Herberg Sint-Jan in Marke is een volkscafé met een rijke historie. De laatste in de lijn der uitbaters is Jan Kesteloot, een horecabeest uit de Kortrijkse deelgemeente. Eind 2019 mocht hij overnemen. Jan schoot met z’n café uit de startblokken, maar werd al snel gecounterd door de coronacrisis. “Intussen hebben we zeker niet te klagen.” We gingen bij de man op de koffie op een vroege maandagochtend.
Het is een uitstervend ras, het echte volkscafé. De nachtelijke uren, het vele werken en de stijgende kostprijzen… Het zijn de vaak genoemde redenen. Toch blijft het horecabloed kruipen waar het niet gaan kan. De hemoglobinedeeltjes die door de aderen van Markenaar Jan Kesteloot (54) stromen, zijn doordrongen van de horeca. Hij hield 25 jaar lang café Den Toren in de Kortrijkse deelgemeente open, maar was ook de uitbater van krantenwinkel ’t Volkske in de Kerkstraat. Hij hielp bovendien een periode mee in de kaaswinkel in z’n ouderlijk huis. Het mag duidelijk zijn: de man is van vele markten thuis en barst van de energie. Eind 2019 vond hij beroepsmatig zijn thuisplek als uitbater van Herberg Sint-Jan op Markeplaats. Vermoedelijk was de plek vroeger een herberg – vandaar de naam –, maar vandaag is het een écht volkscafé. “Het café stond over te nemen”, neemt hij ons terug mee naar de start op een vroege maandagochtend, de wekelijkse sluitingsdag. “We hebben hier een wreed goeie start gekend.”
Het bleek echter een valse start te zijn. Nog geen drie maanden later zag de wereld er plots helemaal anders uit. De coronacrisis brak uit. De horeca-uitbaters waren het zwaarst getroffen door de maatregelen van de overheid. “Dat was een zware periode”, is hij eerlijk.
Sint-Jan verenigt Marke
Anno 2025 is corona voor velen een reliek uit het verleden. De horecamachine kwam na de crisis al snel weer goed op gang. “We klagen niet”, aldus Jan. “Het draait goed, we hebben het voordeel dat er hier een groot terras is (voor zo’n 80 mensen, red.) en dat Marke een bruisend verenigingsleven kent.”
En dat verenigingsleven heeft duidelijk de weg naar het café gevonden. Het lijstje is lang. Er zijn vergaderingen van wielerclub De Guidons, de paardenmanege en de voetbal- en basketbalclub. Het café sponsort de volleybalclub. Er is jaarlijks een openluchtoptreden van muziekvereniging Sint-Jan, twee keer per jaar een petanquetoernooi en daarnaast zijn er vele verschillende spelavonden. “Er is elke avond wel iets”, vat cafébaas Jan het samen.
Marke leeft
Kortom, Marke leeft. Voor de Kortrijkse deelgemeente die iets meer dan 7.000 inwoners telt, was het vroeger volgens Jan anders. “Vroeger zei men altijd dat er hier niets te doen was. Kijk, we zijn hier met vier cafés en die draaien alle vier goed. Er zijn ook wel een aantal grote evenementen. Neem nu Marke Boem Boem. Dat bestaat sinds zo’n vijf jaar en is uitgegroeid tot hét topweekend. We doen de uitbating van de bar met de vier cafébazen van Marke te samen. We komen goed overeen, hè! Een ander hoogtepunt is de Septemberkermis. Dit jaar is die al aan de 49ste editie toe.”
“Het zijn niet enkel Markenaars die hier eentje komen drinken, ook toeristen”
Voor de drukke weekends kan Jan Kesteloot rekenen op een aantal flexijobbers. In de week staat hij alleen aan het roer. “Dat lukt wel, maar op een goeie zomerdag, kan het soms crossen zijn. Als je deze zomer met die van vorig jaar vergelijkt, hebben we een goeie zomer gehad. Het terras zat vaak goed vol. Marke ligt ook bij enkele wandelroutes. Het zijn dus niet enkel de Markenaars die hier eentje komen drinken, maar ook wielertoeristen of zelfs wandelaars uit Antwerpen of Limburg. Het is dan leuk om iets lokaals aan te bieden, zoals een Goedendag (een blond biertje van de lokale brouwerij Toye, red.).”
De man is gemaakt voor het vak. “Ik hou van het sociale aspect, het feit dat je je vast volk zo goed leert kennen”, gaat Jan verder. “Ik heb dus zeker geen spijt van mijn keuze. De job is wel niet te onderschatten. Er komt veel meer bij kijken dan je zou denken. Op mijn vrije maandag ben ik toch nog een halve dag bezig met papierwerk en extra bestellingen. En het is ook niet zo dat het gedaan is wanneer je afscheid neemt van de laatste klanten. Dan vul ik de frigo’s en het leeggoed nog aan. Dat is toch nog een uur werk.” Geen paniek! De cafébaas denkt voorlopig nog niet aan stoppen. “De gezondheid moet wel goed blijven. En ik weet ook niet of ik me op mijn zestigste nog zo zie rondlopen op de terras. Ik kan dat soms wel al serieus voelen in de benen.” Toe, toch nog even, Jan!