De Kattenstad is sinds kort een brouwerij rijker. Ieperlingen Erjen Adriaensen (41) en Conny Adriaen (54) sloegen de handen in elkaar om in hun Brouwerij Adriaen/sen de Stoutn Ieperlink te creëren, een eigenzinnige stevige stout. Wie het bier nog wil kopen in de brouwerij zal wel even geduld moeten hebben. Hun eerste batch van 175 liter was na amper vier dagen al helemaal de deur uit gevlogen.
Behalve de eerste zeven letters van hun familienaam hebben Erjen Adriaensen en Conny Adriaen ook de passie voor bier gemeen. Toen ze op een brouwerscursus in Roeselare ontdekten dat ze op amper 500 meter van elkaar woonden, ontstond het idee om samen een nieuw bier te brouwen. “Na twee jaar experimenteren in de keuken met wisselende resultaten groeide de ambitie om wat groter te gaan brouwen en zo is de Stoutn Ieperlink ontstaan“, vertelt Erjen, die oorspronkelijk afkomstig is van Antwerpen, maar getrouwd is met Katja Goderis en dankzij de liefde in Ieper terechtkwam. “Onze Stoutn Ieperlink is zoals de naam al doet vermoeden een stout. Een biersoort dat met gebrande moutsoorten wordt gemaakt. De langere droogtijd van de mout zorgt ervoor dat het bier donkerder wordt. Hoe donkerder de mout, hoe donkerder het bier.”
“Hoe maak je nog het verschil in een verzadigde biermarkt? Door anders te doen dan de anderen” – Erjen Adriaensen
“Niet iedereen is fan van stout”, vervolgt Erjen. “Sommige stouts zijn immers heel uitgesproken van smaak. We zijn allebei liefhebbers van donker bier en onze stout is echter wel toegankelijk te noemen. Als ik in een café binnenstap, is er doorgaans een heel groot aanbod van blonde bieren en tripels. Ik miste ergens een donker bier. Hoe maak je nog het verschil in een zo goed als verzadigde biermarkt? Door te proberen anders te doen dan de anderen. Op deze manier proberen we ertussenuit te springen.”
Bier voor breed publiek
“Als wij het maar lekker vinden, dat is het belangrijkste”, zegt Conny. “Als er een bier niet naar onze smaak is, dan gaan we het niet op de markt brengen. We hebben verschillende brouwsels gemaakt die wel oké waren, maar niet goed genoeg. Met een alcoholpercentage van 10° is onze stout nu wel geen al te braaf bier, maar desondanks denken we wel dat het bij een breed publiek in de smaak kan vallen.”
Niet alleen met de naam, maar ook met het logo van de brouwerij leggen ze de link met Ieper. “Ons logo verbindt Ieper en het brouwen van bier. In ons logo hebben we een kat boven twee roerstokken geplaatst. Het geheel heeft met wat goede wil wat weg van een piratenvlag, wat meteen ook het eigenzinnige van onze brouwerij uitdraagt“, zegt Erjen.
De eerste batch is ondertussen de deur uit, vooral dankzij Kaffee Bazaar, maar ook veel door particulieren. “We zijn geen microbrouwerij, maar eerder een nano- of picobrouwerij”, zegt Erjen. “Het is een keteltje van slechts 200 liter, maar daar schiet uiteindelijk maar maximum 175 liter van over. Voor ons was het ook belangrijk om alles zelf in de hand te hebben. Als het dan mislukt, is het volledig onze eigen fout. We gebruiken trouwens ook lokale producten, zoals hop uit Poperinge van Bart Boeraeve en Joris Cambie.”
Uit de hand gelopen
Wie ook eens een Stoutn Ieperlink wil proeven, kan ze voorlopig nog op de kop tikken in Kaffee Bazaar in Ieper en ‘t Molenhof in Vleteren. De bieren die voorzien waren voor particuliere verkoop vanuit de brouwerij zijn echter al helemaal uitverkocht en op een nieuwe batch is het nog zeker twee maanden wachten. “Onze hobby is ondertussen wat uit de hand gelopen en we brouwen al meer bier dan we zelf op kunnen“, lacht Erjen. “We zien het voorlopig wel nog niet al te groot, ik blijf nog steeds werkzaam als grafisch vormgever en Conny blijft actief bij Vermeulen. Het zou maar al te gek zijn om onze job op te geven na één batch. We zien wel. Dat de Stoutn Ieperlink zo goed verkoopt, is alvast een onverhoopt succes.”
“Ooit meer dan 30 brouwerijen in Ieper”
Brouwerij Adriaen/sen is de derde brouwerij geworden, naast brouwerij Leroy en brouwerij Kazematten, maar in de middeleeuwen was er bij wijze van spreken bijna op iedere hoek een brouwerij. “Door de lakennijverheid was er in Ieper veel volk en veel werk, dus was er ook heel veel bier nodig”, vertelt Ieperling en zytholoog Bart Vermeulen, die een tijdje bierwandelingen gidste in Ieper. “Op een gegeven moment werd de wol ingehouden in Gent, waardoor de lakennijverheid stil viel en daardoor werd ook het Engels bier tegengehouden. Bijgevolg moest Ieper zelf instaan voor de bierproductie en toen zijn er nogal wat brouwerijen ontstaan om dat tekort aan Engels bier op te vangen. Volgens geschriften van Merghelynck waren er op een bepaald moment 29 brouwerijen én stokerijen. Uiteindelijk hebben we er meer teruggevonden dan 29. Dat was wel een zeer moeilijke oefening, omdat in het begin de Ieperse brouwerijen allemaal een naam hadden die niet gelinkt was aan de familie, bijvoorbeeld brouwerij De Valk, Den Kemel… Ik heb er ondertussen iets meer dan 30 kunnen lokaliseren. Er was zelfs ooit een brouwerij op de Grote Markt.”
De Eerste Wereldoorlog zorgde echter voor een kantelpunt. “Na de oorlog ontstond er een samenwerkingsovereenkomst van meer dan tien verschillende brouwerijen. Zij legden al hun oorlogsschadegeld samen om één nieuwe grote industriële brouwerij te bouwen achter het station, de brouwerij Central Yperoise, dat later haar naam veranderde in de naam van haar pils, brouwerij Roberg. Daarvan is er vandaag quasi niets meer te zien. Die is gestopt in 1978 samen met brouwerij Vermeulen in de Diksmuidestraat. Dat waren de twee laatste Ieperse brouwerijen binnen de stadsmuren, tot de herstart van Kazematten in 2013.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier