“Ik ben een gelukkig man vandaag. Ik ben verlost van alle spanningen.” Aan het woord is CD&V-politicus Joachim Coens, tegenwoordig voltijds burgemeester van Damme. Eén jaar geleden nam hij ontslag als voorzitter van de christendemocraten. Vandaag blikt hij voor het eerst terug op die woelige tijd.
De bijentuin van Sijsele, deelgemeente van Damme, is de plek waar we afspraak hebben, naast de bibliotheek. Vier jaar geleden werd deze kleine wildernis uitgeroepen tot mooiste bijenvriendelijke tuin van Vlaanderen. Het is pinkstermaandag en Joachim Coens is zichtbaar ontspannen als hij ons de hand schudt. Losse gympjes aan, truitje over de schouders, zonnebril op. “Ik woon hier vlakbij en ik kom hier soms ’s avonds om te genieten van de zonsondergang”, zegt hij. “Damme is een plek van onthaasting, voor inwoners én bezoekers.”
Dat natuur en biodiversiteit belangrijke thema’s zijn voor hem en zijn stad, vervolgt hij. Daarom wou hij ook op deze plek afspreken. “Als de bijen sterven, dan sterven de mensen, zei Einstein. Wie ben ik om hem tegen te spreken?” Coens vertelt bevlogen over het ontstaan van deze tuin, over de grachten die opnieuw aangelegd zijn, de indrukwekkende wilgenbomen. Hij toont een app op zijn smartphone waarmee hij vogelgeluiden kan herkennen.
We kunnen niet tegelijk de bijen redden en de CO²-uitstoot terugdringen, zei premier Alexander De Croo (Open Vld) vorige week.
“Zei hij dat? Ik heb ook gehoord dat hij de pauzeknop wil indrukken voor natuur. Dat zijn vreemde uitspraken. Natuur en klimaat zijn met elkaar verbonden. Je moet het ene niet tegen het andere afzetten. Je moet vooruitgaan, maar op een verstandige manier. Dat wil zeggen: met mate, evenwichtig, zodat iedereen meekan.”
De natuurherstelwet wordt een ramp voor onze welvaart, zegt ook uw voorzitter Sammy Mahdi.
“Ik denk niet dat iemand tegen natuurherstel kan zijn. Maar wat is het probleem van Europa? Dat het te veel generieke maatregelen neemt die voor alle landen gelden. Er is meer maatwerk nodig, volgens mij. Dat is de grote fout die Europa op wel meer vlakken maakt. Je moet meer rekening houden met de diversiteit van landen. Als je te veel wil doen, dan creëer je onnodige spanningen, zoals nu tussen landbouw en natuur. Ik vind dat ongelooflijk spijtig. Dat is echt iets wat mij bezighoudt.”
Zit er ook hier in Damme spanning op de relatie landbouw en natuur?
“Ja, en veel meer dan vroeger. Veel landbouwers zeggen mij dat ze ongerust zijn. Ze zijn onzeker over hun toekomst en dat voedt de polarisatie. We zien dat dezer dagen vooral in het debat over het Landschapspark dat eigenlijk niet over natuur gaat, maar over het bewaren van het landschap, en dus ook van het boerenlandschap.”
Damme maakt deel uit van de kandidatuur van de Zwinstreek om een Landschapspark te worden. Vindt u dat een goede zaak?
(enthousiast) “Dat zou een goede zaak móeten zijn, ja. Het zou het startpunt moeten worden van een gebiedscoalitie, van een samenwerking tussen lokale besturen, boeren en natuur. Dat is mijn grote wens. Dit is volgens mij een kans om het vertrouwen te herstellen, om landbouw en natuur weer met elkaar te verzoenen. Het zou Damme bovendien een flinke cent opleveren.”
De boeren vrezen een nieuwe golf aan regelneverij. Is die vrees onterecht?
“Ik begrijp de ongerustheid. De boeren zijn het vertrouwen kwijt in de Vlaamse regering. Ze zeggen: Laat ons gerust, we hebben al genoeg aan ons hoofd. Dat is natuurlijk het gevolg van wat er in het verleden gebeurd is. Ze hebben zich al dikwijls bedrogen gevoeld door nieuwe regelgeving die zogezegd geen impact zou hebben. Vandaar dat we scherpe voorwaarden gekoppeld hebben aan onze kandidatuur. Er mogen geen extra verplichtingen komen voor onze landbouw, integendeel: ook zij zullen hier winst uithalen. Als we onze grachten herstellen, als we zorgen voor betere waterbuffers, dan komt dat ook de boeren ten goede.”
Nog één vraag hierover: wat vindt u van het finale stikstofakkoord? Als voorzitter had u daar een hele kluif aan.
(blaast) “Ik ken de details niet, dus ik kan daar moeilijk over oordelen. Ik bekijk dit nu vooral als burgemeester. Welke gevolgen heeft dit voor mijn stad? En dan stel ik vast dat er nog veel onduidelijkheden zijn. (denkt na) Ik hoop nu in de eerste plaats dat het Landschapspark kan zorgen voor een hernieuwde alliantie tussen de twee grote behoeders van onze open ruimte: de boeren en de natuurorganisaties. Dat zou al een goed begin zijn.”
U bent één jaar voorzitter af. Volgt u de nationale politiek nog op de voet?
“Als een waarnemer, ja. Ik lees mijn kranten. Maar het is nu vooral de lokale politiek die mijn tijd opslorpt. Ik heb daarom ook getwijfeld om dit interview te doen. Ik heb geen zin om alles weer op te rakelen. Ik doe heel graag wat ik nu doe – beleid voeren tussen de mensen – en ik kan niet zeggen dat ik de nationale politiek mis. Ik ben een gelukkig man. Maar ik heb geen spijt van wat ik gedaan heb.”
Bent u vandaag een gelukkiger man dan een jaar geleden?
“Dat denk ik wel, ja. Ik leid een meer evenwichtig leven. Ik ben van alle spanningen verlost. Van de druk van de media: die was zeker naar het einde toe enorm groot en eigenlijk niet meer gezond. Maar ook van de interne druk. Ik vond het wel leuk om af en toe naar De Afspraak en Terzake te gaan, maar nadien begon telkens de miserie. Je zegt iets, daar wordt één zin uitgehaald, op Twitter gezet zonder context, en dan ben je vertrokken. (zucht) Ik vond het allemaal heel polariserend, terwijl ik geen polariserend persoon ben. Ik heb begrip voor vele invalshoeken en ik probeer die te verzoenen. Dat is misschien waarom ik zo graag burgemeester ben.”
“Ik voelde geen vertrouwen meer binnen de partij. Op de duur kon ik niets meer goed doen”
Uw partij doet het vandaag amper beter in de peilingen. Wringt dat niet?
“Neen, ik vind het vooral jammer. De mensen zijn het politieke gedoe in Brussel beu en daarom stemmen ze voor de extremen. Ik wou het verschil maken met twee dingen: goed bestuur en nabijheid. Het goed bestuur is niet gelukt zoals ik het voor ogen had. (denkt na) De redenering dezer dagen is: Zelfs al zitten we in de regering, we gaan toch ruzie maken. Deze evolutie is in Franstalig België begonnen – met Bouchez en de PS – en daarna overgewaaid naar Vlaanderen. De mensen kijken daarnaar met grote ogen. Weet je wat ik vooral te horen krijg? Je ziet blij daje van diene boel verlost ziet, zeker? (even stil) Het is geen gezonde evolutie.”
Waarom bent u gestopt als voorzitter? Uw termijn was nog niet afgelopen. Was het alleen door die dramatische peiling in mei?
“Dat was de druppel. Ik ben gestopt omdat ik voelde dat het niet liep zoals ik wou, omdat het niet vooruit ging. Het was op, ik zat vast. Je moet daarin eerlijk zijn. Ik voelde ook geen vertrouwen meer binnen de partij. Op de duur kon ik niets meer goed doen. Al wat ik zei, was fout. Dan moet je durven loslaten.”
Bent u onder druk gezet om te stoppen?
“Neen. Ik heb die keuze zelf gemaakt. Je doet iets om het goed te doen. En als dat niet lukt, dan doe je beter iets anders. (stil) Gaan we koffie drinken? Ik ga mijn vrouw bellen om een thermos te brengen.” (lacht)
Is uw gezin blij dat u gestopt bent?
“Zeker weten. Ze zijn blij dat het gedaan is, want op het einde was het voortdurend vechten. Altijd maar die aanvallen in de media. En die kwamen niet alleen van de media zelf, hoor, ook van anonieme bronnen binnen de partij. (haalt schouders op) Zo werkt het blijkbaar. Ik denk niet dat een van mijn kinderen nog de ambitie heeft om in de politiek te stappen. Ze zijn vooral heel geëngageerd in het sociale leven en dat is goed zo.”
Was het eigenlijk uw ding, de nationale politiek?
“Ik denk dat wel. Ik was zeker niet ongelukkig als voorzitter. Ik vond het heel boeiend om bezig te zijn met de toekomst van onze samenleving. Een voorzitter moet investeren in mensen en ideeën. Dat heb ik geprobeerd. Ik heb een nieuwe ploeg aangesteld in de regering: Annelies (Verlinden, red.), Vincent (Van Peteghem, red.) en Sammy (Mahdi, red.). Daar ben ik nog altijd fier op. Ik had ook een inhoudelijke lijn van goed bestuur en nabijheid, waar ik echt in geloof. De coronacrisis heeft mij helaas beperkt in mijn bewegingsvrijheid. Die crisis was mijn ding niet. Ik heb mensen nodig rondom mij om mij goed te voelen.”
Hoort u uw opvolger soms?
“Neen, nooit. Dat is hoe de zaken lopen. Gedaan is gedaan.”
Ziet u nog een politieke toekomst voor uzelf weggelegd?
“In Damme wel, ja. Ik zou nog graag wat verder doen als burgemeester. We hebben ook hier veel tijd verloren door corona. Maar het is te vroeg om over onze lijst te praten.”
U haalde hier vorige keer vlotjes de absolute meerderheid. Kan dat ook volgend jaar nog lukken onder CD&V-vlag?
“Het was toen al onder de vlag van CD&V-plus. (lacht) Neen, volgens mij wordt het belang van de naam overschat. Maar ook op dat vlak ligt er nog niets vast.”
Is Damme niet te klein voor een man als Joachim Coens?
“Neen, zeker niet. Ik ben hier geboren en getogen. Damme wordt niet toevallig Vlaanderen in een notendop genoemd. De uitdagingen zijn groot en divers. Ik heb nog veel dingen die ik wil doen. Let op: ik sluit niets uit, ook niet buiten de politiek. Ik laat alles op mij afkomen. All options are open.”
Wat is vandaag de grootste uitdaging voor een kleine stad zoals Damme?
“De financiën. We krijgen te weinig middelen van de Vlaamse overheid. De verdeling van het gemeentefonds is niet rechtvaardig. Het is toch niet normaal dat de mensen die daar wonen (wijst naar Brugge, red.) drie keer zoveel krijgen? En wie in Gent en Antwerpen woont, krijgt nog meer. Elke inwoner van dit land wordt op dezelfde manier belast, dus zou elke inwoner ook evenveel moeten krijgen van de overheid.”
Is dat niet omdat de uitdagingen in deze steden groter zijn?
“Dat kan misschien wel zijn, maar om die uitdagingen aan te kunnen, krijgen ze extra subsidies. Dat is dus geen argument. Als Brugge een concertgebouw wil zetten, dan krijgen ze extra geld. Ook voor hun ziekenhuizen krijgen ze extra geld. Maar de basiswerking is overal gelijk. Ook van ons wordt er verwacht dat we investeren in een bibliotheek, in kinderopvang, zelfs in opvang van vluchtelingen. En dat mag van mij, ik wil die rol graag opnemen. Maar dan moeten er daar gelijke middelen tegenover staan. Als je dat niet doet, moet je fusies verplichten.”
Bent u daar voorstander van?
“Neen, zeker niet. Ik zou liefst verder doen met Damme. En dat moet volgens mij ook kunnen: Damme is net groot genoeg om op zichzelf te staan. Maar dan moeten de middelen eerlijk verdeeld worden. Je kan niet verwachten dat lokale besturen extra taken opnemen, als daar geen middelen tegenover staan. De volgende Vlaamse regering moet dit beter aanpakken.”
Wat als die regering toch fusies verplicht?
“Dan zullen wij kiezen voor de partner die het best de belangen van onze bevolking kan vrijwaren. Wij zijn ons daarop aan het voorbereiden. Dat is waarom wij gesprekken voeren met alle buurgemeenten. Op dit moment heb ik geen voorkeur.”
Zal u ook deelnemen aan de nationale verkiezingen volgend jaar?
“Ik vreesde al dat die vraag eraan zat te komen. (lacht) Neen, ik denk niet dat ik daar iets te zoeken heb. Ik kies voor Damme en de rest zien we wel.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier