Journaalanker Fatma Taspinar: “Ik leef te weinig in het nu. Ik besef te vaak pas achteraf dat ik op dat moment gelukkig was”
Hoe leren we nu Fatma Taspinar, zo vaak in beeld in onze huiskamer, echt kennen? Allrounder, een topper intussen, van de nieuwsdienst van de VRT, dat weten we. Maar echt zo onzeker dat ze zich vaak nog steeds een beginneling voelt? Toch geen diva – al is ze dat al van bij haar geboorte, zo zegt ze zelf? Een meisje van 40, straks in december, dat vaak vergeet gelukkig te zijn? Écht? Een beetje een grote mond maar een klein hartje? Misschien. En hoe zit dan nu met dat lief? Neen, dat boek blijft gesloten. Maar lees maar al de andere hoofdstukken.
Midzomernachten
Het zijn eerder ontmoetingen dan interviews. Onze gasten, negen zomerweken lang, komen uit diverse windstreken (politiek, showbizz, sport, cultuur, media…) aangewaaid en praten aan zee, in de grandeur van Thermae Palace, vrijuit over ónze zee en hún leven en werk. Van valavond tot zonsopgang, bij het ontbijt blijft de schoonheid in het leven over. De gesprekken meanderen vaak heen en weer maar geven altijd een bijzondere inkijk in de gasten.
Dit was de laatste aflevering. Lees alle ontmoetingen hier.
We hebben moeten aandringen – ze geeft niet graag interviews. “Omdat ik er al zoveel gaf dat ik wat uitverteld ben, vind ik. Wat ik aan interessants over mijn vakgebied te vertellen heb, heb ik al gezegd. En wat ik zeg over mijn rol als eerste vrouwelijk anker van allochtone afkomst levert meer bagger op dan dat ik er iets positiefs mee bereik. Over mezelf praten, vind ik nu ook weer niet zo interessant. Ook omdat ik geleerd heb dat alles wat je zegt zo vaak zonder enige context wordt overgenomen door de sociale media. Uitspraken in een interview gaan vaak een eigen leven leiden waardoor het niet leuk meer is. Je hebt gewoon geen controle meer over jouw eigen woorden. (grijnst) Ik vertrouw je, maar wees gerust Frank, ik zal jouw tekst nauwkeurig nalezen hoor.”
Tenslotte liet ze dan toch weten dat ze afkwam voor het interview. “Ik kan geen neen zeggen.” Dan moest er wel nog een afspraak worden vastgelegd. Ook niet simpel, opnieuw een paar weken onderhandelen. Want eerst waren er zes weken vakantie waarin ze na een bijzonder druk werkjaar écht aan rust toe was. En dan nog afspraak in Oostende, een eind van Mechelen waar ze woont. En foto’s trekken en er ook overnachten? Dat neemt allemaal zóveel tijd in beslag!”
Wie is Fatma Taspinar?
Fatma Taspinar (Lier, 6 december 1982) is van Turkse afkomst en groeide met haar vijf broers en zussen op in Lier. Ze studeerde af als criminologe en werkte op de VRT eerst op de redactie van Reyers Laat en als nieuwslezeres op Studio Brussel en Radio 1. Bij haar overstap naar televisie als reporter werd ze justitiespecialist en maakte ze eigen programma’s als Mij overkomt het niet en de documentairereeks De Cel Vermiste Personen. Sinds 2018 is ze naast reporter/justitiespecialist ook journaalanker, sinds april 2021 presenteert ze Het Journaal van 19 uur. Fatma woont momenteel in Mechelen.
Maar finaal, vorige week donderdag, dartelde ze stralend binnen in de lobby van Thermae Palace. Vrolijk: “Inchecken kan straks wel, gaan we meteen eten?” Neen, eerst aperitieven op het terras met zicht op zee? “Geen probleem, ik ben voor alles beschikbaar!” De moeizame aanloop is nú al vergeven. En, dat klopt alvast: als ze praat, is ze niet te stoppen. Al heeft ze weinig met de zee.
Vintage Oostende
“Maar daar kan ik ook niets aan doen. We woonden in Lier, we kwamen hier vroeger nooit. Als we op vakantie gingen, gingen we naar Turkije, naar mijn grootouders. Voor mij stond de zee in mijn jeugd voor Turkije. Een andere zee. Meer nostalgie: de lichtjes vanuit ons hotelletje ginder. De hitte die ons tegemoet sloeg toen we landden. We zijn er weer! Een soort thuiskomen. De Noordzee associeer ik vooral met de uitreiking van de Ensors (de filmprijzen die jaarlijks worden uitgereikt op het Filmfestival van Oostende, red.), die ik bijna tien jaar bijwoonde met Ward (haar in oktober 2020 gestorven dichte vriend en VRT-filmjournalist Ward Verrijcken, red.). Met Oostende dus. En in Koksijde ben ik nog gaan eten bij Willem Hiele. Tot daar de zeemens in mij.”
“Dan ben ik meer een bossenmens, we gingen vroeger vaak in de buurt wandelen in de natuur. De kust is voor mij zand tussen de tenen, in de zomer heel druk, iedereen samen op de trein naar zee. Ik hou niet zo van zweten en krioelende mensen die allen hetzelfde doen. Maar in september, tijdens het Filmfestival, als het rustiger is, vond ik rondkuieren in Oostende wel leuk. Alsof de tijd hier stil is blijven staan. Oostende is voor mij vintage en daar hou ik heel erg van. Ik vind alles van vroeger leuk, de sfeer, de kleren, de meubels… Hier gebeurt heel veel. In De Grote Post, een práchtig gebouw, en zo. De laatste keer dat ik hier met Ward was, zijn we daar gaan eten.”
***
Fatma kwam als criminologe na een stage bij de VRT terecht. Eerst bij de radio en later voor televisie, als justitiespecialist. “Ik wilde altijd al gerechtsjournaliste worden, maar wilde aanvankelijk schrijven. Ik ben eigenlijk stoemelings in de audiovisuele media terecht gekomen.”
Het is intussen wel duidelijk dat haar diploma en haar werk op de nieuwsdienst uitstekend matchen. “De job van criminoloog is veel moeilijker dan wat ik nu doe, dat weet ik zeker. De combinatie van reporter, programmamaker en nieuwsanker is voor mij perfect, ik zou niet kunnen kiezen. Al dompel ik mij het liefst in de actualiteit van de dag. Met Het Journaal van 19 uur bereik je ook het grootste publiek. Dat je zo toegankelijk en genuanceerd mogelijk moet informeren, dat is mijn beroepseer.”
Ze voelt zich ook als een vis in het water in de mediawereld. Al noemde ze die in een eerder interview ook een slangenkuil. “Dat is zo. Ik zou verhalen kunnen vertellen over mensen van wie men zegt: dat is zo’n lieve! Waarna ik denk: néén, tegen jou misschien, maar niet tegen mij. Op televisie komen, dat doet wat met een mens. Ik merk ook dat dat voor veel mensen verslavend is. Blijkbaar wordt afgunst groter als je op televisie komt. Mensen die ook iets in die richting ambiëren gaan vaak anders doen. Wellicht was dat ook zo bij mij, hoor. Het is in onze job ook zo’n korte periode van shinen, zeker voor vrouwen – al geldt dat dan weer minder op de nieuwsafdeling. Ik heb het nu ook niet over mijn collega-ankers. Maar wellicht is dat in andere sectoren niet anders. Terwijl plaatsmaken voor jongeren eigenlijk logisch zou moeten zijn. Allez, als zo’n Aster Nzeyimana zich meldt: een natuurtalent én goddelijk mooi. Daar moet God zeker één week voor hebben uitgetrokken, die kan je toch niet tegenhouden?”
Monster
Binnen enkele weken kan de justitiespecialist van de nieuwsdienst ook weer shinen: op 12 september start het proces rond de terreuraanslagen in Brussel van maart 2016, dat zo’n tien maanden zal duren. Voor de verslaggeving voor de VRT heeft Caroline Vandenberghe als terreurexpert de lead, met in haar spoor Fatma Taspinar als justitiespecialist. Ze voelt stilaan de adrenaline stromen van de journaliste op de eerste rij waar Het Allemaal Gebeurt.
“Ik mag niet zeggen dat ik dan als journalist opleef, daarvoor is het leed van die mensen te groot. Dat proces is een monster dat op ons afkomt maar ik ben criminoloog en journalist, ja, dan voel ik adrenaline en een verantwoordelijkheid. En die is immens, die aanslagen waren traumatiserend voor het hele land, iedereen heeft recht op de juiste verslaggeving. Daarom ben ik blij dat Caroline, al meer dan twintig jaar ervaring, dat monsterproces zal dragen, daarvoor voel ik mij nog een beetje te jong. Met zo’n zaken is expertise nodig, over de oorlog in Oekraïne wil je ook Jan Balliauw horen. Maar ik wil horen wat de slachtoffers hebben moeten ondergaan, de foto’s zien, mij inleven. Ik ben sowieso van nature geïnteresseerd in het gedrag van mensen in een samenleving. Ik wil dat dan analyseren: hoe komt het dat dit is gebeurd? Mensen vragen mij dan: neem je dat niet mee naar huis? Niet écht. Want op dat moment schakel je jouw emoties uit. Niemand heeft er iets aan dat je dan mee gaat snotteren.”
Er mag in haar analyses van rechtszaken zelfs ook een vorm van mildheid voor de daders schuilen. “Want dat zijn ook mensen. Je moet hun daden niet aanvaarden, maar je moet ze als journalist van alle kanten bekijken en dan moet de luisteraar of kijker maar zelf zijn conclusies trekken.”
Plots zitten we in een rechtbank met een criminologe wiens eindwerk ging over Taal is macht. En in rechtbanken blazen advocaten in assisenzaken met gehaaide pleidooien onervaren volksjury’s omver. “Vind je dat een ongelijke strijd? Als de schuld is bekend of alle bewijzen op tafel liggen, ga je met taal nooit het tegendeel kunnen bewijzen. Dan kan je alleen nog het meest geloofwaardige verhaal vertellen. Maar het neemt niet weg dat iemand als Jef Vermassen alle finesses van de taal beheerst. Assisen is ook theater. Heel intrigerend, daarom volg ik ook zo graag assisenzaken. Samen twee, drie weken in een cocon zitten. Je kan je er niet voor opgeven, maar ik zou heel graag eens in een volksjury zitten. Niet om over iemands leven te beslissen, dat doe je tenslotte met twaalf juryleden, maar om in het hoofd te kruipen van een ander. Kijken wat meespeelt bij de dader: was er vroeger misbruik? Is er sprake van trauma’s? Is psychisch alles wel in orde? In hoeverre laat je die verzachtende omstandigheden meespelen? Gaan we die mens dan als een monster wegsteken voor altijd?”
Scheldkraan
Dat is al de criminologe in de journalist. Komen we aan bij het nieuwsanker, bij de VRT heet dat journaalanker. Fatma was het eerste journaalanker van buitenlandse origine. Maar daar is eerder alles over gezegd, onder meer met een tweet dat ze blij is dat ze daar zat. Zonder meer. Geen statement over haar afkomst. Die persoonlijke twitteraccount heeft ze intussen al opgezegd. “De scheldkraan dichtgedraaid”, verwoordt ze het zelf. Ik herinner me nochtans wel een paar best grappige tweets – niet meteen voor publicatie misschien. “Turkse humor is ook een beetje anders”, vindt ze. “Wat platter, directer misschien, ik kan het moeilijk uitleggen hoé anders.”
Over de diversiteit op de VRT in het algemeen, op de nieuwsdienst in het bijzonder, zei collega-nieuwsanker Riad Bahri het volgende: “Diversiteit is bij de VRT zo’n vanzelfsprekendheid geworden dat ik ervan overtuigd ben dat het feit dat mijn naam Riadh is voor geen millimeter heeft meegespeeld in de beslissing om mij journaalanker te maken.”
Dat moet volstaan. Ze praat wel vol vuur over de inhoud van haar job. Een nieuwslezeres heeft een grote verantwoordelijkheid: er kijken dagelijks zowat één miljoen mensen om 19 uur naar Het Journaal. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid. “De eindredacteurs beslissen, maar de ankers hebben wel inspraak. Wij moeten er kunnen achter staan, want wij moeten het brengen. Ik kan als justitiespecialist ook al eens zeggen: dat is een scheet in een fles. Neem nu bijvoorbeeld die discussie over de Frontnacht in Ieper. Als je het groot brengt, krijgt het misschien te veel aandacht. Breng je het klein, dan veeg je het misschien te veel onder de mat. Het item waarmee je Het Journaal opent, is voor de kijkers het belangrijkste nieuws. Maar is dat dan wel zo?”
“Anderzijds: als we altijd zouden openen met de oorlog in Oekraïne, zouden veel minder mensen kijken. Neem nu die zaak-Eveline (uitgelokte naaktbeelden van drie Bekende Vlamingen, red.) of de aantijgingen tegen Adriaan Van den Hoof: zijn dat privézaken of moeten we dat brengen? Ja, zodra het een rechtszaak wordt, moeten we dat brengen. Want het is relevant, de kijkers willen daar alles over weten. Het is nu eenmaal zo dat veel mensen meer begaan zijn met wat om de hoek gebeurt. Voor mij is het belangrijkste: hoe groot is de maatschappelijke relevantie? Iemand die is neergestoken, die is verdronken, die is verongelukt… hoe relevant is dat? Als ik kijk op sommige nieuwswebsites heb ik het gevoel dat élke dag iemand wordt neergestoken, iemand verongelukt… Je zou ook kunnen zeggen dat er elke dag meer dan 11 miljoen mensen niét zijn neergestoken. En dus brengen wij geen familiedrama’s of zelfmoorden. Tenzij er een maatschappelijk belang aan hangt: een drama in een familie waarin al langer problemen waren, maar waar nooit eerder werd ingegrepen bijvoorbeeld. Ik denk dat we dat met VRT wel goed doen, er zit een visie achter.”
Een ander deel van de job en wellicht ook niet het makkelijkste: op enkele minuten tijd de juiste vragen stellen aan topministers, over soms moeilijke dossiers. “Je weet veelal pas heel laat of die minister komt. Dan heb je wel de hele dag om je in te lezen, maar het blijft vooral rekenen op je buikgevoel. Ik ben altijd van het principe: je extreem goed voorbereiden en dan loslaten. Je kan geen interview doen als je de hele tijd denkt aan je voorbereiding en welk antwoord moet volgen. Je werkt dan een scenario A, B, C, D, E en F uit en dan blijkt het G te zijn. Maar dankzij die voorbereiding kan je dan ook wel G aan.”
Diepte
Intussen is Fatma een van de topnamen van de nieuwsdienst van de VRT. Maar als ik haar zeg dat ze in haar carrière momenteel aan het pieken is, reageert ze verbaasd. “Vind je? Ik vind dat ik al stilaan op mijn retour ben! Maar maak daar nu ook geen titel van. (lacht) Het zal een beetje een midlife zijn, zeker. Een mildlife, een milde midlife dan. Dat ik denk: het wordt in mijn carrière nooit meer beter. Al heb ik nog een ultieme droom: een wekelijkse talkshow rond justitie. Eens meer in de diepte gaan, maar dat lijkt me niet evident. Ook omdat we al Terzake en De Afspraak hebben. Die dan wel voor mij te veel politieke programma’s zijn. Politiek is strategie en dat ligt mij niet. En neen, niet iedereen zou elke week naar Walter Damen luisteren.” (lacht)
Dat doet er mij aan denken: Tim Pauwels, ombudsman van de VRT, merkte laatst op dat in Het Journaal nog steeds te weinig vrouwen worden opgevoerd. Slechts één derde tegenover mannelijke gasten. “Dat is een moeilijke. Veelal zijn woordvoerders en experten nu eenmaal mannelijk. Bovendien merk ik ook dat vrouwen terughoudender zijn om hun mening te geven. Ik ben ook zo: liever niet, ik ken er niet genoeg van. Een man zegt gemakkelijker ja. Dan zegt men: waarom vroeg je geen vrouw? We hebben er negen gebeld!”
***
De fotograaf wenkt, de zon gaat eind augustus al bijna een uur vroeger onder dan in juli. We willen ook in de laatste aflevering van deze zomer onze gast portretteren bij zonsondergang. Fatma: (opgewekt) “Zeg maar wat ik moet doen. Aan een tafeltje midden de zeedijk?” Ze poseert goedlachs en met allure. Een knap meisje van 40. Vanaf 6 december toch. Of ze het er moeilijk mee heeft? “Neen! Het is maar een cijfer. Mentaal doet het me weinig. Integendeel: ik word toch wat rustiger en dat is aangenaam. Maar toegegeven, fysiek houdt het me wel een beetje bezig. Snel veel rimpels krijgen, zou ik niet leuk vinden.”
Een nieuwslezeres aan een tafeltje met schijnwerpers erop: de wandelaars op de dijk herkennen die van ’t Nieuws wel. Maar niet één vraagt om een selfie, we maakten in vorige afleveringen met onze gasten al anders mee. Daar is een reden voor, weet Fatma.
“Ik kan dan wel bekend zijn, één miljoen kijkers voor Het Journaal is niet weinig, maar mijn beroep is mensen informeren, niet mensen entertainen. Waardoor er een afstand blijft. Wíj komen niet op televisie voor onszelf, bij showbizzvedetten denken de mensen al snel: die vragen daar zelf om. Martine Tanghe is meer op televisie geweest dan Jacky Lafon, maar Jacky zal meer last hebben van haar bekendheid. Heel sporadisch is er eens een zatterik op een festival en dan kan ik wel eens asociaal doen. En dan zegt men: allez, zo arrogant!”
Want ze vergeet wel eens dat ze bekend is. Zoals die keer dat ze zich in Werchter in een wachtrij voor frietjes naar voren wrong: ik moet echt dringend naar een optreden! (lacht) “Ik ben een diva van bij mijn geboorte. Dat was mijn way of living. Ik was al altijd zo: ik háát wachten, aanschuiven … dat soort dingen. Maar Lieven Van Gils legde mij uit: je bent bekend, als je niet wil dat men zegt dat je kapsones hebt, moet je daar meer op letten. Ik had daar nooit zo over nagedacht, dat men dacht: die trut denkt dat ze alles mag omdat ze bekend is. Hanne Decoutere omschreef dat als: we kunnen ons nergens meer zat of een beetje fout vertonen. Sommigen trekken zich daar minder van aan. Ach, iedereen heeft het recht zich in zijn vrije tijd eens te laten gaan. Ik let nu wel een beetje op. Maar te weinig. En soms gaat men ook te ver. Neem nu dat filmpje van de ruzie tussen Sean Dhondt en zijn vriendin dat iemand naar Dag Allemaal heeft gestuurd: ik was daar echt niet goed van. Fuck, waar gaat dat naartoe? Komaan, die mensen hebben ook nog recht op hun privé.”
***
Als dat geen perfect bruggetje is. Dag Allemaal en een privé-leven. Fatma is geboren in Lier en groeide er op met vijf zussen en broers. De drie oudsten zijn geboren in Turkije, daarna verhuisden haar ouders van hun arme boerenstreek in het noordoosten van Turkije naar Lier. De band met haar familie blijft ontzettend belangrijk. “Omdat die relatie onvoorwaardelijk is – zonder oordelen. En veilig. Ik heb dat op niet veel plekken in mijn leven. Mijn familie geeft mij rust: ik moet er mijn best niet doen. Elders moet ik op een of andere manier altijd zo hard mogelijk mijn best doen, ik weet niet vanwaar dat komt. Al mindert dat gevoel wel met ouder worden.”
Haar ouders hebben steeds keihard gewerkt, hun kinderen kregen alle kansen. Fatma, de jongste van het gezin, leek die aanvankelijk te verspelen: ze is twee keer blijven zitten in het middelbaar. Fatma haalt haar schouders op: “En toch heb ik op dat vlak nooit aan mezelf getwijfeld. Ik had al heel snel door hoe het schoolsysteem in elkaar zat. Ik volgde humane wetenschappen, indien ik had gezegd dat ik criminologie wilde studeren, zou de reactie zijn geweest: Fatma zal dat nooit kunnen, ze is geen harde werker! Daarom heb ik dat nooit gezegd, maar dat heb ik wel altijd gedacht: ik ga dat gewoon doén! Ik heb altijd geweten dat ik niet dom was. Ik heb nogal een sterk willetje.” Resultaat: master in de criminologie. Met grote onderscheiding. En intussen een topper op de VRT.
Privé
Komen we nu aan bij Dag Allemaal. Sinds een jaar strijdt ze wel heel hard voor haar rechten op een privéleven. Het boekske lekte in augustus 2021 dan wel dat Fatma een relatie heeft met de sinds de coronacrisis bekende intensivist en Slimste Mens ter Wereld Geert Meyfroidt, dát hoofdstuk blijft hermetisch afgesloten. “Als je zelf met je relatie naar buiten komt, kan je achteraf niet meer terug. Dan is er een soort ongeschreven regel: hoe meer je geeft als het goed gaat, hoe meer je moet geven als het slecht gaat. Dat er al foto’s zijn verschenen van Geert en ik op de rode loper? So what? Misschien waren wij er toevallig samen? (grijnst) Nogmaals, heel duidelijk: mijn relatie, met gelijk wie, is privé! Want er kunnen mensen bij betrokken zijn die niet gekozen hebben om ermee in de media te worden geconfronteerd. Dat wordt gelukkig ook gerespecteerd. We zijn nu eenmaal niet de Verhulstjes.”
Al zit ze ook wel eens in Zuid-Frankrijk. Deze zomer nog. Voor het eerst sinds lang dus met een vast lief? “Ík was op vakantie in Frankrijk, ja. We waren met zes… (plagend) Heb je nog andere vragen?” Nu vraagt ze er wel zelf om: ja, hoe zit dat met die eerder geuite twijfels of ze ooit kinderen wilde?
“Een kinderwens is er nog steeds niet expliciet. Maar ik denk er wel over na. Velen beschouwen het blijkbaar als een logische stap voor vrouwen. Op het werk is er zowat elke week wel iemand die bevalt of zwanger is. Ik ben drie maanden zwanger! Dat wordt ook al aangekondigd! Ik weet het echt nog niet. (peinzend) Ik hoor wel vaak dat je met kinderen veel makkelijker je werk en je carrière kan relativeren, dat die bijzaak worden. Dat lijkt me wel aangenaam. Maar voor hetzelfde geld zit ik thuis met een kind en vind ik mijn werk helemaal geen bijzaak! Mijn beste vriendin heeft twee kinderen en die is hele dagen doodongerust. Én doodmoe. Zó aangenaam is het misschien ook weer niet. Én ik heb nu ook een heel vrij leven. Mijn fomo (fear of missing out, red.), hé, ik wil altijd overal bij zijn.”
***
Oostende, vrijdagochtend 19 augustus. De fotograaf gaat vroeg lopen op het strand. Fatma twijfelt of ze ook gaat lopen. Ze is best sportief, maar op haar manier. Ze liep laatst in Antwerpen de Ten Miles ten voordele van Kom op Tegen Kanker met nauwelijks enige voorbereiding. “Dan start ik en loop ik gewoon altijd door. (verontwaardigd) Maar dat was dus geen 16 kilometer maar bijna 17 kilometer, die laatste 900 meter was echt sterven!” Dat eigen willetje hielp wel. Maar toch maar een laat ontbijt, zonder looptochtje.
Want er was nog die ene ontbijtvraag: waar vindt Fatma Taspinar in dit leven en deze wereld het meest schoonheid? In films en goedgemaakte series – Lost en The Wire behoren tot haar favorieten. En in literatuur – ze leest heel veel. “Maar vraag me niet naar auteurs, ik wil niet blasé klinken. Ik lees wel alleen fictie, ik lees niet om bij te leren. En als het geen goed boek is, haak ik snel af. Maar als ik in een goede roman zit, denk ik al snel: zo meteen thuis, kan ik weer verder lezen! Zoals Jonathan Franzens Kruispunt: zó goed. Dan ben ik echt weg.”
Al kan ze zich ook in muziek verliezen – ze noemde zichzelf al een hiphopgriet. “Dat komt dan meer door de danssfeer. Maar klassieke muziek en artiesten als Stromae kunnen me écht in vervoering brengen. Meer dan pop of rock, al vind ik Britpop wel heel goed – ik ben blij dat ik zondag op Pukkelpop Arctic Monkeys zal zien. Eerder commerciële muziek dus, op dat vlak ben ik minder een fijnproever dan bij boeken en films.”
Vol-au-vent
Maar wat haar nog het meest blij kan maken: interieurs en kleding. “Ik vind dat belangrijk: als ik eens een mindere dag heb in de juiste outfit buitenkomen. Mooie kleren, met de juiste kleuren, daarom niet duur, kunnen me dan instant gelukkig maken. Maar vooral alles wat met interieur te maken heeft, geeft mij energie. Een magazine, een programma op televisie: dan wil ik meteen aan de slag gaan. Zo is verlichting voor mij heel belangrijk. Sfeer, gezelligheid… Ik kook heel graag, zowel oosters als Ottolenghi en zo. Voor mij is kleur in een gerecht even belangrijk als in een kunstwerk. Allez, neem nu vol-au-vent, één kleur, helemaal beige. Dat is toch het lelijkste gerecht dat er bestaat?”
Et voilà, einde van de laatste zomernacht. Afscheid van een meisje van 40, van een journaliste en nieuwsanker die denkt dat ze al op haar retour is, maar in haar privé-leven aan een nieuwe start is begonnen. Hoeveel scoort ze dan vandaag op een geluksschaal van 10?
Ze blijft verbazen: “Niet zo heel hoog. Ik mis de gave om gewoon gelukkig te zijn. Ik ben echt jaloers op mensen die wel die gave hebben. Ik leef te weinig in het nu, ik vergeet dan te genieten van het moment. Pas achteraf kan ik zeggen: ho, ik was toen gelukkig… Ik ben altijd bezig met te denken aan wat kan mislopen. Ook in mijn werk. Ik was altijd al een harde werker en werk nog steeds even gedreven, maar op een bepaald moment zou ik nu wel moeten kunnen vertrouwen op mijn kunnen. Terwijl ik in mijn hoofd nog steeds een beetje het gevoel heb een beginneling te zijn: ik moet mij bewijzen, ik moet mij bewijzen! Een zotte onzekerheid, eigenlijk. Dat mag nu toch wel eens stoppen, dat impostersyndroom, bang om door de mand te vallen. Want ik heb in die vijftien jaar toch wat opgebouwd in mijn job? Het wordt tijd dat ik op dat vlak wat volwassener word. Maar ik werk eraan.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier