De gernoasmiene goa weer open

Doris Klausing

In 1843 dook het eerste Noordzeeaquarium op de Oosteroever op als onderzoekscentrum van Prof. J.P. Van Beneden.

Als paleontoloog en zoöloog wilde hij dagverse vis ontleden, wat niet lukte in Leuven. Want in 1840 levende vis per spoor naar de unief voeren was onmogelijk, de vis stierf onderweg. In 1843 kon Van Beneden eindelijk zijn ‘Laboratoire des dunes’ installeren in het oesterbedrijf Valcke-Deknuydt.

Vissers zorgden voor een dagelijkse aanvoer planten, vis en schelpdieren. Observeren en ontleden van vis was waardevol en in die tijd ongewoon. Internationale belangstelling voor zijn researchwerk zette Oostende op de wetenschappelijke kaart.

Een tweede maritiem museum, annex zeeaquaria, werd in 1888 gesticht door Paster Pype in zijn Vrije Visserijschool. Het aquarium verhuisde later naar het Zeemanstehuis El Mar. In 1967 stierf het een stille dood. Een derde maritiem zoölogisch instituut, opgericht door Lebon in 1894 met aquaria was een publiekstrekker.

Het instituut, gelegen in de Van Iseghemlaan, stopte definitief bij het begin van WO I. In 1958, het jaar van de Wereldexpo, werd de garnaalmarkt of -mijn gebouwd. Het paviljoen kreeg in 1977 een nieuwe bestemming als vierde zeeaquarium. Bereikbaar en op een unieke locatie zwommen roggen, tongen en garnalen achter glas.

Het gebouw erodeerde en het gevaar dat dit paviljoen de sloophamer niet kon ontwijken was reëel. Gelukkig is de knoop doorgehakt en komt er een restaurant met het culinair accent op garnalen. Het zou een win-winoperatie moeten worden, dat hopen we toch. Dat zeelucht creativiteit aanwakkert is een feit en heel misschien tovert de kok nieuwe garnaalrecepten uit zijn koksmuts. Na vier jaar leegstand krijgt de ‘gernoasmiene’ eindelijk een nieuw leven en serveert men daar ‘gernoasjes’ op een bedje van maritieme kookkunst.

GK0437O2T.2

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier