Karl schrijft een brief naar de overleden Freddy Casteleyn: “Je zal herinnerd blijven als een vent met een groot hart op de juiste plek”

Freddy Casteleyn bezat een unieke collectie koersfietsen. © Davy Coghe
Karl Vannieuwkerke
Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief

Karl Vannieuwkerke schrijft elke week een brief. Deze week richt hij zich tot Freddy Casteleyn, de wielermecenas die vorige week onverwacht op 81-jarige leeftijd overleed.

Beste Freddy,

Iemand postuum een brief moeten schrijven. Het is nooit een goed teken, maar als iemand een eerbetoon verdient ben jij het. Niet alleen voor wat je deed voor de wielersport, maar vooral voor wie je was. De gulheid in persoon. Een en al warmte. Zacht maar tegelijkertijd ook kordaat en vastberaden. Alom geliefd en succesvol. Dat was jij, Freddy. De passie voor het wielrennen heeft je veel centen gekost, maar ook ontzettend veel voldoening gegeven. Tientallen fietsen, duizenden foto’s en nog meer herinneringen heb je eraan overgehouden.

Een teken in leven van dienstbaarheid. Andere mensen tevreden en gelukkig maken. Dat is wat jou gelukkig maakte. Er was intense vreugde bij een overwinning van een van je coureurs. Niet dat je een gat in de lucht sprong of wild om je heen zwaaide. Het waren de extra glinsteringen in je altijd blinkende oogjes die ons vertelden hoe blij je was. Je pinkte ook al eens een traantje weg als je renners het goed deden. Toen je lievelingscoureur Stefaan Vermeersch na een queeste van een aantal jaren voor de derde keer de Kattekoers won, liet je aan de finish de waterlanders de vrije loop. Je ogen blonken nog meer. En hoe fier was je niet toen Sven Vanthourenhout in restaurant Weinebrugge in jouw bijzijn zijn profcontract bij Patrick Lefevere tekende.

“Zonder mensen als jij waren er veel carrières verloren gegaan”

Wouter Weylandt, Bert De Backer, Jurgen Roelandts, Gianni Meersman, Klaas Vantornout, Radomir Simunek junior, Gianni en Stefaan Vermeersch. Het waren allemaal raspaardjes uit jouw stal. Je legde ze in de watten en zij spraken altijd en overal vol lof over jou. Ook nu nog. Zonder mensen als jij waren er veel carrières verloren gegaan. Je zal herinnerd blijven als een vent met een groot hart op de juiste plek.

Je was geen tafelspringer, Freddy. In tegenstelling tot je broer Frank die graag in de belangstelling staat. Dat is geen schande. Hij heeft het verdikke tot burgemeester geschopt. En je was trots op hem. Al realiseerde jij je verwezenlijkingen liever vanop de achtergrond. Je was nergens en overal, want niets ontsnapte aan je extreme vermogen om situaties te observeren en in te schatten. Als Frank weer eens de clown uithing, lachte je achter zijn rug of trok je je schouders op. Maar als iemand een kwaad woord over hem zei of er iets met hem gebeurde, sprong je als eerste in de bres. Je zag hem oprecht graag en hij jou ook. Pure broederliefde.

“Jij wordt nooit vergeten, lieve Freddy. Daarvoor heb je een veel te grote indruk nagelaten”

Je bent een ondernemer van het volk, Freddy. Eenvoud siert. Je plaatste je nooit boven andere mensen en vond het niet te min om in je vrije tijd als Clubsupporter gewoon aan het spelershome te gaan staan om te zien of iedereen die binnen wou wel het juiste kaartje had. De Caje, de Fox, Gert. Ze spreken nog altijd met ontzag over Freddy van de Stock in Snellegem.

Ik leerde je zelf kennen via Stefaan. Kom jij maar bij MEZ rijden. Ik zal wel voor je zorgen, zei je onmiddellijk. Het begin van een periode van vriendschap en wederzijds respect. Met trots showde je een aantal jaren geleden de prachtige nieuwbouw op het industrieterrein in Jabbeke. Toen ik bijna thuis was, stuurde je een berichtje: Vergeet niet in je koffer te kijken! Ik opende de klep en vond een wasmand met stoofvlees. Zo was je, Freddy. Plezieren was je tweede natuur.

Twee weken geleden zeiden Stefaan en ik tegen mekaar dat het hoog tijd was om Freddy nog eens te gaan bezoeken. De agenda’s werden bekeken, het zou in de tweede helft van oktober wel eens lukken. Het kan helaas niet meer. Het is jammer genoeg tijd om afscheid te nemen. Maar dood ben je niet echt, Freddy. Of zoals Bram Vermeulen het zo mooi verwoordde: dood ben je pas als je bent vergeten. Ik kan het je garanderen. Jij wordt nooit vergeten, lieve Freddy. Daarvoor heb je een veel te grote indruk nagelaten. Rust nu maar zacht en kijk van daarboven af en toe nog eens naar de koers. En doe de groeten aan Wouter.


Warme groet,