Stefaan Depoorter van café The Times is nu aan de slag als seizoensarbeider

Stefaan Depoorter. (foto TOGH)
Tom Gheeraert
Tom Gheeraert Medewerker KW

Geleidelijk aan worden de coronamaatregelen wat versoepeld, maar voor de horeca is er nog steeds geen toekomstperspectief. Cafébazen zitten al meer dan twee maanden op droog zaad, dus moeten ze inventief zijn om niet kopje-onder te gaan. Stefaan Depoorter van café The Times vond zo zijn weg naar de seizoensarbeid in de landbouw.

Stefaan Depoorter nam pas vorig jaar café The Times in de Korte Torhoutstraat over, maar komt van een lange familiale lijn van café-uitbaters. Grootvader Leopold Depoorter – in de volksmond Pé Pol begon in 1950 als cafébaas van De Vismarkt op het Burgemeester Bertenplein in Poperinge. Bij zijn overlijden in 1966 nam schoondochter Nelly Boudeweel het roer over. In 1999 kwam haar zoon Stefaan achter de tapkranen te staan om na 20 jaar de fakkel door te geven aan zijn zoon Arthur.

“Arthur is dus de vierde generatie van café-uitbaters in de familie”, vertelt Stefaan. “Zelf ben ik al 21 jaar uitbater. Café is ons leven, maar deze situatie hebben we nog nooit meegemaakt. Eerst dachten we dat de cafés maximum anderhalve maand zouden gesloten blijven. Toen snel bleek dat het veel langer ging duren, hebben we nagedacht over alternatieven. Aanvankelijk begonnen we aan een renovatie van de sanitaire ruimtes. Alles afgeschuurd en een likje verf gegeven, maar na een drietal weken waren we ook daar klaar mee. Daarna hebben we een weekje vakantie genomen, maar dan was het mijn zoon die zei: we zullen toch moeten gaan werken, anders zal het niet lukken.”

Het was Joris Cambie van Brouwerij en Hopboerderij De Plukker die Stefaan op de noden van de landbouw wees. “De Poolse seizoensarbeiders waar ze normaal beroep op doen, geraakten de grens niet meer over. In volle seizoen hebben ze massa’s werk, maar geen arbeidskrachten. Hij vroeg me of ik iemand kende die kon helpen met het aanleggen van de hop. Ik bood mezelf aan. Aangezien ik werk met het eindproduct van de hopteelt – bier – vond ik het wel symbolisch en interessant om bezig te zijn met het uiterste begin.”

Vijf dagen vertoefden Stefaan en Arthur tussen de ranken langs de Elverdingseweg. “Bij het aanleggen van de hopplanten help je de jonge plantjes op de rank zodat het verder kan klimmen en doorgroeien. Nu dat gebeurd is, kunnen de plantjes het zelf redden en is er geen werk meer. Misschien als er een tweede golf komt – laat ons zeker hopen van niet – kan ik ook helpen bij de hoppepluk in september.”

Weer een dagindeling

Stefaan had na de hopvelden de smaak van de land- en tuinbouw te pakken en ging aan de slag in Het Kersenhof bij Ivan Debergh in Poperinge. “Nu help ik bij het plukken van aardbeien. De aardbeienboer kenden we, omdat we daar altijd onze verse aardbeien gaan halen”, vertelt Stefaan Depoorter.

“Fysiek is het wel lastig, maar mentaal geeft het rust, omdat het je gedachten verzet. Je vergeet je financiële en andere miserie. Je krijgt ook weer een werkritme: vroeg opstaan, op tijd op het veld zijn, hard werken en dan ‘s avonds moe, maar tevreden weer in je bed kruipen. Je krijgt weer een dagindeling. De lockdown voelde eerst als een vakantie, maar na een drietal weken was ik het beu om niets te doen.”

Gewend om veel te werken

“De boeren waren wel blij. De laatste jaren vonden ze heel moeilijk mensen die dat werk wilden doen, en al zeker geen Belgen. Als er twee Belgen op het veld stonden, waren het er veel. Nu is zeker twee derde van de seizoensarbeiders Belg”, vervolgt Stefaan. “Ook mensen van de horeca. Zo werkt er bijvoorbeeld een kok van een restaurant bij mij in de serre. Ik denk dat onze collega’s uit de horeca gewend zijn om veel te werken. We zijn niet te ‘schoon’ om eens iets anders te doen van werk. Het is een win-winsituatie.”

Ondertussen blijft Stefaan wel hopen om snel weer in zijn café te staan. “Ik hoop nu op half juni. Als we mogen openen, maar er mag niemand aan de toog staan, dan doe ik liever niet open. Dat is goed voor een tearoom, maar niet voor een café. Bij ons is gezelligheid onze troef en samen zitten met vrienden cruciaal. Onze familie heeft altijd kleine cafeetjes uitgebaat waar de mensen van het dorp of de stad elkaar vinden. Of ik al overwogen heb om te stoppen? Nooit! We hebben meer dan 70 jaar familie-ervaring in de caféwereld, dat geef je niet zomaar op!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier