Karl schrijft een brief naar zijn 70-jarige nonkel Rik: “In de week huisdokter, op zondag de neuriënde klusjesman in een rode overall”

Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze keer richt hij zich tot zijn nonkel Rik Demoen. De bekende huisarts uit Koekelare werd 70… én hij mag altijd antwoorden: karl@kw.be.

Beste nonkel Rik,

Zeventig jaar. Je bent vorige week vrijdag zeventig geworden. Je zit op tram zeven. Proficiat. Je kent mij al 53 jaar, ik jou al even lang, maar laat ons stellen dat mijn herinneringen ongeveer een kleine halve eeuw ver reiken. Jij moet dus een jaar of tweeëntwintig geweest zijn toen je bij ons in Ieper kwam blokken. Je studeerde geneeskunde en zou ook dokter worden. Dat ben je nog altijd. Docteur Demoen is in Koekelare en omstreken een begrip. In de familie stond je dan weer bekend als Uze witten. Dat was toch hoe je zussen je noemden. En het was die blonde jongeman van een jaar of tweeëntwintig die mij op vijfjarige leeftijd zou betrappen en verklikken. Ik was naar de garage afgedaald, had een pot witte latexverf gevonden en was parmantig de zilverkleurige Volkswagen kever van mijn vader van een nieuwe laagje aan het voorzien. Zilver werd wit. Niet helemaal, omdat jij me betrapte nog voor ik mijn werk deftig kon afmaken. De uitbrander die volgde was navenant.

Ik heb het daarna nooit meer geprobeerd. Een familiemythe was wel geboren. Je studeerde af en begon in Koekelare met een bloeiende praktijk als huisdokter. Als ik wat ouder was en te ziek om naar school te gaan, zette mijn moeder me af bij jullie in de Nieuwstraat toen ze op weg was naar Eernegem om les te geven. In mijn perceptie leefden jij en tante Carine in het kleinste huisje van Koekelare. In de woonkamer pasten net een driezit, een tweezit, een kleine kachel en een gigantische Deense dog, Pacha, die in haar eentje een hele zetel in beslag nam. In de tuin een volière met vogels. Uze witten had eigenlijk vétérinaire moeten zijn, maar hij was allergisch en is dan maar dokter geworden. Ik heb het mijn moeder minstens honderd keer horen zeggen. Pony’s, ezels, Arabische volbloeden, vinken, kanaries, eksters, Vlaamse gaaien en geiten die al eens durfden uitbreken en het verkeer in de Oostmeetstraat in Koekelare ophielden. Het hoorde er ondanks de allergie allemaal bij.

Als ik ergens je naam laat vallen, keert er altijd lof over wie je bent en hoe je met de mensen omgaat terug

Nonkel Rik, je bleek de voorbije zeven decennia ook de man van de duizend-en-één klusjes. Met veel enthousiasme vloog je overal in. Een huis verbouwen, een boerderij opknappen, een schuur tot café omtoveren, een schuilhok in mekaar knutselen, een visput graven, tientallen vogelkooien maken. Je hoofd stopte nooit met tollen en het hield volgens jou ook nooit iets in. De Jup Jup Jup gedaan werkjes noemen we ze thuis nog altijd. Tot we eraan beginnen. Dan weten we dat we opnieuw een paar dagen zoet zijn. Je bent ook de mens die ervoor gezorgd heeft dat wij nu in Beerst wonen. In 2002 hadden we afgesproken bij Denis en Joke in de Polderbloem op de Markt van Diksmuide om een aantal postjes in de streek te gaan bekijken. Jij had op je weg naar onze afspraak gezien dat in de Oostendestraat iets te koop stond. Instant verliefdheid op een stuk grond en een oude boerderij mondde uit in een levenswerk.

Een aaneenschakeling van honderden Jup Jup Jup gedaan projectjes. Ik vergeet nooit dat je in het begin paraat stond. Met raad en met daad. Op een regenachtige zondag stonden we onder de loods samen staldeuren te maken. In de week huisdokter, op zondag de neuriënde klusjesman in een rode overall. Uitblinkend in eenvoud, extreem gul in de vrijgevigheid en vaak rusteloos. Het leven heeft je niet gespaard, maar je bent alle beproevingen op je eigen manier te boven gekomen. Glijdend in een bad van positiviteit, de blik op nieuwe horizonten. Nonkel Rik, voor mij ben je vooral een man met een gouden hart. Nooit is iets je te veel. Als een van de gezinsleden ziek is, sta je altijd paraat. Als ik ergens je naam laat vallen, keert er altijd lof over wie je bent en hoe je met de mensen omgaat terug. Misschien is dat wel het mooiste compliment dat een mens krijgen kan. Ik ben fier dat je mijn nonkel bent. Op naar tram acht!

Warme groeten,

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."
Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier