“Kroketten zijn voor mij troost in een korstje”

Afwisselend brengen Liesa Naert en Xavier Taveirne wekelijks het beste uit hun gedachtegoed... © Davy Coghe
Xavier Taveirne
Xavier Taveirne Columnist KW

Wat speelt er door het hoofd van iemand die dagelijks van Brugge naar Brussel pendelt? We vroegen het Xavier Taveirne. Hij vertelt het ons in deze column. Volgende week: Liesa Naert.

“Aperitief? En een warme maaltijd?”

Ik heb net aan collega’s verteld dat ik naar een begrafenis moet. Achteraf wordt er ook gegeten. Warm. Gebraad met groentenkrans en kroketten.

Dat vinden veel collega’s raar. Niet luizenmoeder-raar (en dus bijzonder) maar echt raar. Een broodmaaltijd, tot daar toe. Maar echt warm eten? Met vooraf nog een glas sherry of porto en een zoutkoekje? Neen.

Na een kleine rondvraag op de redactie blijkt het iets te zijn dat we vooral in West-Vlaanderen doen. In de rest van het land komen er boterkoeken op tafel en al dan niet broodjes met beleg. Dat laatste hangt in grote mate af van de leeftijd van de overledene. Hoe ouder de mens, hoe luxueuzer het beleg of de koek, besluit ik uit diezelfde rondvraag.

Warm eten, volgens veel collega’s hoort dat niet bij een begrafenis. Toch valt er iets te zeggen voor de kracht van kroketten. Ik eet ze nooit zomaar

Maar warm eten dus. Volgens veel collega’s hoort dat niet bij een begrafenis. Ik probeer ze nog te overtuigen, maar écht luisteren doen ze niet meer.

Toch valt er iets te zeggen voor de kracht van kroketten. Ik eet ze nooit zomaar. Met Kerstmis, als we nog eens allemaal samen zijn. En ja, ook op een begrafenis.

Het verdriet zullen ze niet wegnemen – dat zou nog wat zijn, maar voor mij is het troost in een korstje. Ik hoop dat je het niet nodig hebt, maar mocht wel zo zijn, hoop ik dat er kroketten genoeg zijn.