“Ik ben halftijds boer en halftijds marktkramer”: Christophe Decaigny verkoopt alles van zijn zelf gekweekte varkens

Marktkramer Christophe Decaigny moest zijn verlegenheid overwinnen op de markt. (foto Frank) © Frank Meurisse
Wouter Vander Stricht

Christophe Decaigny is een late roeping op de markt. “Had iemand tien jaar geleden beweerd dat ik op de markt zou staan, ik had die mens zot verklaard. Maar ondertussen hebben we daar onze draai gevonden. En onze zaak groeit ook verder.”

Christophe Decaigny (45) en Griet Brille (43) runnen samen een gespecialiseerd varkensbedrijf in de Haaipanderstraat in Emelgem. Dat wordt al sinds de jaren 20 van de vorige eeuw uitgebaat door de familie. Nonkel Marc Decaigny, die in december 2022 overleed, begon op de hoeve ook met zijn garage-activiteiten en dat mondde uiteindelijk uit in de bekende Garage Decaigny. Marcs broer Luc, de vader van Christophe, vormde de hoeve-activiteit om van gemengd bedrijf tot varkenshouderij. Sinds 2004 zijn Christophe en Griet aan zet, maar in de onstabiele sector van de varkens moest al enkele keren het geweer van schouder veranderd worden. “Dit jaar hebben wij hier 20 jaar het heft in handen”, zeggen de ouders van Arne (15) en Lotte (14). Christophe liep hier al van kleins af mee in het bedrijf en kent het dus door en door. “Dit heet hier ’t Klein Gistelgoed, onze buren wonen op ’t Groot Gistelgoed. Destijds was het een grote boerderij die is opgesplitst, vroeger behoorden ze beide tot de Heerlijkheid van Ghistel”, doceert Christophe een stukje geschiedenis.

Buurderij

Op het bedrijf wordt zoveel mogelijk naar onafhankelijkheid van de wispelturige markt gestreefd. Er is de eigen voederwinning en de de biggen die worden vetgemest zijn ook op de boerderij geboren. Christophe en Griet werkten ook nog samen met de groothandel van Eric Mulier uit Sint-Eloois-Winkel, maar toen die in het voorjaar van 2017 onverwacht overleed viel ook dat weg. Er werd gestart met particuliere verkoop op het bedrijf, maar dat gebeurt nu niet meer. Want in 2020 kocht Christophe een marktwagen. “Terwijl mijn vrouw instaat voor de verzorging van de zeugen, kan ik me concentreren op de markten.”

“Ik ben vrij verlegen en moest dat overwinnen om op de markt te staan”

Christophe was ook enkele jaren verantwoordelijk voor de Buurderij. “We wilden de korte keten promoten en stonden met verschillende producenten samen. Daar ben ik mee gestopt, omdat ik eerst op de Lokaalmarkt in Roeselare en later in die van Heule ben gaan verkopen. Maar toen ik de kans kreeg om in Landegem (deelgemeente van Deinze, red.) op een boerenmarkt te gaan staan, ben ik daar eerst eens een kijkje gaan nemen. Ik zag dat wel zitten. Maar op de lokaalmarkten stond ik met een vaste comptoir, voor een markt had ik een echte wagen nodig. En die kochten we dus, begin 2021 stond ik voor het eerst in Landegem op de markt. Het is een tof marktje, er staan daar nog provinciegenoten. Laat ons zeggen dat ze daar veel West-Vlaamse producten eten.”

Ondertussen liet Christophe de lokaalmarkten voor wat ze zijn en staat hij ook niet meer op zaterdagmiddag op het Emelgemsplein. “Toen Lokaalmarkt Heule in de zomer besloot om vier weken dicht te gaan, heb ik geïnformeerd bij marktleider Kris Vandenberghe of ik eventueel een plaats kon krijgen in Izegem. Dat was mogelijk, ik sta er nu al anderhalf jaar.”

Vichte dankzij collega

En op de Izegemse markt kwam collega Benny Baekelandt op Christophe af gestapt. “Hij had twee marktwagens, maar wilde het op dat vlak wat rustiger aan doen. Via Benny kwam ik zo in Vichte terecht, daar is er op vrijdagvoormiddag markt. Van daaruit rij ik door naar Landegem waar de boerenmarkt plaatsvindt.”

In het marktkraam van ’t Klein Gistelgoed vind je dus enkel varkensproducten. “Het slachten zelf gebeurt in Tielt, maar het verwerken van het vlees doe ik met hulp van een beenhouwer op de hoeve. We hebben ook ambachtelijke charcuterie bij, maar die komt van een kleine charcutier waar ik ook zelf vlees lever. Als ik mijn geslachte varkens naar Oostende voer, keer ik terug met producten van bij hen. Ik doe ook geen bereidingen, we verkopen enkel puur vlees. En vooral ook vers vlees. Daarom geldt bij ons ook: op is op. Ik begin met één of anderhalf varken per week en dat verkopen we dan op de markten. Zo heb je per zwijn twee varkenshaasjes, zijn die verkocht dan is dat zo. Ik vertik het om er bij te kopen, we verkopen enkel ons eigen vers vlees. Er zijn twee uitzonderingen: de varkenswangentjes. Met twee varkenswangetjes heb je niet gegeten natuurlijk, in de zomer koop ik ook ribben bij voor de barbecue.”

Slagersopleiding

Christophe volgde ook een opleiding voor beenhouwer in avondonderwijs. “Ik wil vooral de kennis opdoen. Maar ik zal nooit de snelheid van snijden hebben van een doorgewinterde beenhouwer. De voorbereidingen gebeuren op donderdag, de markten zijn op vrijdag en zaterdag. Noem me gerust halftime boer en halftime marktkramer. Wat ik zoal bijleerde? Bijvoorbeeld dat in 80 procent van het gehakt ook ei zit verwerkt. Dat ontdekte ik omdat iemand met een allergie me daar op wees, ons gehakt is puur. Er wordt enkel kruiding aan toegevoegd.”

Opengebloeid

Christophe komt over als een vlotte verteller. “Maar van nature ben ik redelijk verlegen. Ik heb dat moeten overwinnen om op de markt te gaan staan. Je moet het ijs dan ook eens durven breken, dan doe ik wel eens wat onnozel tegen de klanten.”

Initieel moest ’t Klein Gistelgoed postvatten op de Korenmarkt, na de eenmaking van de markt staat het marktkraam nu richting de bibliotheek. “Ik schat dat de omzet hier 15 procent hoger ligt dan op mijn vorige plaats. Ik heb ondertussen een vaste klandizie opgebouwd en voel me er ook al thuis. Weet je, vroeger ging ik nooit naar de markt, nu sta ik er zelf elke week.”

Volgende week: Annelies en Kristoff verkopen tapas en kaas bij D-lies.