Over en uit voor Blankenbergse frituren

Carlo Lannoo van Frituur Carlo. © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Drie iconische frietkramen die al sinds jaar en dag het Blankenbergse straatbeeld kleuren, zouden binnen hier en zo’n anderhalf jaar definitief opgedoekt moeten worden. De getroffen frituristen zitten met de handen in het haar, de voorbije jaren investeerden ze immers nog hoge bedragen. “Ik eis die centen terug”, reageert de uitbater van frituur Marie-Jeanne.

Het nieuwe stadsbestuur wees er vorig jaar al op dat de frituren in strijd zijn met de stedenbouwkundige voorschriften, en wilde die situatie rechttrekken. “Onder het vorige stadsbestuur werden ze gedoogd. Maar als je van de burger verwacht dat hij zich aan de regels houdt, is het niet meer dan normaal dat je als lokale overheid zelf ook binnen de lijntjes kleurt”, zei de toen kersverse schepen voor Concessies Benny Herpoel (N-VA). Omdat een oplossing binnen het wettelijke kader echter niet direct voorhanden leek, werden de drie concessies toen met een jaar verlengd. Om tijd te kopen dus, want in het verleden gebeurde dat telkens voor zes jaar. Maar nu lijkt toch definitief het doek te gaan vallen over de Blankenbergse frituren. De drie gedupeerde uitbaters reageren aangeslagen. “Natuurlijk hadden we ergens nog gehoopt op een positieve afloop“, klinkt het bij Frituur Tonny. “Maar nu staan we dus helemààl met onze rug tegen de muur. Ik bekijk samen met mijn advocaat welke stappen we eventueel nog kunnen ondernemen.”

Ook voor Alain Goditiabois en Ann Bockstaele van Frituur Marie-Jeanne, komt de klap hard aan. Toen zij in het voorjaar van 2018 het bekende frietkotje aan het Leopoldpark overnamen, was dat een nieuwe start: hun horecazaak in Oosterzele brandde af na een kortsluiting. “En nu dit weer. We worden echt achtervolgd door pech“, zucht Alain. Hij investeerde inmiddels zo’n 140.000 euro in zijn frituur. “Ik eis dat geld samen met de jaarlijkse concessievergoeding van 22.000 euro terug van het stadsbestuur. Want toen wij het frietkotje anderhalf jaar geleden overnamen, wisten wij helemaal niet dat we hier zogezegd zonevreemd stonden. We vielen compleet uit de lucht, en het stadsbestuur liet ons toen op de koop toe ook nog in de waan dat het allemaal wel opgelost zou geraken. Ze hadden ons om te beginnen nooit die vergunning mogen geven”, klinkt het. De man zit momenteel in zak en as. “Een frituur uitbaten is hard werken. Veertien uur per dag. Maar we doen het graag, en over een paar jaar zou mijn dochter de frituur hebben overgenomen. Juist nu we een vast cliënteel opbouwden en het echt goed begint te draaien, wordt onze broodwinning ons zomaar afgepakt.”

Volgens schepen Benny Herpoel zijn alle scenario’s onderzocht. “Op alle andere plaatsen in België waar het probleem zich nog stelde, werd er ofwel gekozen voor een directe stopzetting, ofwel voor een uitdoofscenario. Zomaar een oogje dichtknijpen, dat kunnen we echt niet langer. En dus kiezen we in Blankenberge ook voor het uitdoofscenario”, bevestigt hij. Al kadert volgens Herpoel de beslissing eveneens in het kader van de heraanleg van de Grote Markt. “Heel die omgeving verandert, en dan is het maar de vraag of een frituur daarin nog past. De tramhalte ter hoogte van frituur Marie-Jeanne moet dan trouwens ook verplaatst worden”, klinkt het. De drie frituren krijgen nu nog tijd tot aan de opstart van de werken. “Ze moeten nog aanbesteed worden, maar ik vermoed dat dit tegen half 2021 zal zijn. Alle drie de frituristen krijgen dezelfde termijn”, aldus Herpoel, die overigens nog een bedenking heeft bij de opmerking van Alain Goditiabois. “Hij wist wanneer de concessie verviel, en dan moet je niet zomaar van een verlenging uitgaan.”

Burgemeester Daphné Dumery (N-VA) wijst er wel op dat de knoop nog niet officieel is doorgehakt. “Maar we willen de uitbaters ook niet aan het lijntje houden. We hebben met Unafri, het nationaal verbond van frituristen, samengezeten en zij keken naar ons voor een oplossing.” Als straks het doek valt over de frituren, verdwijnt na de badkarloting weer een Blankenbergse traditie. Carloo Lannoo, de uitbater van Frituur Carlo op de Grote Markt, wees er overigens ook op dat de Vlaamse frietkotcultuur tot erfgoed werd uitgeroepen. “En in Blankenberge hadden we het al niet gemakkelijk: op twintig jaar tijd was de concessieprijs haast verdrievoudigd.”

Ann Bockstaele van Frituur Marie-Jeanne.
Ann Bockstaele van Frituur Marie-Jeanne.© WK

Tonny Pelsers van Frituur Tonny.
Tonny Pelsers van Frituur Tonny.© WK

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier