Volkscafé ‘t Bourgondisch Kruis (Beveren-Roeselare): “Klanten staan al klaar als ik om 10 uur open doe”

Filip Lievens (voor de foto even zonder mondmasker) in Café Bourgondisch Kruis. © STEFAAN BEEL Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Een levendig dorp als Beveren heeft uiteraard nog enkele goed draaiende cafés. Daar is ’t Bourgondisch Kruis in de schaduw van de kerk één van. Met Filip Lievens staat de kleinzoon van Beverens laatste burgemeester achter de toog. “Nu al 18 jaar lang en ik hoop er nog heel wat bij te doen.”

De geschiedenis van café ’t Bourgondisch Kruis gaat meer dan een eeuw terug. “Het café heeft ook nog ooit anders geheten, die naam zit naar het schijnt nog onder de borden die hier nu aan de gevels hangen.”

Op 1 augustus 2003 maakte Filip Lievens (48) zijn intrede. “Daarvoor had een jong koppel het nog anderhalf jaar open gehouden, zij hadden het op hun beurt overgenomen van Rudy Cloet die hier 20 jaar de waard was”, zegt Filip, terwijl Rudy even later binnen wandelt en zich aan de toog plaatst. “In de vorige eeuw moet hier ook nog een Lievens de baas geweest zijn, iemand die behoorde tot dezelfde stamboom als ons. Mijn grootvader Jozef Lievens was trouwens de laatste burgemeester van Beveren. Hij stichtte ook mee het bedrijf Eutraco.”

Elf verenigingen

Ondertussen heeft Jozef Lievens, die geroemd werd om de woelige politiek in Beveren tot bedaren te krijgen, een eigen straat in de gemeente. De man had zijn landelijke gemeente ook goed voorbereid en de groei met nieuwe wijken en industriezones mag mee op zijn conto geschreven worden. “Er zijn hier nu meer dan 6.000 inwoners”, weet Filip. “Vroeger was dat de helft, maar er waren wel 77 cafés die allemaal vol zaten. Nu zijn er nog vijf. Die hebben allemaal nog hun volk, maar je moet er ook wat voor doen. Bevernaars komen graag naar buiten, maar er moet iets georganiseerd worden. En dat is wel zo. Je hebt zo van die gemeentes waar er veel leven in steekt. Beveren is zo, maar ook pakweg Ardooie en Gits.”

Mijn collectie voetbalsjaals begon met eentje van de club van Marc Degryse

Filip had al wat horeca-ervaring, maar werkte in Sadef toen hij de volledige switch naar het caféleven maakte. Het gros van de tijd runt hij de zaak in zijn eentje. “Mijn vrouw Nancy Bekaert helpt ook op drukke momenten en als hier feestjes zijn, moeten we uiteraard nog wat externe hulp inroepen”, aldus de papa van Ferre en drie pluskinderen.

Het café beschikt over een druk gebruikt zaaltje. De gelagzaal zelf oogt als een bruin café. “Die sfeer willen we er ook in houden. We zijn ook geen vrij café, dus zijn de elf verenigingen die hier onderdak hebben heel erg welkom. Zij brengen het leven in de brouwerij.”

Voetballiefhebber

Elf clubs is niet niks natuurlijk. “De grootste is de Vespaclub, die telt 110 leden. Ook de oldtimerclub heeft 90 leden. Verder hebben hier ook een postzegelclub, de wielertoeristen van WTC De Bevernaar en de West-Vlaamse Parkietenbond hier hun uitvalsbasis, net als ACV VDL Jonckheere. Het Bevers Comité, dat de kerstmarkt en de rommelmarkt organiseert, komt hier vergaderen, net als de Ommegangvrienden die de wielerwedstrijd in goede banen leiden.”

Filip is ook een echte voetballiefhebber en zetelt sinds zijn 25ste in het bestuur van Dosko Beveren. “Ik was er ook nog een tijd afgevaardigde van de beloften en de jeugd, maar dat bleek moeilijk combineerbaar met het café. Maar via Dosko kwam ik in de Liga Amateurvoetbal terecht, waarvan ik ondervoorzitter ben. De Liga heeft hier net als Dosko ook het lokaal. Ook de scheidsrechterskring Roeselare, Izegem en omliggende heeft hier de uitvalsbasis en de loting voor eindrondes in het provinciaal voetbal worden hier steevast in ons zaaltje ingericht.”

© Stefaan Beel

De agenda staat dan ook vol met vergaderingen, maar corona zette dat even on hold. Filip ging in die tijd zelfs uit werken. “In de eerste lockdown ging ik helpen bij Aveve Roeselare, waar het toen erg druk was. Een topzaak overigens. In de tweede lockdown hielp ik bij Bpost, daar mocht ik pakjes mee rondbrengen. Uiteraard keken heel wat facteurs raar op toen ze me daar zagen. Ook dat deed ik graag, maar op aanraden van mijn boekhouder ben ik ermee gestopt. Op de duur was ik nog louter voor de staat aan het werken. Maar ik heb uit die periode wel geleerd dat ik zeker nog niet aan mijn pensioen toe ben. Ik moet bezig blijven.”

Ondertussen recht het café de spreekwoordelijke rug. “Het is nog niet zoals vroeger, maar hopelijk komt dat wel terug. De meesten klanten hebben al opnieuw de weg naar hier gevonden”, zegt Filip, terwijl hij de CST’s van de binnen druppelende klanten inscant. “Ik ga iedere morgen om 10 uur open en meestal staat er al wat volk te wachten. Om 13 uur doen we dicht, om 16 uur gaat het weer open. Woensdag is onze sluitingsdag en in het weekend zijn we vaak doorlopend open, omdat er altijd wel iets te doen is van de clubs. Of er is voetbal op tv, dat wordt hier ook druk bekeken op de twee tv’s die ik hier hangen heb. Maar iedereen zit hier ook door elkaar: iemand met werkerschoenen naast iemand met een plastrong.”

Uit de tapkraan stroomt Bavik, maar ook Kwaremont. “En dat wordt hier zeer veel gedronken. Net als wat streekbiertjes waarin ik me de jongste jaren ben beginnen te specialiseren.”

Nog geen miljonairs

En sinds drie jaar kun je in ’t Bourgondisch Kruis ook op de Lotto spelen. “We hebben hier een Lottopunt. Er is hier al aardig wat gewonnen, maar we hebben nog geen miljonairs in de rangen. Ook ik niet, anders stond ik hier misschien niet meer”, lacht Filip.

Voetbal is de hobby van Filip en dat leidt ook tot een unieke collectie. “Ik spaar supporterssjaals van clubs over de hele wereld. Dat is begonnen met een sjaal van Sheffield Wednesday toen Marc Degryse er nog voetbalde. Ondertussen heb ik al 325 sjaals, van Brazilië tot Nieuw-Zeeland, maar ook die van KSK Oostnieuwkerke en KSV Pittem hangen er tussen. Die sjaals worden telkens in of rond het stadion gekocht, online bestellen doe ik niet. Maar het is niet zo dat ik al overal zelf geweest ben, vrienden brengen er ook voor mij mee. En zo blijft mijn verzameling maar groeien.”