloos zijn. Wat kernenergie betreft: we aanvaarden de overgang tot 2035, maar daarna willen we honderd procent hernieuwbare energie. Dat moet heel duidelijk zijn. Wat salariswagens betreft: het is gewoon absurd dat 85 procent van de mensen de wagens van 15 procent subsidieert. Bovendien versterken we zo het fileleed. Dat systeem is niet houdbaar op termijn. Ik zal dat blijven zeggen. De slogan van Nadia en ik is niet toevallig trots op Groen. Wij zijn echt trots op wie we zijn en waar we voor staan.”

Staat u eigenlijk open voor een coalitie met PVDA?

“Op nationaal vlak niet, neen. Ik heb een fundamenteel probleem met haar visie op buitenlandse politiek en democratie. Dat gaat over Rusland, China, noem maar op. Eerst weigeren ze de vervolging op de Oeigoeren te erkennen, daarna weigeren ze de inval van Rusland in Oekraïne te veroordelen. Dat is onverenigbaar met de groene waarden. Het lokaal niveau is een ander verhaal. Daar zeg ik niet op voorhand neen. We besturen trouwens samen in Borgerhout, dus het kan wel. Ik zet PVDA niet op dezelfde lijn als Vlaams Belang. Vlaams Belang is een racistische partij. Ze is daar ook voor veroordeeld. De PVDA is geen racistische partij, maar ze zet zichzelf aan de zijlijn door haar populistische aanpak.”

Laatste vraag: uw vader liet noteren dat het burgemeesterschap eigenlijk uw grote droom is. Is dat zo?

(lacht) “Ik ben geboren en getogen in Anzegem. Als ik ooit die kans krijg, zal ik die niet laten liggen. Maar dat is vandaag niet aan de orde.”