De garnaalvissers te paard van Oostduinkerke trekken na hun winterpauze opnieuw de Noordzee in, op zoek naar kraakverse garnalen. Het eeuwenoude ambacht lokt elke keer opnieuw een massa kijklustigen, maar dit jaar worden er een pak minder garnalen dan normaal opgevist. En dat resulteert in torenhoge prijzen die zelfs tegen 100 euro per kilo aanschurken. “Voor de tijd en energie die wij in ons ambacht investeren, is de prijs correct”, klinkt het. “Maar dan haakt de grote massa af. En dat willen we niet.”
U kent het beeld ongetwijfeld. Van kop tot teen in gele jekkers – gemaakt uit oliegoed, een ondoordringbaar linnen – getooide mannen en vrouwen die met hun Belgische trekpaarden vanop het strand van Oostduinkerke de Noordzee in trekken, klaar om hun netten met grijze garnalen te vullen.
De traditie gaat ruim vijf eeuwen terug. De eerste schriftelijke vermelding dateert van 1465 en in vervlogen tijden waren paardenvissers langs tal van stranden in België, Noord-Frankrijk, Nederland en Zuid-Engeland een vertrouwd tafereel. Arme boeren gingen ’s winters met hun dieren de zee in om zo iets bij te verdienen.
Anno 2024 is seynevissen, zoals het bij ons ook genoemd wordt, enkel nog in deze Koksijdse deelgemeente te bewonderen. En zit het ambacht ook weer in de lift. In 1940 waren er nog een veertigtal paardenvissers, eind jaren zestig amper drie. Vandaag telt Oostduinkerke opnieuw veertien garnaalvissers te paard én zijn er twee mensen in opleiding.
Uniek in de wereld
“Op dat vlak gaat het inderdaad goed”, glimlacht Nele Bekaert (41). Zij is, samen met haar echtgenoot Chris Vermote, al elf jaar toegewijd paardenvisser. “In hart en nieren”, beklemtoont ze. “Het is een way of life. In het dagelijks leven werk ik als hoofdverpleegkundige in een woonzorgcentrum in Veurne, dit is mijn ideale uitlaatklep.”
“De huidige hoge prijzen zorgen voor een dubbel gevoel. Aan de ene kant is het een correcte prijs voor de vele tijd en energie die we er in steken, maar de grote massa haakt wel af. En dat willen we ook niet. Geef ons maar de gulden middenweg” – Nele Bekaert
De Oostduinkerkse paardenvissers zijn uniek in de wereld. Sinds 2013 mogen ze ook officieel het label van UNESCO immaterieel cultureel erfgoed van de mensheid opspelden. “En daar zijn we apetrots op. We geven dit ambacht van generatie op generatie door en het is verdomd belangrijk om die zo goed mogelijk te bewaren. Waarom? Dit is púúr. Mens en dier die volledig met elkaar verstrengeld raken en de zee bedwingen.”
“Wanneer ik met mijn paard Floris het water in stap, vergeet ik de hele wereld rondom mij. Er bestaat geen mooier gevoel. Deze vorm van visserij staat volledig in contrast met onze hoogtechnologische westerse samenleving. Harmonie tussen natuur, mens en dier staat voorop.”
Wijting, windmolens…
Alleen valt de opbrengst de laatste maanden wat tegen. Het reguliere seizoen voor garnalen, waarbij met boten iets dieper op zee wordt gevist, loopt van augustus tot december, maar in 2023 haalden de vissers veel minder kilo’s dan normaal naar boven. Met door het dak slaande prijzen tot gevolg. In februari kostte een kilogram gepelde grijze garnalen bijna 100 euro, nu ligt die prijs een tiental euro lager.
“Verschrikkelijk veel”, knikt Nele. “We zijn pieken en dalen in de vangst wel gewoon, maar dit hebben we echt nog nooit meegemaakt. Om je een idee te geven: normaal zouden we in deze periode van het jaar na een klein uurtje vissen een goeie zeven kilo naar bovengehaald hebben. Maar nu zijn we op zo’n twee kilo afgeklokt. Dat zegt genoeg.”
Waar het huidige dalletje vandaan komt, is ook voor een ervaren rot als Nele koffiedik kijken. “Er doen allerhande theorieën de ronde. Dat er te veel wijting in de Noordzee zit die de garnalen opeet, de bommen uit de Eerste Wereldoorlog die DOVO in zee en op het strand deed ontploffen, de steeds talrijker wordende windmolenparken die de populatie verstoren…”
“De vinger exact op de wonde leggen, is onmogelijk, maar feit is dat er nog nooit zo weinig garnalen in ons stukje Noordzee te vinden waren. Duimen dat ze snel weer in aantal toenemen.”
“Garnaalvissen te paard is een ‘way of life’, mijn ideale uitlaatklep” – Nele Bekaert
De huidige recordprijzen bekijken Nele en haar collega-paardenvissers met een dubbel gevoel. “Aan de ene kant is het een correcte prijs voor de vele tijd en energie die wij in ons ambacht investeren.”
“Onze manier van vissen is erg arbeidsintensief, dan is een hogere prijs misschien wel gerechtvaardigd. Maar als die te lang aanhoudt, haakt de grote massa af. En dat willen we ook niet. Geef ons maar de gulden middenweg: geen bodemprijzen, maar een bedrag per kilo waar iedereen zich in kan vinden: consument en (paarden)visser.”
Springlevend erfgoed
Die hoge prijzen hebben voorlopig geen negatieve weerslag op de populariteit van de paardenvissers. Hónderden kijklustigen staan van aan de waterrand de imposante boerenpaarden en hun knalgele ruiters gade te slaan. Wie even niet achterom loert richting appartementslintbebouwing op de zeedijk, waant zich zo enkele honderden jaren terug in de tijd. “Daar schuilt net de charme in”, glundert Nele.
“Nu valt de toeloop nog mee, maar op een zonnige zomerdag hebben we soms meer dan duizend supporters. Dat doet wel deugd, want zo blijft ons erfgoed springlevend. Dat voelen we ook aan de interesse om garnaalvisser te paard te worden. Momenteel hebben we twee mensen die een twee jaar durende opleiding volgen. Bewust redelijk lang, want als paardenvisser ga je een engagement aan en word je ambassadeur van iets dat nergens anders te zien is.”
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier