De Raad voor de Journalistiek heeft de klacht tegen journalist Hans Vandeweghe en De Morgen, voor een column van 7 juni 2014 over de kansen van een Afrikaans land om het WK voetbal te winnen, ongegrond verklaard. Tegen het artikel was bij de Raad een klacht ingediend wegens het eurocentrisch en racistisch karakter van de inhoud.
In een column in aanloop naar het WK voetbal vorig jaar in Brazilië, overliep journalist Hans Vandeweghe uit Hertsberghe de kansen van verschillende deelnemers om het WK te winnen. Over de Afrikaanse teams schreef hij: “Ach ja, die Afrikanen, dat horen we telkens weer. Op het gevaar van racisme te worden beticht: Afrikanen kunnen zich geen zes weken concentreren op één doel. Dat is een empirische en statistische vaststelling. Als ze twee wedstrijden hebben gewonnen, zwermen de makelaars het hotel binnen, gevolgd door de groupies, gaat de druk van de ketel en weet de meegereisde tovenaar niet meer van welk hout pijlen te maken.”
De bijdrage veroorzaakte veel ophef. Mee door het artikel verbrak de KVS een 10 jaar lopende samenwerking met De Morgen. Een man met een Afro-Braziliaanse achtergrond diende op 17 juni 2014 een klacht in tegen Hans Vandeweghe en De Morgen bij de Raad van de Journalistiek, die toeziet op de journalistieke deontologie. De klager noemde het artikel “eurocentrisch, schokkend en racistisch”.
Klacht ongegrond verklaard
“De journalist veralgemeent en stereotypeert waar hij het heeft over ‘Afrikanen die zich geen zes weken kunnen concentreren’, terwijl Afrika uit meer dan 50 landen bestaat.” Na een hoorzitting eind februari, besliste de Raad de klacht donderdag ongegrond te verklaren. “De passage over Afrikaanse teams komt stereotyperend en veralgemenend over. Binnen de context van de column is het evenwel duidelijk dat de passage gaat over Afrikaanse voetballers en voetbalteams, en niet over Afrikanen in het algemeen. De Raad is van oordeel dat de journalist met de passage niet aanzet tot discriminatie. De Raad houdt rekening met het specifieke genre van columns, waarbij de journalist, overeenkomstig art. 8 van de code, ‘een grotere mate van vrijheid geniet om zijn mening te geven en om conclusies te trekken uit de feiten’, en is van oordeel dat in dit geval art. 8 over het recht om zijn mening te uiten zwaarder doorweegt dan art. 27 over stereotypering en veralgemening”, motiveert de Raad de beslissing.
(Belga)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier