Oude weerspreuken blijven verrassend actueel: “Maar nog nooit zoveel natte maanden na elkaar gezien”

Camille Jonckheere

Het was de afgelopen dagen best fris en het regende veel. En dat in juni… Al is dat helemaal niet zo vreemd, weet weerman Geert Naessens. “In de oude volksweerkunde werd dat ook wel de ‘schaapscheerderskoude’ genoemd. De meeste oude weerspreuken houden trouwens nog altijd stand, al daagt de klimaatverandering ze wel uit.”

Halfweg juni durven de meeste mensen al dromen van de terrasjes onder de warme zon en uitstapjes naar zee. Maar daar lijkt dezer dagen niet veel van in huis te komen. En toch is een koude en minder goede week in juni niet zo ongewoon, weet de Brugse weerman Geert Naessens. “In de volksweerkunde staat dat fenomeen bekend als schaapscheerderskoude. Dan krijgen we nu rond deze periode – wanneer de schapen geschoren worden – een uitbraak van koude lucht. De laatste jaren hadden we meestal goed weer, waardoor we die koude vergeten. Maar ieder jaar kan je een rode draad terugvinden in de weergeschiedenis.”

Weerspreuken

Die rode draad wordt al decennialang in leuke spreuken gevat. In 2020 schreef Geert Naessens er nog het boek Weerzeggerij over. “Ondanks het veranderende klimaat kloppen de meeste van die oudere weerspreuken nog steeds. Er zijn bijvoorbeeld heel wat spreuken gebaseerd op verschijnselen in de fauna en flora, waar een duidelijke wetenschappelijke verklaring achter schuilt. Zoals Morgenrood, water in de sloot, want het klopt wetenschappelijk dat er na ochtendrood bijna altijd buien volgen”, legt Geert uit.

“Dieren voelen vaak aan wat er zal gebeuren in de natuur, die weergezegden blijven dus gelden ondanks alle veranderingen in het klimaat”

“Die spreuken zijn niet alleen heel mooi, maar hebben dus ook nog steeds hun waarde. Vliegt de zwaluw hoog, dan blijft het droog. Vliegt de zwaluw laag over de weiden, dan krijgt hij regen aan zijn zijde. Dat is gebaseerd op het feit dat bij droog weer insecten hoger vliegen en dat zwaluwen zelf ook hoger moeten gaan om eten te zoeken. Dieren voelen vaak aan wat er zal gebeuren in de natuur. Vandaar komt bijvoorbeeld ook de spreuk Als de bijen naar huis toe vluchten, zit er regen in de luchten. Die weergezegden blijven dus gelden ondanks alle andere veranderingen in het klimaat. Heel wat gezegden zijn ook gebaseerd op speciale dagen, bijvoorbeeld als het regent op Sint-Medardus (8 juni), dan zal de regen zes weken aanhouden. Dat is iets wat de mensen vroeger met volksweerkunde verklaarden, maar houdt nu nog steek. Want als het begin juni regenachtig wordt, is dat vaak de westcirculatie die zich op gang trekt voor een paar weken.”

Klimaatverandering

Maar ook al blijven oude weerspreuken brandend actueel, dat betekent niet dat de klimaatverandering een fabeltje is, benadrukt Naessens. “De afgelopen maanden waren vooral nat, dus voelde het voor de mensen niet warmer aan. Maar al negen maanden ligt de temperatuur 2 à 3 graden hoger dan normaal. Zo komt het gemiddelde een stuk hoger te liggen dan de vorige jaren, zonder die hoge uitschieters die we wel duidelijk voelen.”

“De gezegdes in het najaar die verwijzen naar een mogelijks strenge of vroege winter houden minder steek, want door de winter is een heel stuk achteruit geschoven”

Weerspreuken over het najaar zijn dan weer achterhaald. “In oktober en november zijn er heel wat gezegdes die verwijzen naar een mogelijks strenge of vroege winter, zoals Is het met Allerheiligen vochtig weer, dan volgen sneeuwbuien keer op keer. Maar dat mag je nu wel zeker vergeten. In de herfst zien we de effecten van de klimaatverandering duidelijker en die winter is verder achteruitgeschoven dan november. We mogen nu al blij zijn als we sneeuw zien in de winter. De weerspreuken specifiek in het voorjaar bieden iets meer zekerheid. Ook in een opwarmend klimaat kunnen er nog nachten van vorst zijn in mei. Dus Het kan vriezen in mei tot de ijsheiligen zijn voorbij houdt wel nog steek.”

8 (+1) natte maanden

Het mag dan wel normaal zijn dat er in juni opnieuw slecht weer de kop opsteekt, dat de neerslag al acht maanden aan een stuk met bakken uit de hemel valt, is ongezien. “Het najaar was kletsnat, de winter bleef nat en in het voorjaar werd het opnieuw erger. Het is uniek sinds het bijhouden van de neerslaghoeveelheden dat we acht veel te natte maanden na elkaar meten. En wellicht komt daar met juni nog een negende maand bij.”

“Het is uniek dat we acht veel te natte maanden na elkaar meten en wellicht komt er met juni een negende bij”

Dat is volgens Naessens volledig te wijten aan de klimaatverandering. “Onze planeet warmt op, waardoor het verschil tussen de temperatuur op de polen en op de evenaar kleiner wordt. Dat zorgt ervoor dat de straalstroom van lucht in onze atmosfeer afzwakt, waardoor we langere periodes van hetzelfde weerbeeld krijgen. Dan zien we maandenlange droogtes, zoals we de afgelopen zomers gewoon waren of juist het tegenovergestelde zoals nu: een langere periode van neerslag. Maar de klimaatverandering zorgt ook voor extremer weer. Vroeger hadden we felle buien met 3 liter neerslag, nu loopt dat direct op tot 10 liter en die extremen zien we overal in de wereld. Dat is een gevolg van ons gedrag. En we moeten die signalen nu meer dan ooit serieus nemen.”

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier