Peter Goossens is niet alleen: horeca kreunt onder personeelstekort

Goeie obers zijn witte raven aan de kust. (foto Belga)
Laurens Kindt

Het nieuws dat sterrenchef Peter Goossens zijn pas geopende restaurant La Rigue in Knokke een dag extra moet dicht houden omwille van personeelstekort, klinkt bij veel van zijn collega’s bekend in de oren. “Goed geschoold personeel moet je bijna op Mars gaan zoeken”, klinkt het.

Bij de lancering van restaurant La Rigue in luxehotel La Réserve in Knokke-Heist reikten de ambities tot aan de hemel. Zeven dagen op zeven zou het restaurant, waar sterrenchef Peter Goossens regelmatig persoonlijk in de potten zou roeren, de deuren openen. Al snel moesten die ambities bijgesteld worden en werd er op maandag even gas ingehouden. Maar vorige week moesten Goossens en zijn equipe nog een versnelling lager schakelen. Voortaan is het restaurant ook op dinsdag dicht. De reden is eenvoudig: zelfs sterrenchef Goossens vindt niet voldoende personeel om de borden gevuld, opgediend en afgeruimd te krijgen. Een oud zeer in de horeca, en niet alleen aan de kust, zo blijkt.

Een rechtstreeks slachtoffer van de extra sluitingsdag van La Rigue is Piet Devriendt van De Oesterput in Blankenberge. “Al in juni had ik gereserveerd voor maandag 24 juli, omdat wij op maandag dicht zijn en ik wel eens benieuwd was om bij Peter Goossens te gaan eten. Maar we kregen een mail dat onze reservatie geannuleerd werd. We boekten dan maar een dag later, maar ook voor de dinsdag kregen we al snel een mail terug dat het niet zou lukken. Heel spijtig, niet alleen voor mij maar voor alle mensen die gereserveerd hadden en zich verheugden op een culinair hoogstandje”, zegt Devriendt.

Zelf pompaf

Al heeft hij wel begrip voor zijn collega. “Vreemd dat het ook in een topzaak als La Rigue niet lukt om voldoende personeel te vinden. Ik zou ook liever zeven dagen op zeven openen – zeker in volle zomerseizoen – maar dat is nu eenmaal niet meer haalbaar in deze tijden. Ik heb een goed team van tien vaste mensen, aangevuld met flexijobbers en jobstudenten tot in totaal zo’n 25 man. Om elke dag open te zijn, heb ik er 43 nodig en die vind je gewoon niet. Ik zou het zelf doen, maar ik word ook al bijna 62 en ik voel dat ik tegen de zondagavond pompaf ben. Los daarvan: het mag ook gewoon niet meer, met al die regeltjes”, zegt Devriendt.

Dat beaamt ook sterrenchef Stéphane Buyens van hostellerie Le Fox in De Panne. “In de jaren ’80 kon een limonadier – een kelner die met volle plateaus verschillende tafels bedient – nog goed zijn brood verdienen. Hij werkte op percent en kreeg hier en daar iets toegestopt. Dat is met de komst van de witte kassa volledig voorbij. Je ziet dat het in veel sectoren waar ze met die filosofie werkten moeilijk wordt om personeel te vinden. De bouw, bijvoorbeeld. Daar lossen ze het op met Oost-Europeanen maar voor de horeca gaat dat niet”, klinkt het.

Robots aan tafel

Al helpen buitenlandse werkkrachten wel aan de Westkust. “Op de terrassen werken vaak obers uit Frankrijk. Die willen wel nog werken in het weekend, maar het nadeel is dat ze het Nederlands niet machtig zijn en dat vinden klanten dan weer niet aangenaam. Een oplossing voor het probleem zie ik niet meteen. De hotelscholen zien hun leerlingen ook jaar na jaar dalen. Op het diner van Miss België hebben wij geëxperimenteerd met robots die tafels afruimen. Ik vrees dat we daar naartoe gaan. Maar zeg nu zelf: de eerste keer is dat een leuke gimmick, de tweede keer is het al heel wat minder”, zegt Buyens.

Ook in Le Fox is de service dan ook sinds kort beperkt. “Wij zijn drie dagen per week gesloten en op onze openingsdagen sluiten we nu ook op vaste uren. Vroeger kon je na het eten nog blijven plakken in de bar, maar nu sluiten we ’s middags zeker om 16.30 uur en ’s avonds ten laatste om 23.30 uur. Dat moet, anders begint het personeel te morren en dan spelen we met vuur. Ik heb tien vaste mensen – een prachtig team dat we goed soigneren – maar als daar één iemand uitvalt, zitten we met een probleem. Op vacatures krijgen we welgeteld nul reacties”, zegt Buyens. Al heeft zijn collega van De Oesterput wel nog een idee. “Als ik zie met welke plateaus de obers moeten sleuren, moeten we misschien eens in de fitness personeel gaan zoeken. Twee vliegen in één klap: je spieren trainen én geld verdienen”, lacht Piet Devriendt.

3.000 euro per maand

Bij Horeca West-Vlaanderen erkennen ze het probleem. “Sinds corona is de problematiek alleen maar erger geworden”, zegt voorzitter Yves Van Moorter. “Veel horeca-mensen zijn sindsdien naar andere sectoren gegaan en niet meer teruggekeerd. De poel waarin men moet vissen, is kleiner geworden. Corona heeft ook voor veel faillissementen en veel nieuwe starters gezorgd, maar ook die gaan dan in die kleine poel gaan vissen. Het probleem is dat mensen niet meer in het weekend en ‘s avonds willen werken. Ze willen zelf quality-time hebben en op restaurant kunnen gaan”, klinkt het.

Een mogelijke oplossing ziet Van Moorter in de overuren. “Laat de horecamensen onbelast hun overuren opnemen. Zo wordt het weer interessant. Al is het ook een fabeltje dat je in de horeca niet veel kan verdienen. De barema’s zijn hoger dan bijvoorbeeld in de retail-sector. Ik ken obers die ruim 3.000 euro per maand verdienen. Dat is toch al eens de moeite”, zegt hij.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier