Leander stierf op de dag van de bevrijding van Passendale

Het puin rond de kerk van Passendale, waar de Duitsers een bord 'Kirche' geplaatst hadden. (Foto MMP)
Redactie KW

Van 1915 tot 1917 ligt Passendale meer dan zeven kilometer achter het front, ver buiten het bereik van zware beschietingen. Een groot deel van de huizen is dan nog bewoonbaar en de Duitsers nemen er hun intrek. In 1917 wordt het dorp tijdens de Slag bij Passendale compleet vernield. Het dorp wordt bekend als ‘Passion-dale’, dal van het lijden. Leander Depaepe maakte het allemaal mee.

“Leander Depaepe wordt op 3 februari 1894 in Passendale geboren. Zijn 51-jarige vader, Jan Baptist Depaepe, was al twee keer weduwnaar geworden. Voor zijn derde huwelijk verhuisde hij naar Passendale. De moeder van Leander, Maria Theresia Deceuninck, is geboren en getogen in Passendale. Het gezin Depaepe telt vijf kinderen, twee zonen en drie dochters”, vertellen Debbie Manhaeve en Steven Vandenbussche van het MMP1917.

“In 1914 wordt Leander 20 jaar. Hij wordt opgeroepen als dienstplichtige en ingelijfd bij het Belgisch Leger. Nog net voor de Eerste Wereldoorlog aanvangt, neemt Leander afscheid van zijn ouders en geboortedorp en vangt zijn militaire opleiding aan. Door zijn uitmuntend gedrag en heldhaftigheid valt Leander snel op. Mede hierdoor wordt hij in januari 1915 bevorderd tot sergeant. In datzelfde jaar neemt hij op 2 september deel aan een raid op een Duitse voorpost bij Kaaskerke, waarbij negen Duitse soldaten gevangen worden. Leander en zijn medesoldaten krijgen een onderscheiding voor hun actie. Leander wordt bevorderd tot 1ste sergeant en ontvangt wat later het Oorlogskruis, een medaille voor daden van heldenmoed.”

Geboortedorp

“Eind december 1916 wordt Leander ingedeeld bij het 2de Regiment Grenadiers. Kort na deze overplaatsing, wordt hij voor de laatste keer gepromoveerd tot 1ste sergeant-majoor. Opnieuw laat Leander zich gelden als uitmuntend militair. In het voorjaar van 1918 neemt hij opnieuw deel aan een gevaarlijke opdracht en krijgt een eervolle vermelding in het dagorder van het leger. In september 1918 wordt Leander met zijn eenheid naar deze regio overgeplaatst. Vanuit de eigen linies ziet Leander na vier jaar oorlog voeren opnieuw een glimp van zijn geboortedorp. Het aanzicht is echter niet wat het ooit geweest was. Kamiel Masschelein, een soldaat uit Beselare die in oktober 1918 ook voor het eerst zijn verwoeste geboortedorp terugziet, beschrijft het als volgt:

Ik blijf een ogenblik staan rondkijken op heel die vertrouwde omgeving die nu een onbeschrijfelijke vernieling geworden is… Van al de bekende hofsteden, huizen, bomen, hagen en tronken, hoekskens, kanten en wegelkes, geen spoor meer, ‘t is er al lijk weggetoverd… en de grond van aanschijn veranderd… Niets meer dan obusputten, de één nevens de andere, vol met stinkend vuil bruin sop, doorweven van hopen stekkerdraad, overgroeid van distels, netels en wilde woekerplanten.

“In 1914 telde Passendale ruim 4.003 inwoners, vier jaar later was iedereen dood of gevlucht”

Op 28 september 1918 valt Leander op de eerste dag van het eindoffensief zijn geboortedorp Passendale aan. Het is totaal verlaten en verwoest. Ondanks de hevige man-tegen-mangevechten met bajonet, boeken de 2de Grenadiers langzaam maar zekere terreinwinst. Pas om 18.30 uur slagen de 4de Karabiniers erin om met handgranaten en bajonetten van kelder naar kelder tot aan de kerkruïne te trekken, waar de Duitsers een houten bord ‘Kirche Passchendaele’ hadden geplaatst. Na een kille en regenachtige nacht, wordt op 29 september de rest van Passendale ingenomen.

In een van de zalen van MMP 1917 troffen we Steven Vandenbussche en Debbie Manhaeve aan, die heel veel weten over wat zich afspeelde. (Foto ZB)
In een van de zalen van MMP 1917 troffen we Steven Vandenbussche en Debbie Manhaeve aan, die heel veel weten over wat zich afspeelde. (Foto ZB)

Tijdens deze zware gevechten vindt Leander Depaepe de dood. Na vier jaar oorlog voeren, sterft hij op 28 september 1918 in het dorp waar hij opgroeide. Leander Depaepe rust in de militaire grafkelder op de begraafplaats van Passendale. Bij het begin van oorlog in 1914 telde Passendale 4.003 inwoners. De dag van de bevrijding op 28-29 september 1918, vier jaar later was er niemand meer. Ze waren gevlucht of gestorven. In 1920 telt het dorp al meer dan 150 personen. 100 jaar later zijn dat er meer dan 3.000.

(NVZ)

Feiten

Het dorp werd bevrijd door grenadiers en karabiniers, Belgische troepen. Beide regimenten kregen na de oorlog in Pasendale een straatnaam. Jaarlijks wordt er een plechtigheid gehouden bij de gedenksteen aan het gemeentehuis. Veel slachtoffers bij de bevrijding waren er niet. De bevolking was immers gevlucht. Passendale kent zware verliezen in WOI. Niet alleen wordt het dorp in 1917 van de kaart geveegd, ook de menselijke tol is groot. 152 Passendalenaars, waarvan 87 burgers en 65 militairen verliezen het leven. Na de aanvallen op 28 september 1918 verloopt het offensief verder in de richting van Moorslede. Na vier jaar strijd komt op 11 november 1918 een einde aan de oorlog. In totaal sneuvelen bij de bevrijding ongeveer 25.000 Belgische burgers en 44.000 militairen, waarvan ongeveer 1.250 op 28 september 1918.