Karl schrijft een brief naar wereldkampioene Shari Bossuyt: “Jij bent voor fietsende vrouwen de hoeksteen van de erkenning”
Karl Vannieuwkerke schrijft deze week een brief naar Shari Bossuyt. De West-Vlaamse werd vorig weekend samen met Lotte Kopecky wereldkampioene in de ploegkoers in het Franse Saint-Quentin-en-Yvelines. De 22-jarige wielrenster mag altijd antwoorden: karl@kw.be.
Beste Shari,
De voorbije vijfentwintig jaar heb ik de evolutie van het vrouwenwielrennen van nabij meegemaakt. Zonder pluimen op de eigen hoed te willen steken, kan ik je hier met de hand op het hart zeggen dat ik in jouw geboortejaar (2000) al bij hoofdredacteurs op VRT-redacties aan het lobbyen was om meer vrouwensport op televisie te krijgen. Ik werd toen net niet uitgelachen, wel weggelachen.
Kim Clijsters en Justine Henin hielpen gelukkig een handje door fenomenaal te presteren op tennisbanen toen jij je eerste stapjes begon te zetten. Je was nog geen jaar toen Clijsters op Roland Garros in de finale stond tegen Jennifer Capriati. Samen met Sabine Appelmans – dat is ook een oud-tennisspeelster, Shari – gaf ik in Parijs commentaar bij die finale. Kim verloor op die zaterdag 9 juni 2001 met 12-10 in de derde set van de Amerikaanse. Het lijkt een gebeurtenis uit het verzonken vroeger, maar Kim Clijsters boekte daar de misschien wel grootste overwinning ooit voor de vrouwensport in dit land.
Een volgepakte velodroom kan je niets maken, een televisieuitzending duidelijk wel
Dat laatste zou ik pas later beseffen. Toen ik weer thuis was, hoorde ik dat het publieke leven in België op die zaterdag was stilgevallen. Grootwarenhuizen liepen leeg, auto’s bleven aan de kant, iedereen zat voor zijn televisietoestel. Het zou een enorme stap betekenen voor de emancipatie van de vrouwensport in ons land. Al zou het voor fietsende vrouwen nog lang duren voor de ultieme erkenning wenkte. Zover zijn we nu gelukkig, Shari. En jij zal daar de komende jaren een hoeksteen van zijn. Toen je zaterdag samen met Lotte Kopecky in de slotfase van de ploegkoers op het WK baanwielrennen in Parijs op een weergaloze manier een gouden medaille pakte, maakte mijn hart een sprongetje.
Het bedeesde meisje dat deze zomer naast haar vriend Gerben Thijssen aan de tafel van Vive le Vélo zat, was plotsklaps wereldkampioene. Het maakte me warm vanbinnen, want ik hou altijd een speciale band over aan zo’n passages in Vive le Vélo. Ook al zie of hoor ik sommige gasten daarna soms nooit meer terug. Je werd die avond aan tafel een beetje verraden door de zenuwen, Shari. Een volgepakte velodroom kan je niets maken, een televisieuitzending duidelijk wel. Uit je comfortzone gehaald, bleef je steken in korte antwoorden of keek je vragend naar je vriend.
De uitzending kabbelde, terwijl je op een fiets sprankelt. Maar ook dat maakt deel uit van het leerproces. Ooit zat Tim Wellens aan diezelfde tafel. Zijn omgeving moet hem ingepeperd hebben dat hij vooral geen foute dingen mocht zeggen. Tim nam dat letterlijk en zei bijna niets. Wat maakt het uit? Momentopnames die snel vervagen in het collectieve geheugen. Schril contrast met topprestaties op een fiets.
Je bent wereldkampioene, Shari. En straks misschien nog een paar keer. Of olympisch kampioene. Of winnares van de Ronde van Vlaanderen of Parijs-Roubaix. Niemand kan de toekomst voorspellen, maar dat die mooi oogt, is een zekerheid. Je draaiboek staat vol met hoogtepunten. Tweeëntwintig jaar in 2022. Millenniumbaby’s moeten een of ander wondermiddel hebben meegekregen. Voor jou was het het jaar van de grote doorbraak, voor Remco Evenepoel een wonderseizoen.
Ik kan echt niet wachten op wat de komende jaren brengen. En vraag ondertussen aan Lotte Kopecky of je haar Patrick Sercu-trofee die ze dinsdag won op het Gala van de Flandrien af en toe eens op je salontafel mag zetten. Dat achterwiel is eigenlijk van jou.
Nog eens een dikke proficiat en een warme groet,
Karl kruipt in zijn pen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier