Waarom meer vrouwen aan de top moeten geraken tegen 2030 (en hoe we daarvoor kunnen zorgen)

Er is nog steeds een ongelijke verdeling tussen mannen en vrouwen aan de top. Dat is geen geheim. Zo is slechts 15 procent van de keynotes op congressen, 18 procent van de directieraden, en slechts 14 procent van de burgemeesters in Vlaanderen een vrouw.

In samenwerking met Voka West-Vlaanderen.

Gelukkig zijn er ook lichtpuntjes! 36,7 procent van de West-Vlaamse ondernemers is vrouw, wat toch al de goede richting uitgaat als je bedenkt dat het Vlaamse gemiddelde blijft hangen op 35,6 procent. Bij startende zelfstandigen klimt het aandeel van de vrouwen zelfs naar 41,9 procent in West-Vlaanderen tegenover 40,3 procent in Vlaanderen.

Maar de lat moét en kan nóg hoger. In ons Plan Samen Groeien zet Voka West-Vlaanderen dan ook volop in op vrouwelijk ondernemerschap, om het glazen plafond mee te helpen doorbreken. Alleen als we allemaal op dezelfde kar (kunnen) springen, gaan we als samenleving vooruit. Waar we met die kar dan naartoe gaan, laten we graag beslissen door zowel vrouwen als mannen.

Alleen als we allemaal op dezelfde kar springen, gaan we als samenleving vooruit

Zo telt de federale regering 50 procent vrouwelijke ministers, een mooi streefdoel dat we zeker ook in de andere categorieën moeten kunnen halen tegen 2030. Wie beter om ons de weg daarnaartoe te tonen dan vrouwelijke topondernemers zelf? Uit gesprekken met hen, puurden we tien ideeën om meer vrouwen richting de top te duwen.

1.Gelijkheid en hokjesdenken over jongens en meisjes in het onderwijs kan beter: STEM-richtingen moeten meer nog dan vandaag volop gepromoot worden, ook bij meisjes.

2.Onderwijs moet naast aandacht voor kennis, nog meer aandacht hebben voor skills als empathie, creativiteit en communicatie. Want het zijn dé skills voor toekomstig leiderschap. En net die eigenschappen vinden we het vaakst terug bij vrouwen.

3.Meten is weten. Bedrijven en organisaties moeten in kaart brengen welke kansen vrouwen krijgen binnen de organisatie.

4.Organisaties moeten een cultuur installeren waar iedereen de kans krijgt om te groeien, ook wie niet fulltime werkt. Bijzondere aandacht moet daarbij gaan naar voldoende experimenteerruimte; falen mag, zolang je er maar uit leert.

5.Organisaties en bedrijven moeten hun selectieprocedure aan een grondige (gender)screening onderwerpen. En ook de selectie van de raad van bestuur hoort daarbij: positieve discriminatie kan soms geen kwaad, de bedrijven zelf zullen er ook wel bij varen want diversiteit en nieuwe (vaak typisch vrouwelijke) waarden, zullen in de toekomst enkel belangrijker worden.

6.Organisaties en bedrijven moeten meer flexibiliteit inbouwen in de arbeidsorganisatie, ook na covid-19.

7.Er moet een legaal statuut komen en een betrouwbaar netwerk voor kinderoppassers aan huis. Huishoudhulp moet toegankelijk en betaalbaar zijn.

8.Vrouwen moeten meer in hun eigen kracht geloven en er durven voor gaan.

9.Vrouwen (en mannen) moeten vrouwen meer promoten.

10.De overheid moet bovenstaande ideeën zoveel mogelijk faciliteren en ook zelf het goede voorbeeld geven.

Gaan we met deze tips aan de slag, dan is er geen twijfel mogelijk dat vrouwen – en bij uitbreiding onze samenleving – daar de vruchten van zullen dragen. Dus waar wachten we nog op?

Heeft u hieromtrent nog vragen of wenst u meer te weten over dit thema? Neem dan gerust contact op met bert.mons@voka.be.