„Ik leef heel bewust, ik stel niks meer uit”

Redactie KW

Annelotte Rosseel (22) verloor zes maanden geleden haar linkerbeen na een ongeval, verwerkte de breuk met haar lesbische vriendin – ook betrokken in het ongeval – en is weer verliefd.

Leven met een zware beperking. Het jaar van Annelotte Rosseel (22) werd gesplitst in twee: vijf goede maanden, zeven minder goede. Met haar lesbische vriendin Dana, die de relatie na het ongeval abrupt stopzette, raakte Annelotte op maandag 2 juni levensgevaarlijk gewond bij een brommerongeval in Schoten. Ze is haar linkerbeen kwijt en heeft ook last aan haar rechter. Ondanks alles verloor ze de moed niet. Sinds vorige week heeft Annelotte ook een nieuwe vriendin. „Ik heb soms lastige dagen, maar ik pik de draad weer op. Ik leef nu bewuster. Ik stel helemaal niks meer uit”, zegt Annelotte optimistisch.

In een tot leef- en slaapruimte omgetoverde garage achter het woonhuis van haar grootouders aan de Steenstraat in Meulebeke probeert de 22-jarige Annelotte Rosseel haar leven weer op de sporen te krijgen. Met de zwarte pet op het hoofd, een piercing onder de lip en een paar guitige kijkers, ziet Annelotte eruit als een goedlachse twintiger. Sinds haar zwaar brommerongeval op 2 juni in Merksem moet ze echter met een zware beperking leven. Ze verloor haar linkerbeen en moet nog drie keer per week naar de revalidatie in het Heilig-Hartziekenhuis van Roeselare voor haar rechterbeen. „De ene dag gaat het goed, de andere dag minder”, zegt Annelotte, die haar favoriete muziek wat stiller zet en een sigaret opsteekt.

„Ik was gestopt met roken, na vijf maanden ziekenhuis kan je moeilijk anders. Ik ben echter opnieuw begonnen”, zegt ze bijna verontschuldigend.

2008 zal een jaar zijn om zo vlug mogelijk te vergeten. Onmogelijk echter, gezien de zware gevolgen die ze levenslang zal moeten dragen. Annelotte praat rustig over het ongeval. Ze heeft al een lange aanvaardingsweg afgelegd en kijkt de toekomst positief tegemoet. Maar eerst terug naar die fatale maandag. „Ik was serieus toegetakeld. Pas nadat ik uit coma ontwaakte, werd me de werkelijkheid pas echt duidelijk. Ik heb nu sinds ruim twee maanden een prothese, die het me mogelijk maakt om een beter stappatroon te hebben.”

„Ik besefte eerst niet dat ik mijn linkerbeen was verloren. Op een bepaald moment lag ik in het ziekenhuis op mijn bed en vroeg ik aan een verpleegster om mijn rechterbeen te verleggen. Of ze dat ook met mijn ander been konden doen.? Toen kreeg ik de waarheid te horen.: mijn linkerbeen hadden ze niet meer kunnen redden.”

„De prognose was dat ik minstens een jaar niet zou kunnen gaan. Ik ben gelukkig voor op dat schema. Voor mijn rechterbeen moet ik naar de revalidatie. Nu nog drie keer per week. Soms zwaar, bijzonder lastig. Het is echter nodig om blijvend progressie te boeken.”

Die prothese, dat verloren linkerbeen. „Het blijft moeilijk en dat zal het altijd zijn. Ik noem het dan ook geen stompje, ik gruwel van dat woord. Ik spreek liever over mijn bil. Het ongeval komt stilletjes terug. Ik droom er soms nog over en dan voel ik de pijn weer toen die vrachtwagen over ons reed. We moesten stoppen aan dat kruispunt. Toen het groen werd, reed ik verder. Plots zag ik aan de linkerkant een vrachtwagen, die op het fietspad reed. Enkele seconden later werden Dana en ik meegesleurd. Ik voel nog die pijn als ik erover praat. Van de rest herinner ik mij helemaal niks meer.”

„Ik heb er gelukkig altijd vrij goed kunnen over praten. Eerst in het ziekenhuis, en dan later ook hier. Ik krijg heel wat vrienden en vriendinnen op bezoek. Ik moet nu eenmaal aanvaarden dat ik met een beperking verder moet. Nu weet ik ook wie mijn echte vrienden zijn. Sommigen hebben het moeilijk om mij aan te spreken.”

Natuurlijk stortte haar wereld in elkaar. En daarbovenop sprong de lesbische relatie met haar vriendin af. „Zo’n dramatische gebeurtenis brengt mensen ook weer dichter bij elkaar. De relatie met sommige familieleden is er beter op geworden. Ik ben altijd wel iemand geweest die recht door zee ging, die karakter had. Nu leef ik echter nog veel bewuster dan vroeger. Als ik iets wil, dan doe ik het gewoon. Ik besef nu als geen ander dat het in een paar seconden voorbij kan zijn.”

„Ik ben blij dat ik kerst met mijn nieuwe vriendin kan vieren”

„In het begin vraag je je natuurlijk af.: waarom ik.? Waarom moest mij dat overkomen.? Het heeft echter geen zin om antwoorden te zoeken. Je vindt ze gewoon niet. En, je wordt er ook niet beter door. Je moet het aanvaarden en weer vooruit met je leven. Het noodlot.? Tja”, mijmert Annelotte.

„Of ik gelovig ben.? Ik woon honderd meter van de bekende Kapel van Bijstand. Ik ging vroeger niet. Waarom zou ik nu binnengaan.? Als er dan een God zou bestaan, waar was die op het fatale moment.? Nee, ik kan me daar niet aan optrekken. Ik heb veel meer aan de hulp van mijn familie en vriendenkring.”

„Ik probeer er toch positief mee om te gaan. Ik verzorg me ook, wat ik vroeger al deed. Je mag je niet opsluiten, je moet buiten komen, bij de vrienden zijn. Je probeert je oude leven weer op te pikken, maar dat lukt maar deels. Er zal altijd die beperking zijn waarmee je moet leven. Ik hou ook niet van medelijden of betutteling.”

„Nee, we proberen er het beste van te maken. Ik zou na mijn revalidatie graag weer gaan werken. Het verzet de zinnen. Tja, je kiest er ook niet voor om in de media te komen. Ik heb het zelfs nooit gewild. Dan was ik de vroegere Annelotte gebleven. Ik doe wat ik moet doen. Ik leerde me aanvaarden zoals ik ben. Ik stel niks meer uit. Maar ik ben blij dat ik nu kerst met mijn nieuwe vriendin kan vieren.”, besluit Annelotte positief.

(LVA)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier