Genadeloze juridische strijd om gebruik van woord ‘Brugs’ in biernaam: “Die ‘Brugse bieroorlog’ is een vuile oorlog geworden”

Stephane Kolijn, uitbater van hostel Lybeer en hotel Leopold in Brugge, en partij in de Brugse bieroorlog. (foto Davy Coghe)
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Laait de zo-genaamde Brugse bieroorlog, waarbij om het woord ‘Brugs’ wordt gevochten, weer op? Daar lijkt het op, nu biercafé ’t Brugs Beertje een torenhoge schadevergoeding eist van Stephane Kolijn, de man achter het bier ‘De Beer van Brugge’. Die haalt, gesterkt door de afwijzing van die claim door de beslag-rechter, op zijn beurt uit: “Waar haalt de uitbater van ’t Brugs Beertje de middelen om die enorm hoog oplopende gerechts- en advocatenkosten te betalen? Wie of wat zit hierachter?”

Ook nadat ondernemer Stephane Kolijn, uitbater van hostel Lybeer en hotel Leopold in Brugge, na een klacht van de uitbater van biercafé ’t Brugs Beertje de naam van zijn biertje heeft veranderd in De Beer van Brugge, is de ‘Brugse Bieroorlog’ nog niet gestreden. “Wij bewogen hemel en aarde om in sneltempo alle verwijzingen naar die merknaam te verwijderen, wegens de hoge dwangsommen, terwijl de tegenpartij – Dries Bouckaert van ’t Brugs Beertje – overal deurwaarders naartoe stuurde om toch maar iets te vinden”, vertelt Stephane Kolijn. “Wat de tegenpartij stelt dat gevonden werd, zijn in onze ogen niet meer dan uitgelokte en geënsceneerde overtredingen.”

Twee brouwerijen

Voor de voorgeschiedenis van dit complexe verhaal moeten we een tweetal jaar terug in de tijd.

Stephane Kolijn probeert dan al enige tijd zijn bier op de markt te krijgen, maar stuit daarbij op verzet van de brouwerijen De Halve Maan, bekend van Brugse Zot, en Alken Maes, waar Brugs Tarwebier destijds gebrouwen werd. Beide brouwers tekenen verzet aan bij het ‘Bureau van de Intellectuele Eigendom van de Benelux’, omdat ze van mening zijn dat er verwarring mogelijk is.

Maar dat bureau wijst in juni 2019 de claim van beide brouwerijen af, en stelt dat Brugse Beer perfect kan blijven bestaan naast Brugse Zot en Brugs Tarwebier. Kolijn ziet het als een grote overwinning, ook omdat hij er zich al langer aan stoort dat Brugse Zot zich steeds in de markt zet als ‘het enige échte Brugse stadsbier’.

‘Parasitair’

De vreugde is echter van korte duur, want er duikt voor Kolijn een nieuwe hinderpaal op in de figuur van Dries Bouckaert, uitbater van het bekende biercafé ’t Brugs Beertje. Die trekt naar de ondernemingsrechtbank om het gebruik van de naam De Brugse Beer aan te vechten wegens te veel gelijkenis met de naam van zijn café ’t Brugs Beertje.

Hoewel het om een andere product gaat – een biermerk ten opzichte van een café – stelt de rechter in juni 2020 Stephane Kolijn in het ongelijk; hij maakt zelfs gewag van parasitaire concurrentie omdat Kolijn met de naam voor zijn bier zou willen mee surfen op het succes van het Brugse biercafé. De rechter verbiedt elke woordcombinatie van Brugs of Brugse gevolgd door ‘beer’.

Daarmee geeft de rechter de eisende partij, het biercafé dus, maar deels gelijk, want die had gevraagd om elk gebruik van zowel ‘Brugs’ als ‘Beer’ te laten verbieden. Beide partijen gaan elk om hun eigen reden tegen de uitspraak in beroep.

Een hels karwei

Het beroep werkt niet opschortend en Kolijn wordt, op straffe van een dwangsom van 2.000 euro per inbreuk en per dag – dus zowel flesjes, displays of andere dragers met de bestreden naam op –, verplicht om binnen de twee weken alles weg te halen.

“Dat was voor ons een zeer korte termijn. Met heel de familie zijn we flesjes gaan ophalen bij drankenhandels, supermarkten en horecazaken waar we leverden, om vervolgens de etiketten eraf te weken; een hels karwei. We vroegen ook overal om de naam van het bier in de menukaarten te schrappen. Intussen veranderden we dus ons bier van naam naar De Beer van Brugge”, vertelt Kolijn.

Tot 2,4 miljoen euro

“Maar de tegenpartij stuurde overal deurwaarders uit om te zien of ze niet toch ergens een flesje of een reclame-opschrift met de bestreden naam konden vinden. En plots kregen we bericht dat in een warenhuis in de binnenstad een prijsetiket zou zijn gevonden met de bestreden benaming – niet het bier zelf dus, maar een etiketje. En in een restaurant werd een menukaart gevonden waarop de naam nog niet was aangepast. Bij een drankenhandel werden in een rek vol met flesjes met de nieuwe benaming luttele flesjes gevonden met de oude naam – het bewijs daarvoor is heel licht, want die flesjes werden niet ter plaatse gefotografeerd maar wel ergens thuis. Reden genoeg om torenhoge dwangsommen te eisen, op zijn hoogtepunt wel tot 2,4 miljoen euro. Mijn familie en ikzelf staan hierdoor al maandenlang onder een enorme druk; men wil mij kapotmaken omdat ik met een eigen product op de markt kom.”

“Uiteraard tekenden wij verzet aan tegen die gigantische claims, en gelukkig oordeelde de rechter vorige week dat de claim ongegrond is – de tegenpartij werd zelfs, voor de tweede keer al, veroordeeld voor tergend en roekeloos geding. Ik stel me trouwens ernstig de vraag waar de uitbater van biercafé ’t Brugs Beertje de middelen haalt om, in een periode waarin de horeca maandenlang dicht was dan nog, die enorm hoog oplopende gerechts- en advocatenkosten te blijven betalen. Wie of wat zit hierachter? De ‘bieroorlog’ is nu toch echt wel een vuile oorlog geworden.”

Afpersing en oplichting

Uiteraard vroegen we ook Dries Bouckaert van ’t Brugs Beertje om een reactie. “Ik kan enkel zeggen dat de ondernemingsrechtbank in Gent vorig jaar al oordeelde dat de naam De Brugse Beer niet mag gebruikt worden en dat er toch nog flesjes met die benaming werden aangetroffen.”

Kolijn laat het hier niet bij: “We wachten de beroepsprocedures af, maar eenmaal er klaarheid is, is de kans groot dat er een strafklacht komt wegens poging tot afpersing en oplichting tegen de opdrachtgever en de financier van de huidige procedures.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier